Gemeente van Jezus Christus,
Zoals de Vader Mij heeft liefgehad, zo heb ook Ik u liefgehad. Blijft in mijn liefde. Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt, zoals Ik u heb liefgehad.
Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden.
Jezus drukt ons op het hart om elkaar lief te hebben. Hij heeft het dan niet over de erotische, de verlangende gelukzoekende liefde, maar over de liefde die in de bijbel wordt aangeduid met het woord woord `agapè`: de liefde die zichzelf niet zoekt, die oog, oor en hart heeft voor het zwakke, zieke en zondige in de mens en het mensenleven. De liefde waarvan je kunt zeggen: haar passie is compassie – medeleven – haar bewogenheid is erbarmen (Rens Kopmels. De liefde als Agape zoekt heel making, vrede (op karlbarth.nl).
Die liefde, die hoge liefde. Kunnen mensen dat, zijn ze ertoe in staat? Overbekend is het gedeelte over de liefde in de eerste brief van Paulus aan de gemeente te Korinthe. De daarin beschreven liefde is bovenmenselijk. Ooit heb ik het voorstel gehoord om overal waar in dat gedeelte sprake is van liefde, in plaats van liefde, Christus te lezen. Hij is degene die alles verdraagt, het kwade niet aanrekent, vergeeft, etc. Jezus, de mens die wij zouden willen zijn, die deze wereld in zijn liefde, zijn agapè, draagt.
Dat die liefde ons een probleem is, te hoog gegrepen, dat leert ons het eerste beste journaal of dagblad, dat leert ons de omgang met elkaar, dat leert ons een eerlijk kijken in de spiegel. Misschien zijn we niet zoals de oude catechismus leerde geneigd tot alle kwaad, maar toch ook niet tot het goede. Het zit beide in ons.De tekst van het evangelie lezend valt op dat Jezus eerst zegt `blijf in mijn liefde` en dat hij pas daarna gebiedt om elkaar lief te hebben. Straks als ik niet meer onder jullie ben, weet dan dat mijn liefde je omringt.
God is de liefhebbende, altijd geweest. Maar juist daardoor zie je ook de liefdeloosheid. De bijbel maakt er nergens een geheim van dat de liefde een probleem is. Dat mensen elkaars concurrenten zijn en als goden over elkaar willen heersen. Dat mensen vaak geen vrucht dragen.
Daarover gaat het verhaal van Noach. Let wel: het is een verhaal. Het thema van een vernietigende vloed komt in meerdere culturen voor. Het verhaal zoals dat In Israël werd verteld gaat over een wereld zonder liefde. Een wereld waarin mensen als goden over elkaar willen heersen. God ziet het. En de Heer zag dat de slechtheid van de mens op de aarde groot was, en dat al de gedachtespinsels van zijn hart elke dag alleen maar slecht waren. Toen kreeg de Heer er berouw over dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het bedroefde Hem in Zijn hart. En de Heer zei: Ik zal de mens, die Ik geschapen heb, van de aardbodem verdelgen, van de mens tot het vee, tot de kruipende dieren en tot de vogels in de lucht toe, want Ik heb er berouw over dat Ik hen gemaakt heb.
Het verhaal zoals Israël het vertelt zegt dat het niet langer gaat. De goede schepping heeft het niet gehaald, het project mens is mislukt. Syrië, het milieu, het egoïsme. Mijn grootvader, door het verblijf in een Japans kamp tijdens de tweede wereldoorlog een in de kern somber man geworden, vertelde mij als kind dat hij geloofde dat de mensheid eerst helemaal moest vergaan, wilde het nog wat worden.
De Heer kreeg er berouw over dat Hij de mens gemaakt had. Hij had net als mijn grootvader niet het optimisme dat het wel weer goed zou komen met de mensheid. En ik denk dat er in onze tijd heel veel mensen zijn die dat ook niet hebben.
Tegen zo’n achtergrond vertelt Israël het verhaal van de zondvloed. God treft een noodmaatregel. Maak maar een noodopvang, langwerpig, drie verdiepingen hoog. Het hoeft niet mooi te wezen, als het maar blijft drijven. En hok de schepping maar op, van iedere soort een mannetje en een vrouwtje. Zoals je een bedreigde diersoort redt door enkele exemplaren tijdelijk op te hokken en ze pas weer vrij te laten wanneer de omgeving veilig genoeg is. Doe het maar.
En Noach doet alles zoals God hem geboden heeft. Een vreemde onderneming, maar misschien geeft dat gebod houvast en richting waar alles uit de hand loopt. Misschien dat juist dat gebod de toekomst openhoudt. Die ene daad van liefde… Noach timmer maar een ark.
Als Noach en zijn familie als laatste de ark zijn binnengegaan sluit God de deur achter hen. Een klein detail, maar het is zo’n liefdevol gebaar. God die zijn schepping in een doosje doet en zorgvuldig sluit. Om er zeker van te zijn dat ze daar veilig is. Scheepke onder Gods hoede.
Dan regent het over de aarde, veertig dagen en veertig nachten. En nog veel langer duurt de tijd na de crisis, honderdvijftig dagen. En dan staat er: God dacht aan Noach. Daar was hij niet mee opgehouden. De Heer gedenkt in gunst de zijnen. Hij heeft die drijvende schepping nooit losgelaten.
Het is tijd om zijn geest over de aarde te laten gaan en de wateren te bedaren. De noodopvang heeft het gehouden, dobbert nog doelloos op de vloed. Dan krijgt de schepping weer grond onder de voeten. Op de dag nauwkeurig wordt beschreven hoe Noach raaf en duif erop uitstuurt. Veertig dagen, een week, nog een week. Voorzichtig krijgt Noach weer greep op de tijd, het leven week in week uit. Eerst kijkt hij alleen nog door het venster, later verwijdert hij het deksel van de ark. Er is weer tijd en ruimte. Alsof je weer tot leven komt na een periode van rouw. Dat er weer een dag is en dat je leven mag en dat je voor het eerst sinds tijden niet tegen die dag opziet. Een nieuw begin, het leed geleden, de dood, de liefdeloosheid achter je. Een dag als ooit de eerste toen God zag dat alles goed was.
Zo vertelt Israël tegen de geschiedenis in en gelooft ze tegen de klippen op. Ja, de wereld is liefdeloos en ja, God heeft misschien spijt dat hij wat met ons begonnen is. Maar toch. God kan het niet laten om lief te hebben, om ons, om deze wereld in liefde te dragen. Sterk als de dood is die liefde. Nieuw begin. Amen.
literatuur: Voor een nieuw begin. de agenda van Genesis. Maarten den Dulk
Drempelgebed
Goede God,
Met Israël mogen wij een loflied zingen
Om alles wat u heeft gedaan en steeds weer doet.
God geef dat wij dat loflied zingen
Soms ondanks onszelf
Geef dat we ons te binnen zingen
Dat U God bent en ons en deze wereld in liefde draagt.
Amen
Kyriëgebed
Goede God, wij bidden tot u,
Want het is misschien wel erger dan in de dagen van Noach
Maar misschien is het ook nooit beter geweest.
Misschien hoort het wel bij ons
Leven ten koste van elkaar
En ligt het ons gewoon niet zo
Die liefde waarmee gij ons liefhebt en we elkaar zouden moeten liefhebben.
Maar de gevolgen daarvan zijn zo verschrikkelijk
En er is zoveel nood en ellende in de wereld
Zoveel geweld en gebrek en haat en liefdeloosheid.
God vergeef ons
U die deze schepping in liefde draag
Bevrijd ons tot mensen die kunnen liefhebben
Zoals u ons heeft liefgehad
En maak ons tot uw handen en voeten
En geef ons de wijsheid en het verstand
Nodig om de wereld te veranderen
Tot een plaats waar iedereen in vrede leven kan.
Ontferm u over de minsten der mensen
De armen, de slachtoffers, de ontrechten,
Heer ontferm U
Christus ontferm U
Heer ontferm U
Zondagsgebed
Gij, God, schepper van hemel en aarde
Liefhebbende God
Geef dat wij uw Woord van liefde mogen horen
Dat we eruit mogen leven
In liefde en tot liefde geroepen
Door Jezus Christus onze Heer.
Amen.
Dankgebed en voorbeden
Goede God, wij danken u dat u deze wereld in liefde draagt
In liefde kent
We danken u voor liefde
Sterker dan de dood
En dat u niet opgeeft, niet loslaat,
Wat u begonnen bent
Wij bidden u om liefde
Waar de wereld zo tekort aan heeft
Om liefde waar we leven ten koste van elkaar
Om liefde waar we de liefde voor elkaar en voor onszelf missen
Om liefde waar geweld is en ruzie en verwijdering
Wil u ons dragen, nabij zijn
In dagen van rouw en verdriet
In dagen van ziekte
In dagen van eenzaamheid
Wil ons horen nu wij in stilte bidden: