Zondag 27 december 2015, zondag na Kerstmis, Protestantse Gemeente Assendelft
Deze preek (zie vervolg) heb ik niet zo gehouden. We waren met weinig mensen op deze zondag na kerst. De stoelen in de kerkzaal hebben we in een kring gezet. Op de plaats van de preek heb ik de tekst van kanttekeningen voorzien aan de hand van wat ik als preek had opgeschreven. Natuurlijk de lofzang van Zacharias gezongen als ook, onder andere psalm 98, 1, lied 501, 494, 482 en 487. Als acclamatie bij de gebeden 367b (Liedboek. Bidden en zingen in huis en kerk). De gebeden hebben we samen ter plekke 'gemaakt' door voor elkaar te noemen waarvoor we wilden danken en bidden. Een mooie ervaring deze viering!
Gemeente van Jezus Christus,
De engelen zijn weer terug in de hemelse gewesten en ook de herders zijn God lovende en prijzende teruggekeerd. De evangelist Lucas heeft de vaart erin. ‘Toen de acht dagen van zijn besnijdenis vervuld waren wordt ook zijn naam Jezus genoemd, Die ook genoemd werd door de engel voordat hij in de schoot werd ontvangen.’ De achtste dag na de geboorte is de dag van de besnijdenis en de naamgeving. En dit kind heet Jezus, de Griekse vorm van Jozua.
Het oude testament vertelt over de uittocht uit Egypte en de intocht in het beloofde land. Er is maar één mens die volgens die vertelling beide – uittocht en intocht – heeft meegemaakt en dat is Jozua.
Zijn naam betekent: bevrijder. Zoals nu die oude Jozua beide meemaakte, de uittocht uit de slavernij en de intocht in het beloofde land, zo zal het ook in Jezus/Jozua gaan over uittocht en intocht. De uittocht uit het land van dood, angst en schuld en de intocht in het van God beloofde land. De aarde zoals door God bedoeld. In dit kind, in deze Jozua, komt Israël, komt de aarde thuis.
Aan die die uittocht uit Egypte gingen tien plagen vooraf. De meest verschrikkelijke was de dood van alle eerstgeborene. Historisch heeft die moordpartij geen enkele grond. Wat ermee verteld wordt is dit: Egypte, de dood, de slavernij, ze hebben geen toekomst.
De toekomst van Egypte loopt dood, maar niet de weg van Israël en in Israël de toekomst van alle volkeren. De eerstgeborenen, de toekomst, is Gods eigendom. Daarom moeten de eerstgeborenen symbolisch gelost worden. In de tempel gaf men daartoe twee duiven, tegenwoordig geeft men zilver aan de synagoge. Het lijkt vergezocht, maar de bedoeling is duidelijk: een kind is niet van ons, een kind is van God, de toekomst is van God.
In de tempel is niet alleen de kleine Jezus met zijn ouders, maar ook een oude man en een oude vrouw. De oude man is rechtvaardig en vroom, verwachtende de vertroosting van Israël. Het geloof van Israël op z’n best: rechtvaardig, moedig en vol van verwachting. Deze Simeon heeft door God Geest gehoord dat hij de dood niet zou zien voordat hij de gezalfde van de Heer had gezien. De Christus, staat er. De Messias. Die mens van God toekomst, God evenbeeld, begin van Gods Koninkrijk… Dus als hij even later uitroept: ‘Maak nu uw dienaar los, of laat uw dienaar gaan, in vrede naar uw woord want mijn ogen hebben uw redding gezien,’ dan ligt het voor de hand dat uit te leggen als ‘God, nu kan ik wel heengaan. Ik heb op aarde gezien wat er te zien was. Dit kind, dit licht voor Israël en de volkeren. Ik heb het gezien en nu kan ik sterven.’
Met die uitleg is niets mis, ze ligt heel erg voor de hand, maar er is nog een andere uitleg. En die gaat zo: ‘Maak Gij nu Heer uw knecht, Jezus, los, laat hem gaan, in vrede naar uw woord.’ Ik vind dat een mooie uitleg om ernaast te leggen. Laat Gij Heer uw diens knecht gaan in vrede naar uw woord, want mijn ogen hebben uw heil gezien. Goede God, geef dat dit kind, deze mens, op aarde mag leven naar uw gebod, dat hij de weg van vrede mag gaan. Dan zullen alle mensen zien waar het bij u om gaat. Ja, Hij zal weersproken worden. Hij zal tegenstand ondervinden.
Dat is het dubbele van kerstmis. Dat we het kind welkom heten maar dat we tegelijkertijd weten dat we ons ertegen verzetten. Je viert kerstmis en een paar maanden later sta je erbij stil hoe het met dat kind gaat in de wereld. Hoe alles tegen dat kind samenspant en hoe het met dat kind uiteindelijk afloopt. Lag in een kribbe en droeg al zijn kruis…dat is zijn weg, zijn weg van vrede, van overgave, liefde tot in het uiterste.
En in de tempel is ook een vrouw: Hanna. Naamgenote van de moeder van de profeet Samuël. Zij die zo lang kinderloos bleef, beeld van teleurgestelde verwachting en gebrek aan toekomst. Nadat ze zeven jaar getrouwd is geweest en haar man stierf is deze Anna vierentachtig jaar weduwe. Zeven keer twaalf jaar.
Bijbelse getallen die de volle tijd aangeven. Week in week uit, zeven keer twaalf jaar, vierentachtig jaar, zit ze in die tempel te vasten te bidden. Anna, Johanna, dat betekent: de Heer is genadig. Zal haar naam terecht zijn? Is de Eeuwige goed en liefdevol of niet? Zal hij de toekomst openen waar de toekomst gesloten was? Een licht ontsteken in onze donkere nacht, een licht dat nooit meer dooft?
Op deze laatste zondag van het jaar 2015, prijst Anna de God. Ze heeft iets gezien waarmee we het nieuwe jaar in kunnen, waaruit we kunnen leven, dag aan dag. Een mens die zijn weg in vrede zal gaan, vol van genade en waarheid. Een God die ons voorgaat en met ons meegaat in leven en sterven. Een God die de weg wijst om ons net als Jozua ooit thuis te brengen in beloofd land. Een God, een kind, dat de wereld draagt.
Dat we mogen gaan, vandaag en in het nieuwe jaar, in zijn vrede, in zijn liefde, in zijn nabijheid. En dat we hem met Simeon en Anna steeds opnieuw mogen herkennen en zegenen. Dit kind, deze mens, Gods liefde. Amen.
Vanmorgen op deze derde kerstdag een korte viering. Op de achtste dag na zijn geboorte wordt Jezus besneden. Zijn ouders gaan met hem naar de tempel om God een offer te brengen, en daar ontmoeten we de oude Simeon en de profetes Anna. Dat verhaal staat centraal.
Derde kerstdag, een gewone en toch extra bijzondere zondag. De zondag is vanouds de dag van Jezus' opstanding. Zo vieren we ook vanmorgen wat we op kerstmorgen, eergisteren, hoorden uit het evangelie van Johannes: het licht scheen in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen. Gods liefde en licht zijn sterker dan de dood.