Daniël 4

Zondag 20 augustus,Protestantse Gemeenten Broek in Waterland/Zuiderwoude

Gemeente van Jezus Christus

Er zijn bijbelboeken die in onze leesroosters weinig aan de orde komen. Een van die boeken is het boek Daniël. Het is geschreven in de tweede eeuw voor Christus, maar het verhaal speelt drie eeuwen eerder in de tijd van de Babylonische ballingschap.

Hoofdpersoon is een zekere Daniël, een Joodse balling aan het hof van koning Nebukadnezar. In die verhalen over Daniël herkenden de hoorders hun eigen tijd. Nebukadnezar is van alle tijden. In de tijd waarin het boek Daniël geschreven werd moest men bij Nebukadnezar ongetwijfeld denken aan Syrische heerser Antiochus IV Epiphanes, die het gezag voerde over Palestina. Zijn naam – Epiphanes – betekent de doorluchtige, de verhevene, de verschenene.  Antiochus dus, die als een god verschenen was. Grappenmakers noemden hem ook wel Antiochus Epimanes. Dat scheelt maar een paar letters, maar dat betekent, Antiochus de waanzinnige. Hij stond bekend als eigenzinnig, praalziek, ijdel overmoedig en onberekenbaar. Joden hadden een verschrikkelijke hekel aan hem, niet in de laatste plaats omdat hij de tempel in Jeruzalem ontwijd had. Antiochus had in die tempel namelijk een levensgroot beeld laten plaatsen van de Baäl der Hemelen, de Syrische versie van de Griekse God Zeus. Hij wilde dat iedereen in zijn rijk dezelfde goden aanbad.

Één staatsgodsdienst is namelijk goed voor de eenheid van het rijk. Bovendien had de God van Israël de Naam een bevrijder te zijn, een God van gerechtigheid en vrede. Geen God dus waar je als despoot op zit te wachten.

Het boek Daniël is net als bijvoorbeeld het boek Openbaring verzetsliteratuur. Het is geschreven tegen Antiochus Epiphanes. Het boek lijkt te gaan over Nebukadnezar, maar het gaat over hem. En de bange vraag van de Joodse opstandelingen is of deze Nebukadnezar, of deze Antiochus, het redt. . En heel algemeen gesteld gaat het om de vraag van alle tijden: wie heeft het in de geschiedenis voor het zeggen. Wie schrijft te geschiedenis? Nebukadnezar, Antiochus Epiphanes, president Maduro, Trump Kim Jong-un, de machten die als goden heersen, of toch iemand anders? Iemand die we in de kerk God noemen, of de Eeuwige, of ik zal er zijn zoals ik er zijn zal. Die God die niet vast te leggen is, in geen beeld te vangen. Het gaat dus om de machtsvraag en in die machtsvraag gaat het om leven en dood, toekomst of geen toekomst.

Hoofdstuk 4, te lang om helemaal voor te lezen, heeft de vorm van een brief. Die brief begint zo: 1Koning​ Nebukadnezar aan alle volken, natiën en talen die op de hele aarde wonen: Moge uw ​vrede​ toenemen. 2Het behaagt mij de tekenen en wonderen die de allerhoogste God aan mij gedaan heeft, te kennen te geven. Maar déze brief bevat geen decreet, geen bevel, geen grootspraak of zelfverheffing zoals je bij een despoot als Nebukadnezar zou verwachten, maar zelfverlaging. De koning blijkt een messiaanse figuur. Hij is een koning die – zoals Tom Naastepad schrijft – zijn koningschap al uit handen heeft gegeven aan de koning der koningen. De enige parallel van een koning die zichzelf in een geschrift verlaagt is koning David in de psalmen. Buiten de bijbel kom je het niet tegen. De taal van Nebukadnezar is gelijk aan die van David: 3Hoe groot zijn Zijn tekenen en hoe machtig Zijn wonderen! Zijn Koninkrijk is een eeuwig Koninkrijk en Zijn heerschappij is van generatie op generatie. Nee, niet de taal van een despoot, maar de taal van het geloof.

 

Het is een eerlijke brief waarin Nebukadnezar vertelt over zijn droom. Ik zag een boom in het midden van de aarde, een reusachtige boom, wiens top tot in de hemel reikte. Je kon die boom tot aan de einden van de aarde zien. Mooi was zijn lover, overvloedig zijn vrucht, er was spijze voor iedereen. De dieren des velds vonden er schaduw, de vogelen des hemels nestelden in zijn takken, al wat leeft werd door die boom gevoed. Dat alles aanschouwde ik, dromend op mijn legerstede, tot ik plotseling een engel zag neerdalen uit de hoge. Hak die boom om riep die engel met luide stem, kap zijn takken, stroop het loof eraf en verstrooi zijn vruchten. Verjaag de dieren die er onder schuilen, verdrijf de vogels uit zijn takken. Dit was mijn droom.`

 

Natuurlijk is er in heel Babylon geen wijze te vinden die die droom wil uitleggen. Majesteit, die boom uit die droom dat bent u. Uw koningschap biedt inderdaad schaduw en beschutting en voedsel, maar ze moet wel als een boom geveld worden. Want er is één groot probleem en dat is uw grootheidswaan. Dat `Nebukadnezar` en dat `make Babylon great again`. Het is u majesteit niet te doen om gerechtigheid. Een dodelijke aanval van racisten is voor u net zo erg als een betoging voor gerechtigheid…En daarom overleeft dat koningschap van u niet. Al wat hoog staat aangeschreven, zal Gods woord niet overleven.

 

Er is niemand die dat durft te zeggen. Of ze durven het niet of ze zijn zelf partijideoloog. Alleen Daniël, die Joodse balling, die heeft het lef de droom te duiden. Die kinderen van Jacob, ze staan erom bekend. Ze leven van andere dromen en weten van koningen die tot zegen zijn. Ze geloven niet in bomen die tot aan de hemel groeien, zoals onze economie met haar groei tot in het oneindige – alsof dat zou kunnen, alsof zo’n boom niet vroeg of laat zou sterven – maar ze geloven in mensen geplant aan levend water, die vrucht geven op hun tijd. En door dat geloof gevoed legt Daniël de droom uit: Majesteit, bekeer je maar. Dit woord wil deze wereld omgekeerd. Doe je ongerechtigheid te niet en doe recht aan de armen en verdrukten. En weiger een moeder zonder haar twee minderjarige kinderen uit te zetten.

 

Maar Nebukadnezar is er niet aan toe. En hij niet alleen. Het is niet zo makkelijk om je te bekeren. Er staan wetten van Meden en Perzen in de weg. De dingen gaan zoals ze gaan. De bange vraag is of het wel kan: bekering. Een paar maanden later loopt Nebukadnezar op het dak en zegt hij: Is dit niet het grote Babel, dat ik als een huis voor het koninkrijk gebouwd heb, door mijn sterke macht en ter ere van mijn majesteit?

 

En dan neemt God het koningschap van hem af. Hij eet gras als de runderen, zijn haar wordt zo lang als de veren van arenden en zijn nagels zo lang als die van vogels. Het plaatje kan zo als cartoon in de krant. Nebukadnezar, Antiochus de waanzinnige, verstoten uit de mensenwereld.  Ach, dierenliefhebbers bedienen zich nog wel eens van de cliché dat je beter met dieren te maken kunt hebben dan met mensen omdat dieren alleen doden om te overleven. Misschien hebben ze gelijk, maar het is de bijbel om de humaniteit te doen. Ze wil het moreel hooghouden in iedere tijd. We hebben spotprenten, kerken, verhalen en nog zoveel meer nodig om de goede droom te kunnen blijven dromen. Om de geschiedenis niet uit handen te geven aan cynici, racisten, aan machthebbers omwille van de macht.

 

Eind goed al goed. Nebukadnezar krijgt zijn verstand terug en zijn koningschap. Maar hij weet nu van een andere koning. Die Éne is koning, hij regeert altijd. Hij die verlaagt wie in hoogmoed wandelen.

 

Het is een oude droom. Een oude waarheid, zo waar deze God koning is: dat wat niet goed is wordt geveld, en mensen worden mensen. Laten we die droom koesteren en daaruit leven. Amen.

 

Eind goed al goed. Nebukadnezar krijgt zijn verstand terug en zijn koningschap. Maar hij weet nu van een andere koning. Die Éne is koning, hij regeert altijd. Hij die verlaagt wie in hoogmoed wandelen.

 

Het is een oude droom. Een oude waarheid, zo waar deze God koning is: dat wat niet goed is wordt geveld, en mensen worden mensen. Laten we die droom koesteren en daaruit leven. Amen.

 

Eind goed al goed. Nebukadnezar krijgt zijn verstand terug en zijn koningschap. Maar hij weet nu van een andere koning. Die Éne is koning, hij regeert altijd. Hij die verlaagt wie in hoogmoed wandelen.

 

Het is een oude droom. Een oude waarheid, zo waar deze God koning is: dat wat niet goed is wordt geveld, en mensen worden mensen. Laten we die droom koesteren en daaruit leven. Amen.

 

Eind goed al goed. Nebukadnezar krijgt zijn verstand terug en zijn koningschap. Maar hij weet nu van een andere koning. Die Éne is koning, hij regeert altijd. Hij die verlaagt wie in hoogmoed wandelen.

 

Het is een oude droom. Een oude waarheid, zo waar deze God koning is: dat wat niet goed is wordt geveld, en mensen worden mensen. Laten we die droom koesteren en daaruit leven. Amen.

 

Eind goed al goed. Nebukadnezar krijgt zijn verstand terug en zijn koningschap. Maar hij weet nu van een andere koning. Die Éne is koning, hij regeert altijd. Hij die verlaagt wie in hoogmoed wandelen.

 

Het is een oude droom. Een oude waarheid, zo waar deze God koning is: dat wat niet goed is wordt geveld, en mensen worden mensen. Laten we die droom koesteren en daaruit leven. Amen.

 

Eind goed al goed. Nebukadnezar krijgt zijn verstand terug en zijn koningschap. Maar hij weet nu van een andere koning. Die Éne is koning, hij regeert altijd. Hij die verlaagt wie in hoogmoed wandelen.

 

Het is een oude droom. Een oude waarheid, zo waar deze God koning is: dat wat niet goed is wordt geveld, en mensen worden mensen. Laten we die droom koesteren en daaruit leven. Amen.

Liturgie:

Welkom

Zingen:  Psalm 1: 1 en 2 – staande

Votum en groet – staande

Kyrië en gloria

Glorialied: lied 158b

Inleiding op de lezing

Zondagsgebed

Lezing Daniël 4, 19-33

Lied 1001

Lezing Daniël 4, 34-37

Lied 338b

Uitleg en verkondiging

Zingen: Lied 994

Dankgebed- voorbeden- stil gebed - Onze Vader

Inzameling van de geven

Zingen: Lied 755

Zegen

G: AMEN