Pornograffiti

Deze column verscheen eerder in het tijdschrift Ophef - tijdschrift voor hartstochtelijke theologie

In de namiddag zit ik met mijn vriendin op één van de pleinen van het oude Napels. Automobilisten drukken elkaar en voetgangers luid claxonnerend aan de kant. Een paar straten verderop bevindt zich de Capella Sansevero met de gesluierde Christus, een meesterstuk van Giuseppe Sanmartino gemaakt in 1753. Het dode lichaam van Christus onder een dunne sluier, aanraakbaar en ook weer niet. Ontroerend mooi.

Aan de rand van het plein staat een stel professionele fotografen. Hun lenzen gericht op een meisje van een jaar of twaalf, dertien. Van een afstand kijkt een vrouw, waarschijnlijk haar moeder, toe. Het meisje draagt een wit zomerrokje, T-shirt en in haar hand een strooien zomerhoed. Ze weet hoe ze moet poseren, haar linker heup wat lager dan de rechter, het hoedje voor haar buik, een dromerige verleidelijke, maar ook weer niet te verleidelijke blik. Ze weet wat er gebeurt maar is nog te jong om het helemaal door te hebben. Ik moet even denken aan de keer dat er – vlak na een misbruikschandaal – drie meisjes op het Thorbeckeplein in het kader van een talentenjacht luidkeel Madonna’s `I am a virgin` stonden te blèren. Belachelijk natuurlijk. Ouders en opvoeders moeten hun kinderen beschermen.

Mijn vriendin vindt het niets deze foto-shoot en zou haar eigen zoon of dochter er nooit aan hebben laten meewerken. Ik weet het niet en speel advocaat van de duivel. De nieuwe zomercollectie moet onder de aandacht gebracht worden. Daar horen foto’s bij anders lukt dat niet. Je kunt moeilijk volwassen vrouwen kinderkleding aandoen en hen fotograferen. Ik weet dat het slappe argumenten zijn. `Ik vind het niets dat zo’n meisje al zo jong leert dat ze op deze manier –met hoe ze eruit ziet-geld kan verdienen.` Mijn vriendin heeft gelijk. De foto’s die gemaakt worden zijn niet onschuldig. Te jong leer je te glimlachen, te koketteren, te verleiden voor geld. Zouden er mannen en vrouwen zijn die er opgewonden van raken? Je wil er niet aan denken. Hoeveel zou het schuiven, zo’n fotoshoot, en zou haar moeder het geld apart zetten voor later, `voor haar studie`?

Als de fotoshoot voorbij is en ons gesprek al lang een andere wending heeft genomen rent een meisje op sandalen en in een spijkerbroek en roze T-shirt over het plein. `Daar loopt dat meisje` zegt mijn vriendin. Ik had haar niet herkend, zo anders als ze er nu uitziet. Onze ogen gaan weer naar de plek waar ze geposeerd heeft. `Zie jij de graffiti?` Op de rode muur is met zwart een wijdbeens liggende vrouw afgebeeld. Naakt, recht van voren. Het was ons niet opgevallen. `Ze stond daaronder toen ze die foto’s maakten.` We kijken terug op de camera van mijn vriendin. `Gedverdamme, ik weet zeker dat die fotografen dat hebben gezien.` `Ja, maar dat meisje niet.` `Nee, dat meisje niet. En de trotse moeder hopelijk ook niet.` `Ik ga die foto deleten`, zegt mijn vriendin, `ik wil ‘m niet meer op mijn toestel hebben.` `Ah, nee, ik heb ‘m nodig voor een Heftig.`