Gemeente van Jezus Christus,
Een Wetsgeleerde komt naar Jezus en vraagt hem: wat is het eerste gebod? Wat is doorslaggevend, waar komt het op aan? Het is het is niet de slechtste vraag om in een nieuwe gemeente mee te beginnen. Ook niet de makkelijkste. Waar is het om begonnen, waar gaat het over in de kerk? En weten we dat nog?
Afgelopen week vertelde een goede vriend mij over een aflevering van DWDD. Hoogleraar, schrijfster en terrorismedeskundige Beatrice de Graaf was te gast. Aan het eind van het gesprek over haar nieuwste boek wilde Matthijs van Nieuwkerk weten hoe het zat met haar geloof: `leg het me uit want ik begrijp het niet, kun je meenemen in hoe dat voor jou zit?’ Hij vroeg dat niet om haar te onderuit te halen, maar hij was oprecht nieuwsgierig. Hij wilde echt weten wat haar bezielde
Een enkele keer stelt iemand je die vraag en dan is het nog niet eens zo makkelijk om haar te beantwoorden. Ooit deed de landelijke kerk een oproep aan haar leden en aan plaatselijke gemeentes: Ik was daar wat verlegen mee en ik was niet de enige.
Maar toen we het er in de kerkenraad over hadden kregen we wel een erg goed gesprek. Wat beweegt je? Het gesprek begon wat aarzelend en zoekend en bleef dat ook. We hadden geen pasklaar antwoord zoals de generaties voor ons dat leken te hebben. Laat staan dat we antwoorden hadden waarmee we indruk zouden kunnen maken op de zogenoemde buitenkerkelijken. Maar sommigen kwamen wel met een voorzichtig, voorlopig antwoord, zoals: ` Ik weet niet wat me beweegt, daar ga ik niet over … maar toch. Dat ik aan Jezus toebehoor en dat het niet zo kan zijn dat we zonder hoop leven, dat de ellende het laatste woord heeft. Ik begrijp heel goed dat dat voor iemand anders anders kan zijn – en het is ook voor mij helemaal niet vanzelfsprekend - maar dit is voor nu mijn antwoord. `
Een Wetsgeleerde komt naar Jezus en vraagt: wat is het eerste gebod? En wie legt dat gebod op? Je moet je niet door iedereen de wet laten voorschrijven. Je moet wel weten of diegene betrouwbaar is en het goed met je voorheeft. Als je achter de verkeerde aanloopt dan verdwaal je als mens, als samenleving. Maar Jezus lijkt het vertrouwen, het geloof, waard. Wat hij zei was goed.
Wat is het eerste gebod? Jezus zegt niet meteen wat die Wetsgeleerde moet doen, maar begint met een oproep, een uitnodiging: Hoor, Israël, de Heer onze God……
Het zijn de eerste woorden van de Joodse geloofsbelijdenis. Religieuze Joden spreken deze woorden uit bij het opstaan en aan het einde van iedere dag, bij de geboorte van een kind en wanneer iemand sterft. De woorden staan op perkament geschreven in de Mezoeza – dat kokertje met heilige woorden op de deurpost van Joodse huizen – en in de doosjes aan de gebedsriemen.
`Hoor Israël, de Heer onze God, de Heer is één. ` Hij die ons bevrijd heeft uit Egypte, het land van angst en dood. Hij is uit één stuk. Niet zo’n God van vandaag dit en morgen dat afhankelijk van de conjunctuur of naderende verkiezingen, niet wispelturig als jijzelf kunt zijn, maar, betrouwbaar.
Het antwoord op de vraag naar het eerste gebod, de eerste woorden van Joodse geloofsbelijdenis, begint dus met de oproep om te horen.
Dat is anders dan de geloofsbelijdenis van de kerk die - in het Nederlands - met het woordje `ik` - een beetje een ikkerige geloofsbelijdenis: Ik geloof in God de vader, de Almachtige schepper des hemels en der aarde, enzovoort.
De geloofsbelijdenis van Israël begint bij wat daaraan voorafgaat. Vertrouwen, geloof, begint ermee dat je wordt aangesproken. Dat iemand iets tegen je zegt en dat je dan horen mag; dat je niet opgesloten blijft in je eigen kring, je eigen waarheid, je eigen zekerheden. Maar dat je ook niet opgesloten blijft in je eigen eenzaamheid, twijfel en onzekerheid.
Het begint ermee dat iemand iets tegen je zegt, je uitnodigt, en dat jij dat mag horen. God open onze oren, zoals u die dove mens in het evangelie genas, opdat we mogen horen.
Met die uitnodiging begint het grote gebod. Misschien heeft de kerk vaak te weinig geluisterd en wist ze het tegoed. Dat de aarde geschapen in zes dagen was geschapen en hoe je moet leven met normen en waarden. Misschien heeft ze te vaak gedacht dat je voor naastenliefde in de kerk moest wezen al wilde ze best toegeven dat er `buiten de kerk ook goede mensen zijn en dat je daarvoor niet per se christen hoeft te wezen `
Maar inmiddels weten we het ook in de kerk niet meer zo goed. Of beter gezegd, zijn we ons er meer van bewust dat we het ook niet weten, dat we zoekende zijn met meer vragen dan antwoorden.
De landelijke kerk heeft tegenwoordig de slogan `back to basics`, terug naar de basis. Maar wat is die basis dan? Waar gaat het om? Wat is het eerste gebod? Bij monde van Jezus worden wij, in navolging van Israël, geroepen om te horen. Om je open te stellen. Hoor…
Daarna klinkt het: je zult de Ene jouw God liefhebben met geheel jouw ziel en met geheel jouw hart en met geheel jouw kracht en je naaste als jezelf. Liefhebben in de betekenis van: voor iets of iemand kiezen. Bedoeld is niet dat je de naaste moet liefhebben zoals je jezelf liefhebt. Er staat: heb lief de naaste aan jou gelijk, de naaste die is als jij. De ander waar je niet omheen kunt. Je buurman, je geliefde, de vrouw die om asiel vraagt, degene met wie je het oneens bent, je medegelovige. Hij, zij is jouw naaste.
Het verhaal begon daar ook mee. Dat God sprak. De aarde is niet aan zichzelf overgeleverd. En op die aarde: de mens. Niet alleen, maar de mens en zijn naaste. En het zou volgens dat verhaal goed zijn, zeer goed.
Dat bedenk je niet. Dat moet je horen, telkens weer. En dan moet je het er steeds weer over hebben wat die woorden, wat die oude verhalen, voor jou en voor ons samenleven betekenen. Wat hoor je – wat heeft het jou – daar waar je nu in je leven bent - te zeggen? En hoe doe je dat, dat liefhebben van die soms zo vreemde ander. Want we weten het niet.
Maar het begint met die oproep … Hoor! Ik hoop dat we de komende jaren steeds weer onze oren mogen openen voor dat vreemde woord dat ons ook vanmiddag heeft samengebracht. En voor de naaste die is als jezelf. Dat we verrast mogen worden, aangenaam verrast. Telkens weer.
In naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen.