Mattheüs 2, 1-12 (2014)

Zondag 4 januari 2014 - Epifanie- Protestantse Gemeente Assendelft 

Gemeente van Jezus Christus,

Inleiding… 

Het inslaan van een nieuwe weg is niet makkelijk. Dat geldt voor zoveel. Voor mensen afzonderlijk, voor de samenleving. Voortdurend sloegen mensen en volken – vaak na een crisis – nieuwe wegen in om na verloop  van tijd weer dezelfde fouten te maken, dezelfde munitie voor een conflict op te stapelen of afhankelijk te worden van dezelfde verslaving. Er lijkt wereldwijd geen sprake van vooruitgang. Alhoewel. Komend jaar vieren we zeventig jaar bevrijding. Generaties zijn in een groot deel van Europa groot opgegroeid zonder gewapend conflict. Maar verder: nog genoeg onopgeloste en hardnekkig conflicten, een aanhoudende stroom mensen op de vlucht voor ellende in de hoop op een menswaardiger bestaan, een dodelijke economische wereldorde met een ten hemel schreiende kloof tussen rijke mensen en arme mensen tot gevolg, een voortgaande aantasting van het leefmilieu, onverdraagzaamheid, moslim extremisme opgekomen na westerse bemoeizucht.

Kunnen we werkelijk een nieuwe weg inslaan of loopt de weg die we gaan dood? En wie weet de goede richting? Om het met een oudejaarsliedje  van Wim Kan te zeggen: `Weet u al een beetje wat en hoe, waar gaan we in het nieuwe jaar naartoe?` Iemand die ook niet wist waar we naartoe gaan was Mieke Telkamp: `Waarheen leidt de weg die wij moeten gaan? Waarvoor zijn wij op aard, wie weet wat er is achter ster en maan, hoelang duurt de nacht?` Diepzinnige vragen, maar je komt er niet van uit je stoel. Ik bleef hangen bij het `Wie weet wat er is achter ster en maan?` Ik zou zeggen: zwarte gaten die ons iets vertellen over de oorsprong van het heelal en over de oerknal. Maar om nu te zeggen dat dat ons leven richting geeft…

Volgens de bijbel is er niets achter zon en maan. Er zit volgens de heilige boeken wel Iemand achter en dat is de God van Israël. Eigenhandig heeft hij zon, maan en sterren als spaarlampjes aan het hemelgewelf geplaatst om dag en nacht te onderscheiden en om de weg te wijzen. Drie magiërs kijken naar de hemel en stellen misschien hun vragen - Wat is er achter ster en maan? wat staat er over mijn leven in de sterren? – maar ze komen niet verder. Ze blijven waar ze zitten. De magiërs zijn - net als wij - heidenen, geen kinderen van Abraham. Ze weten niets van een vreemde stem die zegt dat je moet gaan naar een land dat de Heer zal laten zien, ze weten niets van vreemdeling zijn.  Hun leven staat in de sterren en ze denken misschien: `zo is het nu eenmaal, dat is je lot.` En dat rijm ongelukkigerwijs op God waardoor je bijna zou denken dat God en noodlot hetzelfde zijn.

De traditie spreekt ook wel van drie wijzen, maar dat zijn het niet. Ze zijn net zo wijs en onwijs als wij hier met elkaar. Nee, die drie uit het Oosten waren magiërs, sterrenkijkers. En volgens de traditie – niet volgens de bijbel – waren het er drie om de doodeenvoudige reden dat ze drie cadeautjes bij zich hadden: goud, wierrook en mirre. Mirre omdat bij de geboorte van het kind almeteen duidelijk was dat hij het niet lang zou maken, dus hij kon de mirre voor zijn begrafenis beter in de buurt hebben. Dan kon hij gezalfd worden.En volgens dezelfde traditie kwamen de drie magiërs uit de drie in de tijd van de bijbel bekende werelddelen: Europa, Azië en Afrika. Een mondiale, een wereldwijde, beweging van zwarten en witten.

Drie heidenen dus die van god noch gebod wisten en hun bestemming lazen in de sterren zoals wij die lezen in de groeicijfers van onze economie, in bladen als `Psychologie`, `Zin` en `Happinez` en in wijze en minder wijze spreuken op scheurkalenders en internet. Je moet je leven toch op één of andere manier zin geven – maar kan het ook wat meer wezen, of wat anders?  Want we komen er zo niet uit. Het is naar is naar mijn idee niet toekomstbestendig. Het overleeft de crisis niet. Kan er nu niet iets gebeuren? Iets waardoor we verder gaan kijken, daarop durven vertrouwen en op weg gaan? 

Ik heb de indruk dat de bijbel daarover gaat. Over wat echt anders is en wat in mijn heidense hoofd nooit was opgekomen. Ik staar mij blind maar ineens komt een ster in beweging. Ik moet van ver komen maar de roep is sterk en niet te weerstaan. Er is een koning geboren. Dus die magiërs gaan op weg en komen uiteindelijk ondanks de terreur van koning Herodes aan bij het kind. Bij de ware koning.Ik wil blijven geloven dat er wat anders te vertellen is dan wat in de sterren staat, of in de donkerste de prognoses. Ik wil blijven geloven dat er een tegenverhaal is dat dwars ingaat tegen alle verschrikkingen waarover we dagelijks horen en lezen.

En dat hebben die magiërs mogen ontdekken, en dat lijkt me genade. Dat je altijd door hetzelfde kijkertje kijkt totdat je door de sterren de hemel niet meer ziet, en dat er dan ineens een licht opgaat. Ik mag dan verdwaald zijn, wij mogen dan verdwaald zijn in een verschrikkelijk geschiedenis. Je mag dan verdwaald zijn in je ziektes, in je geloof, in je relaties, in je egoïsme, je verslavingen en je cynisme…maar ineens heb je een ster gezien. Of je hebt ervan gehoord. En je loopt niet zelf, maar je wordt in beweging gebracht. Ineens blijkt er een andere weg, een uitweg. Niet dat je ’m gelijk vindt, niet dat je niet steeds opnieuw verdwaald, niet dat je nu altijd weet waar je het zoeken moet. Maar ergens weet je: die weg is er. Volgens het verhaal van Johannes heeft Jezus van zichzelf gezegd dat Hij die weg is, de waarheid en het leven. En hij heeft er meteen met zijn eigen leven bij verteld dat die weg niet doodloopt.

Vertrouwend op die weg mogen we onze weg gaan, met verdwalen en thuiskomen, met zoeken en vinden. In Jezus’ naam, de weg de waarheid en het leven, alle dagen van het nieuwe jaar. Amen.