27 oktober 2013, Protestantse Gemeente Assendelft, Oogstdienst, Dienst van Schrift en Tafel
Gemeente van Jezus Christus,
Mijn zonde als televisiekijker is dat ik mag graag kijken naar de rijdende rechter. Ik vind het een vermakelijk programma. Koot en Bie hadden het niet kunnen verzinnen. Zoals de meeste vermakelijke programma’s, gaat het nergens over. Meester Frank Visser met zijn rolmaat, de heren van het kadaster die stellen dat de schutting tien centimeter te ver van de erfgrens staat en de onmogelijke conflicten daarover tussen buren die elkaar vaak weigeren de hand te schudden. Goed voor de kijkcijfers maar goedbeschouwd uitermate droevig. Want wat hier in het klein gebeurt, gebeurt ook in het groot. En daar is niets vermakelijks aan.
Conflicten los je niet op, zelfs niet bij de NCRV, door te zeggen dat de aarde en haar volheid des Heren koninklijk domein zijn. Toch zou dat een boel ellende kunnen oplossen. Dat besef van de Tora dat de aarde niet ons bezit is, maar dat de aarde ons als erfdeel is gegeven. De aarde is van God. Maar ja, ook onder druk van het christelijke Europa, is de drinkwatervoorziening in Portugal, tegenwoordig in handen van Chinezen die er grof geld voor betaalden en die nu handelen in water. Niets van God die aarde, niets van God dat water om te leven. Handelswaar is het, zoals nagenoeg alles. Die arme Portugezen betalen in sommige delen van hun land de hoogste waterprijs ooit.
Ik moet altijd in de aanloop naar een oogstdienst denken aaneen programma, jaren terug. Overvolle graanschuren op een paar kilometer van de hongerende Sahel. Toen werd aan de eigenaar van die schuren gevraagd hoe dat nu kon: die honger en die overvolle graanschuren. Nou ja, het probleem was – vertelde hij met droge ogen - dat die hongerende bevolking geen koopkracht had. De aarde en haar volheid mogen dan des Heren koninklijk domein zijn, maar onze economische wetten zeggen wat anders en vooralsnog gelden die wetten.
En daarom hebben we rechtvaardige mensen nodig die ons leren om kritisch naar onze werkelijkheid te kijken. We komen in de vlakte van Jisreël. Een zeer vruchtbaar gebied in het Noorddistrict van Palestina waar koning Achab – zijn zomerpaleis heeft, zijn tweede huis. Nu grenst er aan het land van Achab een wijngaard. De wijngaard van Nabot. En Achab wil die hebben.
Het is verre van mij, vanwege de Heer, om u het erfdeel van mijn vaderen te geven. Dat is het enige wat Nabot zegt, in de hele bijbel. Maar in die ene zin vat hij de kern van de hele visie van de Tora op economie samen. De wijngaard, Israël, deze aarde, die zijn als erfdeel gegeven. Die is niet van ons, maar die hebben we geërfd als land van belofte. Daar zullen Israël en de volkeren als broers en zussen samenleven. De wijngaard is beeld van die toekomst. Een gave. Én het is een oefentuin van de gerechtigheid: `openen zult gij, openen uw hand voor uw broer, voor uw bedrukteen voor de arme in uw land.` Geen moestuin met palen eromheen, privébezit met als doel er de maximale winst uit te halen of om geheel naar eigen believen in te richten, maar een van God gegeven wijngaard.
De verspieders hebben ooit al gezien. Ze kwamen terug met grote druiventrossen, gegeven niet gestolen. Zo zal het zijn. En wat over die wijngaard en over Israël gezegd wordt dat geldt de hele aarde. In dat bijzondere verhaal over Nabot en in de verhalen van Israël gaat het over het geheel.
Nu is de valkuil is groot om in een verhaal van 2500 jaar geleden je eigen politieke of godsdienstige voorkeuren te lezen. Maar ik kan er toch niet omheen dat koning Achab niet van gisteren is. Hij is de graaier, begerend wat van zijn naaste is. Die wijngaard van jou, die moet mij tot een moestuin worden want hij is dicht bij mijn huis. Ik zal je een betere wijngaard geven of als je dat liever hebt de prijs in geld. Tja… In de synagoge en in de kerk – dat mag je tenminste hopen – weten ze nog van een betere wijngaard, van een toekomst. Achab die denkt bij een betere wijngaard alleen: betere druiven, meer en betere wijn, grotere winst.
Nabot gaat niet op zijn voorstel in en Achab heeft er de pee in. Als hij weer thuis is vraagt Izebel zoals goede echtelieden betaamt wat er aan de hand is. Schat, is je wapenleverantie niet doorgegaan? Weer gedoe met milieuactivisten? Kelderende aandelen? Stakingen? Nee, lieverd, dat is het allemaal niet. Weet je wat die Nabot gezegd heeft? Ik geef jou mijn wijngaard niet.
En dat is dus precies wat Nabot niet gezegd heeft. Nabot die heeft gezegd dat hij vanwege de Eeuwige het erfdeel van zijn vaderen niet kan geven. Dat is wat anders dan `mijn wijngaard`. Nabot heeft gezegd dat hij de toekomst niet kan verhandelen.
Achab begrijpt dat misschien nog wel. Die is nog opgevoed met Tora. Misschien had hij op de school met de bijbel tussen de regels door nog iets meegekregen over het grote visioen. Maar zijn vrouw, de buitenlandse Isebel, die weet daar natuurlijk niets van. Heeft hij gezegd `mijn wijngaard`? Wat ben je nou voor een koning? Ben jij nou een kerel? No guts no glory. En ze zegt wat God ooit ook tegen Elia zei toen deze profeet erdoorheen zat: Sta op en eet wat. Uw hart zij vol goede moed. Maar hoe anders klinkt het uit haar mond.
De rest is snel verteld. Achab staat erbij en kijkt ernaar. Isebel organiseert een schijnproces. Nabot is God en de koning te na gekomen – dat is bedoeld – hij wordt vals beschuldigd en ter dood veroordeeld. En daarbij krijgt Isebel alle medewerking van het volk en de instemming van Achab die haar het vuile werk laat opknappen. Je schaamt je bijna als je man bent.
Wie weet heeft Achab er ergens toch moeite mee. Had Nabot toch niet een beetje gelijk toen hij zei: het is verre van mij, vanwege de Heer, om u het erfdeel van mijn vaderen te geven. Nu is alles handelswaar. Er zijn zelfs economen die zo geloven in de vrije markt dat ze het jammer vinden dat de zon gratis opkomt en ondergaat. Dat is een heel modern geloof. Onder invloed van de crisis een beetje op z’n retour, maar toch. En Nabot is dood, omdat hij een betere wijngaard voor ogen had.
Maar ja, je kunt met de bijbel ook geen politiek bedrijven want dan moet je zeggen dat de aarde niet van ons is maar van God. Dan is de oogst niet onze economische groei, maar iets dat ons wordt geveven om te delen. Dan zijn we vandaag niet alleen dankbaar voor het dagelijks brood, maar dan moeten we het ook hebben over mensen als Nabot die met de woorden van een klassiek gebed `het brood der smarte eten`.
Het loopt gruwelijk verkeerd af met Achab en Isebel. Profetische geschiedschrijving noemen ze dat. Niet om ons te vertellen wat ons boven het hoofd hangt, maar wat we te doen hebben. `Het is verre van mij, vanwege de Heer, om u het erfdeel van mijn vaderen te geven.` Dat is alles wat Nabot gezegd heeft. Want hij wist van een wijngaard, van de oogst als beeld van God toekomst waar mensen als broers en zussen samenleven. Genoeg voor iedereen. Amen
Drempelgebed
Trouwe God,
Soms dragen we vrucht
Zijn we de mens zoals u hem bedoeld heeft
Maar vaak ook niet.
Dan is ons leven onvruchtbaar
Het leven met elkaar, met onszelf,
Vergeef ons en wijs ons de weg die naar het leven leidt
Dat we vrucht mogen dragen
Voor u, voor onszelf, voor elkaar
Door Jezus Christus onze Heer.
Amen.
Kyriëgebed
God wij roepen u aan
Voor mensen die daar wonen
Waar het land geen vrucht draagt.
Mensen die leven in de dorheid
Van armoede, honger en dorst
Voor mensen die verstoken zijn van wat een mens nodig heeft
Om te kunnen leven.
Daarom bidden en zingen wij
Wij roepen u aan voor een wereld
Waarin de vruchten van de aarde
En van werk zo verschrikkelijk onrechtvaardig verdeeld zijn.
Voor een wereld waarvan de economie
iets wegheeft van een gokspel
dat beslist over leven en dood.
Een wereld zover weg
Van delen, van rechtvaardigheid,
Van leven voor iedereen
Daarom roepen en zingen wij
Wij roepen u aan
Omdat we uitzien naar de oogst
Naar uw koninkrijk
Waar mensen als broers en zussen samenwonen
In liefde en vrede
Waar de een niet leeft ten koste van de ander
Omdat we uitzien naar uw toekomst
Daarom roepen en zingen wij
Zondagsgebed
Trouwe God
U heeft ons de aarde gegeven
Als een wijngaard
Om mens te zijn en vrucht te dragen.
Wees met uw geest in ons midden
Dat we dienstbaar mogen zijn
Aan u en aan elkaar
Dat we mogen leven als mensen van uw toekomst
Amen.
Dankgebed – voorbeden
Wij danken u
Voor uw toekomst
Voor uw belofte
Deze aarde
Een wijngaard gegeven
Omdat u een God van liefde bent
Wij danken u
Voor momenten
Waarop leven vrucht draagt
In liefde, in vriendschap.
In leven dat goed is
Waardevol, menselijk
Leven waarin mensen tot hun recht komen
Wij danken u voor de vruchten van de aarde
Voor de oogst, voor het leven dat u geeft,
Voor de mooie dingen, de schoonheid
Wij bidden u
Voor hen die in hun leven niet of zo weinig oogsten
Ondanks alle inspanning, moeite, verdriet
Mensen die niet mee kunnen
In de druk van iedere dag
In de concurrentie
Bidden we voor mensen
Die ziek zijn naar lichaam of geest
Wij bidden u voor hen
Die slachtoffer worden van de crisis
De armen, de mensen die geen toekomst zien.
De mensen die leven in onzekerheid
Over hun inkomen, hun baan
Wij bidden voor een samenleving en een economie waarin de menselijke maat zoek is
Waarin alles lijkt te gaan om abstracte getallen, om winst en groei.
Bidden we om bevrijding, om nieuwe wegen,
Om een toekomst.
Wij bidden u voor de zieken,
Dichtbij en ver weg
Voor wie zie grote zorgen maken
Voor mensen levend in angst of verdriet
Wilt u nabij zijn en ons horen nu we in stilte bidden wat ons bezighoudt:…….
Door Jezus Christus onze Heer. Amen.