Leviticus 23, 39-43 & Deuteronomium 16, 13-17

Zondag 4 oktober 2015, Israëlzondag, Protestantse Gemeente Assendelft

Gemeente van Jezus Christus,

In de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland staat dat de kerk onopgeefbaar verbonden is met het volk Israël. Dat komt in de eerste plaats omdat Jezus een Jood was die je niet los kunt maken van zijn Joodse achtergrond. In de tweede plaats is de kerk met Israël verbonden door een eeuwenlange geschiedenis van Christelijk antisemitisme. Belangrijk hierin was de zogenoemde vervangingstheologie, die stelde: de kerk is in de plaats gekomen van Gods volk, de doop is gekomen in de plaats van de belijdenis. God heeft zijn volk opgegeven. Door de zonde van christelijk antisemitisme heeft de kerk mede-schuld aan die lange geschiedenis van vervolgingen, pogroms, met als dieptepunt de vernietiging van zes miljoen Joden door de Nazi’s.

Dus we kunnen niet om Israël heen. Vanwege Jezus die Jood is en vanwege historische schuld. Omgekeerd wel. Joden waren zonder het christendom de eeuwen door wellicht beter af geweest, dus dat ze niet altijd zitten te wachten op een dialoog met ons, dat snap ik wel. Maar de kerk zonder verbondenheid met het Joodse volk, dat kan niet.

Toch heb ik tot nu toe nooit wat aan Israëlzondag gedaan. Je kunt het niet hebben over het Joodse volk zonder het ook te hebben over de staat Israël. Die hoort bij de Joodse identiteit. En met dat je het hebt over de staat Israël heb je het ook over de Palestijnen en de traumatische ervaringen die zij de afgelopen zeventig jaar hebben opgedaan.

Het ene onrecht mag niet zwaarder wegen dan het andere onrecht, de joodse traan niet uitgespeeld worden tegen de Palestijnse traan. De kerk zoekt daar een weg in. Ze is onopgeefbaar verbonden met het Joodse volk, maar ze weet zich ook geroepen tot de dienst van de gerechtigheid. Vanuit haar geschiedenis kan en mag ze Israël niet met Israëls eigen profeten de les lezen- dat heeft ze nooit gekund en gemogen - maar ze mag ook haar ogen niet sluiten voor het lot van de Palestijnen.

En om het nog ingewikkelder te maken: christenen in Nederland kijken onderling anders naar de staat Israël. Grof gezegd zijn er twee stromingen.

De ene stroming zegt: we zijn verbonden met het Joodse volk en de staat Israël hoort bij de identiteit van dat volk. Maar het is een staat als alle andere staten, gehouden aan het internationaal recht. Er zal een politieke oplossing moeten komen. We ondersteunen de ontmoeting en het gesprek tussen Joden en Palestijnen. Er is pijn, haat, angst en er zijn slachtoffers aan beide kanten (lijn PKN).

De andere stroming, christen-zionisten, ziet in de staat Israël en de migratie van Joden naar die staat de vervulling van een Bijbelse belofte over de terugkeer naar het land. Ze ziet daarin Gods hand in de geschiedenis, soms bijna aanwijsbaar.

De twee stromingen bestaan ook in onze gemeente. De één zou bij het avondmaal het liefst Israëlische wijn schenken, de ander zou in reactie daarop liever kiezen voor Palestijnse wijn. Nog een ander kiest liever gewoon voor een wijn met een `fair trade` keurmerk. Nog een ander vraagt zich misschien waar je je druk over zou maken. Het hangt ervan af hoe je kijkt.

Toen ik deze preek voorlegde aan een rabbijn kreeg ik onder andere als antwoord: De houding van kerkleden voor of tegen Israël, lastig. Ik heb wel eens het gevoel dat mensen alle problemen op de wereld versimpelen tot alleen het Israëlisch-Palestijnse conflict.

Maar toch, gelukkig, Israëlzondag. Vanwege de onopgeefbare verbondenheid met het Joodse volk. Vanmorgen ligt het voor de hand aan te sluiten bij het feest dat religieuze Joden deze dagen vieren. Het loofhuttenfeest. Het is naast het Joodse Pasen en het Wekenfeest het derde feest waarvoor de pelgrims vroeger naar Jeruzalem gingen.

Het Joodse Nieuwjaar, de verjaardag van de wereld, is net gevierd. Daarna volgden de tien dagen van inkeer en omkeer. Tien dagen om te doen wat mensen kunnen doen: fouten herstellen, iets goed maken met hun naasten, spreken met iemand, met wie ze al in geen maanden meer spreken. En op die tien dagen volgde Grote Verzoendag, Jom Kippoer, de belangrijkste dag in het Joodse jaar. De belangrijkste Sabbat. Er wordt vierentwintig uur gevast. Met vasten en bidden wordt de Heer gevraagd de zonden te willen verzoenen. En als dat feest afgelopen is dan begint de bouw van de loofhut, de Soeka, voor het Loofhuttenfeest, Soekot, vijf dagen later.

`Zeven dagen moet u in de loofhutten wonen. Alle ingezetenen van Israël moeten in loofhutten wonen, zodat de generaties na u weten dat Ik de Israëlieten in loofhutten liet wonen, toen Ik hen uit het land Egypte geleid heb. Ik ben de HEERE, uw God.` Een uitbundig oogstfeest. De derde oogst is binnen, je schaapjes zijn op het droge, je bankrekening is gevuld, en dan zou een Jood misschien net achterover willen leunen in een makkelijke stoel, maar op dat moment klinkt de opdracht: ga in een gammel hutje, met een dakje van riet, waar je de sterren doorheen kunt zien. Want je leeft niet bij de gratie van je bankrekening of je volle vriezer. Je leeft onder Gods bescherming zoals in de woestijn.

De mens is onderweg naar beloofd land. Maar nu is het nog woestijn en daarin gaat Israël, gaat de mens, zijn weg met God. De loofhut is niet dicht van boven. De takken bieden wel schaduw, maar ’s nachts kun je het hemelgewelf zien. We leven onder God beschutting. Open naar de hemel vanwaar het nieuwe Jeruzalem zal neerdalen. De loofhut is een tijdelijke woning is, net als tijdens de woestijntocht. De mens heeft geen vaste woonplaats. Veel mensen voelen zich nu bedreigd door de komst van veel vluchtelingen. Voel ik me straks nog wel thuis in mijn eigen dorp, in mijn eigen woning? Helpt het misschien te weten dat je onderweg bent, niet geroepen om gesetteld burger te zijn? Helpt dat Joodse Loofhuttenfeest je om dichter te staan bij de mensen die geen dak boven hun hoofd hebben, die hun huis hebben achtergelaten op weg naar veiligheid en beschutting?

Nu is het loofhuttenfeest een heel dubbel feest. Het is een feest van uitbundige blijdschap maar die wordt gecombineerd met het leven in die wankele loofhut die zomaar kan omwaaien. Het is een kostbaar beeld. De blijdschap om het leven, het leren hopen en vertrouwen, maar daarnaast ook het besef van kwetsbaarheid.

Ik leer graag van de Joodse traditie. Niet allen vanwege die onopgeefbare verbondenheid, maar ook vanwege diepe wijsheid. Daarom tot slot een paar woorden van de rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente in Rotterdam, Albert Ringer: ‘Het is voor ons misschien niet makkelijk meer om te spreken over Godvrezendheid of over de Eeuwige dienen met een blij hart. Maar een manier om een vol Joods leven te leiden is om van alle dagen in het jaar een beetje Jom Kippoer en een beetje Soekot te maken, bij alles dat wij doen stil te staan bij de ethische consequentie van ons handelen en bij de vraag hoe wij kunnen toevoegen aan geluk en blijdschap. Dan is het altijd de “eerste dag”.’

Daar kunnen we van leren: bij wat je doet vragen wat de consequenties zijn, is het `het goede handelen` en kan je bijdragen aan geluk en blijdschap. Een hoge roeping voor hier beneden.

Amen.

Bronnen:

Dick Boer, Onopgeefbaar verbonden en verzoening (verschenen in Kerk & Israël onderweg)

Dick Boer, Onopgeefbaar verbonden en verzoening

Th. Naastepad, van Horen Zeggen

Edward van Voolen, Joods leven thuis en in de synagoge

De Vries, Joodse Riten en Symbolen

Website Liberaal Joodse Gemeente Rotterdam http://www.ljgrotterdam.nl/

Handreiking Israëlzondag 2015: Woorden van leven, bronnen van vreugde (PKN)

Met dank aan Rabbijn Albert Ringer die zo aardig was om mee te willen lezen.