1 Koningen 17, 17-24
1 koningen 17, 17-24 en Lucas 16, 19-31
Zondag 29 september 2013, Protestantse Gemeente Assendelft
Gemeente van Christus,
Eind goed, al goed, zo leek het in het gedeelte dat aan het verhaal van vanmorgen vooraf gaat. Ee weduwe van buiten Israël en haar zoon, ze hadden niet meer dan een beetje meel in de pot en een heel klein beetje olie. Ze zouden eten en daarna sterven.
Maar toen kwam Elia,de profeet, de man Gods. Hij gaf de vrouw opdracht brood te bakken, en zij aten. Zij, haar zoon en Elia. En het meel in de pot raakte niet op, en de olie in de kruik ontbrak niet. Mijn Herder is de Heer, nooit zal het mij aan iets ontbreken.
Zo zal het zijn. Maar zo gaat het niet. Het meel raakt op en de olie ontbreekt. De voedselbanken hebben het druk, in Griekenland, Italië en Spanje nemen mensen zichzelf het leven omdat ze geen toekomst zien. Het gaat niet goed in de wereld en in Europa. Denk maar niet dat Griekenland ooit haar schulden zal kunnen afbetalen. En de gedachte dat Assad en de opstandelingen een blauwdruk neer leggen voor een waardevolle toekomst, wie durft er in te geloven? Of dat mensen niet meer geregeerd worden door wonderlijke, onbegrijpelijke economische wetten, maar door het diepe verlangen naar heelheid, naar rust, naar gerechtigheid?
In die wereld, in onze wereld, wordt geboren en geleefd. En ergens in dat samenleven hoor ik – ook in mijzelf- soms de bange twijfel. Het gaat niet goed, het gaat de verkeerde kant op. Een gevoel dat de toekomst, zoals we misschien dachten, niet maakbaar is. En je weet dat ook wel. De ziekenhuizen liggen vol met mensen die dat weten.
Bij die werkelijkheid, die soms maar zo weinig vertrouwen geeft, sluiten de verhalen van vanmorgen aan. De zoon die gered was, hij ligt op sterven. Zoals dat kan gaan. Ik ken een man die hervond zijn ex-vrouw (en zij hem) – ze waren gescheiden – en ze trouwden voor de tweede keer. Gods zegen….Dolgelukkig waren ze met elkaar. En toen kregen ze ook nog een kindje. Heerlijk. Maar toen werd die vrouw ziek. Als het in de bijbel had gestaan stond er: en de vrouw, zij werd zieker en zieker en stierf. De zoon van de vrouw uit Sidon. Toekomst ten dode opgeschreven.
De moeder, net nog met haar zoon ontkomen aan de hongerdood, kijkt naar Elia, de man Gods. Misschien dat er bij haar ook een keer zo’n vrome broeder of zuster is aan geweest. Zo’n man die de Bijbel kent als z’n broekzak. Van het concert des levens mag dan niemand een program hebben, maar hij of zij weet hoe het zit en doet dat haarfijn uit de doeken.
Misschien heeft de vrouw ooit zo iemand op bezoek gehad en herinnert ze het zich nu. En Elia krijgt het voor zijn voeten gegooid: Ben jij soms gekomen om me aan mijn schuld te herinneren en mijn zoon te laten sterven? Dat is toch wat de godsdienst altijd wil: verklaren. Als er een God is waarom gaan dan jonge mensen dood.? Als er een God is waarom haalt het leven dan van die misselijke geintjes uit, of is het God die het je aandoet? Waar komt die ellende vandaan?
De vrouw wil er niets mee te maken hebben. Haar zoon is dood en ze is er klaar mee. Smalend klinkt het: wat is er tussen jou en mij, man Gods? Met andere woorden: ga weg met je god en je synagoge en je kerk. Het leven is wat het is en daar moet ik het mee doen. En wat ze zegt is volgens mij niet de makkelijke kritiek waarmee je God altijd wel belachelijk kunt maken, maar iets wat ook in bijna iedere gelovige zit.
Elia zegt niet dat hij de vrouw niet begrijpt. Hij geeft en heeft geen verklaring voor de dood van de zoon. Misschien denkt hij wel: `De Eeuwige maakt het ons ook niet makkelijk om enthousiast voor Hem te blijven.`
`Geef mij je zoon`, zegt hij. En hij neemt de jongen uit haar schoot als een vroedvrouw en brengt hem naar boven. Eeuwen later heeft Jezus in de vroege morgen een gesprek met Nicodemus. In dat gesprek zegt Jezus iets heel geks: een mens moet opnieuw geboren worden. Letterlijk zegt hij: een mens moet `van boven` geboren worden. God moet ons leven aanraken, zó verrassend en zó vernieuwend, als we zelf nooit hadden kunnen bedenken. Van boven geboren worden, als mensen van de levende God, uit dood en doem opnieuw tot leven gewekt.
Vooralsnog is de zoon van de vrouw dood. Elia brengt hem naar boven. Boven moet betrokken zijn op beneden, de hemel op de aarde. Zoals Mozes boven op de berg de geboden kreeg zodat het volk beneden kan leven. Hoor Mozes en de profeten. Een schoot van ontferming is déze God, voor de arme Lazarus, voor de ten dode opgeschreven zoon of dochter. Als de bijbel verkondigt dat doden zullen leven, dan gaat het altijd om leven zoals God het bedoeld heeft. Misschien tekent Jezus in het evangelie van vanmorgen de hellewaanzin van een wereld waarin enkelen alles hebben en velen bijna niets.
Je kunt geloven in de opstanding, maar betekent dat ook nog wat voor Lazarus, voor de mens die geen eten heeft, voor de vervolgde?
Terug naar Elia die met de dode jongen naar boven is gegaan. Hij gaat bidden: `Eeuwige, mijn God. Bent u er zo één, dat u kwaad doet aan deze weduwe bij wie ik als vreemdeling te gast ben. Vergis ik me of laat u haar zoon inderdaad sterven? Zo’n God die tot zich neemt, zo vaak te vroeg, zo volslagen onbegrijpelijk.` En Elia strekt zichzelf uit op het kind, drie keer. `Laat toch het leven van dit kind terugkeren in zijn binnenste!`
Na drie dagen werd de profeet uit de buik van de vis uitgespuugd, na drie dagen worden doden opgewekt. Drie betekent altijd dat als de nood het hoogst is, de redding nabij is. Vertel ons toch, dat de doden zullen opstaan, dat U anders bent. Een God die zelf toekomst is. Vertel het ons ook maar vanmorgen, want we zien het niet altijd. Die zoon van de weduwe van Sidon komt ons niet onbekend voor, maar geef ons uw Woord. Wees betrouwbaar. Geef dat we het mogen horen, iedere dag, en juist ook wanneer we machteloos met lege handen staan en ons geloof verliezen. En dat we daar dan uit mogen leven.
En het leven van het kind keerde terug in zijn binnenste en hij leefde. Dit kind, deze mens zonder toekomst. Een schoot van ontferming is déze God. En Elia geeft dit kind aan zijn moeder, zoals we het leven, de toekomst krijgen van God. `Nu weet ik dat jij een man Gods bent en dat het woord van de Eeuwige in jouw mond betrouwbaar is.` Dar we het daarmee aandurven. Een betrouwbaar Woord, vol ontferming, vol troost. Woord dat leven geeft en leven doet. Amen.
Drempelgebed
Trouwe God
Dank u dat we hier weer samen zijn
Gekomen uit het leven van iedere dag
Met alles wat we met ons meedragen
De blijdschap en het verdrieten de zorgen
Gekomen uit het gewone leven
De alledaagsheid
Gekomen uit de wereld waarin we leven
Met de waanzin van geweld en aanslagen en onrecht
Wees in ons midden en wees de wereld
Genadig
Amen
Kyriëgebed
Algemeen beschouwd gaat het niet goed trouwe God
En gaat de crisis diep
De gebrokenheid, omdat wij mensen maar niet willen,
En maar niet kunnen zijn
De mens zoals u haar bedoeld heeft.
Naar uw beeld, vol van liefde en waarheid
Bidden we om vergeving en bevrijding
Daarom roepen en bidden wij
Algemeen beschouwd
Zien we hoe onrechtvaardig de rijkdom verdeeld is
Een wereld verdeeld in rijk en arm
Door economisch geweld,
Economische wetten die ons verstand te boven gaan
Maar mensen veroordelen tot armoede en uitsluiting
Daarom roepen en bidden wij
Algemeen beschouwd
Zien we het geweld
De grote en de kleine oorlogen
Van het gepest op scholen
En het machteloze zwijgen in huizen
Ach, en Syrië en terreur en dreiging
Daarom roepen en zingen wij
Zondagsgebed
God van leven
In u is toekomst
En nieuwe begin
Waar onze wegen doodlopen
Ook daar klinkt uw stem
Open ons voor uw toekomst
Voor uw Woord.
Amen
Dankgebed- voorbeden – stil gebed –Onze Vader
We danken u God
Dat u een betrouwbaar God bent
Die nooit loslaat wat u aan ieder van ons begon
Die ons ten leven wekt
Waar we vastlopen
Waar onze wegendoodlopen
Waar we geen toekomst zien
We danken u
Dat u die God blijft, betrouwbaar,
Een schoot van ontferming
Ook daar waar we dat niet meer kunnen geloven
En het vertrouwen in u zijn kwijtgeraakt
Wij danken u voor mensen
In wie uw betrouwbaarheid soms aan het licht komt
In wat ze doen, in wat ze zeggen,
In hun betekenisvolle nabijheid.
Wij danken u voor uw Woord
Zolang de wereld gaat
Dat we niet aan onszelf zijn overgeleverd
Dat u op ons betrokken bent
God van toekomst
Zie om naar de hopelozen
De mensen in het donker
De mensen die leven
In de schaduw van de dood
Wil zijn met de rouwenden
Wil zijn met de vergeetachtigen
Wil zijn met de verwarden
Wil zijn met de zieken
Wil zijn met de verdrietigen.
Wil zijn hier in onze gemeente
In dit dorp
Wil zijn bij ......
Wil zijn bij ons
In kleine en grote moeiten
In het leven van iedere dag
Een weg om te gaan
En we bidden in stilte wat ons bezig houdt:……
Onze Vader