Zondag 20 december 2015, 4e adventszondag, Protestantse Gemeente Assendelft
Gemeente van Jezus Christus,
De woorden die spreekt bij de besnijdenis van zijn zoon Johannes zijn bekend geworden als de lofzang van Zacharias, ook bekend als het Benedictus. Het is een vast onderdeel van de ochtendliturgie in kloosters over de hele wereld.
Bijbelwetenschappers gaan ervan uit dat het een bestaande psalm was die de evangelist Lucas Zacharias in de mond heeft gelegd. Maar mooier vind ik de gedachte dat Zacharias die psalm zelf gemaakt heeft. Hij heeft negen maanden niet kunnen spreken omdat hij niet geloofde dat hij vader zou worden. Misschien heeft hij die tijd zinvol gebruikt en heeft hij zijn bijbel nog eens doorgenomen. Dat wil zeggen, die boeken die bij ons het zogenoemde oude testament vormen. En toen heeft Zacharia die psalm gemaakt. Boordevol zinnen uit en verwijzingen naar die heilige boeken van Israël. Want, zo moet hij gedacht hebben, als die engel gelijk heeft gehad en Johannes wordt geboren dan heeft dat alles te maken met dat verhaal van God met Israël. Dan heeft dat te maken met Abraham en met koning David. Dan heeft dat te maken met God die naar zijn volk omzag toen het slaaf was in Egypte. En dat wil ik dan duidelijk maken. Ik zal een psalm ten beste geven. Zo mooi dat ze het over 2000 jaar nog zingen. Zo is het niet gegaan, maar de gedachte is mooi. En zoals zoveel mooie gedachten, niet onwaar. Johannes is een profeet. Net als de profeten voor hem zal hij niet naar zichzelf wijzen, maar van zich af. Naar de Eeuwige en zijn geboden. Keer je om zal hij roepen. Bekeer je. Er komen andere tijden. Want God ziet naar om naar Israël en in Israël naar alle volkeren op aarde. Dat heeft hij altijd gedaan en dat doet hij nu ook. Johannes zal van zich afwijzen naar Jezus. Die mens zoals God ‘m bedoeld heeft, God in ons midden. In hem zal het gebeuren: de weg van vrede, verlossing, bevrijding. Daarover zingt Zacharias in zijn lied.
Hij zingt het lied pas acht dagen na Johannes geboorte. Als Joodse jongen wordt Johannes op de achtste dag besneden. Tot die dag kun je nog denken dat het kind van jou is, dat je het te danken hebt aan jouw eigen vruchtbaarheid, maar die besnijdenis die herinnert je eraan dat dat kind van God is, kind van het verbond van God en Israël. Een Joodse man wordt er dagelijks aan herinnert dat hij het niet van zijn eigen potentie en van zijn eigen vruchtbaarheid moet hebben. Nou ja, denken de buren en de mensen eromheen, het mag dan een kind van God wezen maar hij moet wel dezelfde naam hebben als zijn vader. Die moet er toch een beetje z’n stempel opdrukken. Maar nee, het kind moet Johannes heten. Elizabeth zegt het, en Zacharias is het ermee eens. Johannes is zijn naam. En de naam zegt in de bijbel wie je bent. Johannes: de Heer is genadig. In dit kind zie je de goedheid van de Heer. Alles wat hij doet, omdat Hij God met ons wil zijn, omdat hij van mensen houdt.
En pas als die naam geklonken heeft en opgeschreven is, dan kan Zacharia weer spreken. Alsof alle spreken zinloos zou wezen als de Heer niet genadig was. En misschien is dat ook wel zo. Al die preken, al die liederen, al die gebeden…. Als schellend koper, een hels lawaai, als deze God geen liefde was en zijn genade ons genoeg.
Van die God geeft Zacharias hoog op. En toch is er ook die tegenstem die zegt: ja, heel mooi gezegd en gezongen, van genade en liefde en wat niet allemaal voor moois – en vanavond en straks met kerstmis gaan we nog veel verder - maar een paar bladzijden verder komt diezelfde Johannes wel in de gevangenis en wordt die onthoofd (zo’n verschrikkelijke praktijk die mensen maar niet af kunnen leren). En dan zing je wel een toontje lager of zing je helemaal niet meer. Als we straks dus zingen ‘Davids Zoon lang verwacht’ dan kan dat niet betekenen dat we niets meer te verwachten hebben. Dan gaat dat verwachten gewoon door….die miljoenen eens zaligen zal. Eens, dus niet vandaag en ook niet met kerstmis. Daar moet het op uitlopen, dat is de richting. Maar zover is het nog lang niet, het lijkt er niet eens op. Die weg van de vrede waar Zacharias het over heeft, en straks die engelenzang, die vloeken met wat er in de wereld gebeurt. Of beter gezegd, de wereld vloekt, met wat de hemel bedoeld heeft. Nou ja, dat hoor je ook ieder jaar met kerstmis. Dat weten we zo langzamerhand wel. Maar het vreemde is dat we toch weer naar de kerk komen en dat we het toch weer moeten horen. En dat je, als je er dan toch bent, toch ook maar meezingt met Zacharias en straks met die engelen.
Er is dit jaar iets bijzonders aan de hand. Niet wereldschokkend, maar wel bijzonder. De Top 2000 lijst werd jarenlang aangevoerd door Bohemian Rhapsody van Queen of door Hotel Calefornia van de Eagles. Prachtige nummer, vind ik ook. Maar na de aanslagen in Parijs speelde een man in Parijs op een piano het lied ‘Imagine’ van John Lennon. Vrij vertaald: ‘Stel je voor alle mensen die dan in vrede leven. Stel je voor geen honger. Niets om voor te doden en niets om voor te sterven, en ook geen religie.’ Ik versta religie hier als het heilig verklaren van wat niet heilig is met alle verschrikkelijke gevolgen. ‘Je kunt zeggen dat ik een dromer ben, maar ik ben niet de enige. Ik hoop dat je op een dag met ons meedoet, en de wereld één zal zijn.’
En nu is er dus een actie aan de gang om dat lied ‘Imagine’ op nummer één te krijgen. Ik vind dat mooi. Ik denk dat we niet zonder zulke liedjes kunnen. Over de wereld die één zal zijn, over de weg van de vrede, over de liefde. Niet zonder de verwachting.
Zacharias heeft het beleefd, die nieuwe wereld. Hij heeft het gezien in Johannes, de wegbereider des Heren. En hij heeft het stem gegeven. En de engelen die die hebben het gezien en zongen erover. En in de kerk zingen we het mee. Het lied van protest, het lied van vervulling, het lied van verwachting. Het lied is ons door Johannes en vele anderen, het lied is ons door God zelf in de mond gelegd. En dat zingen, dat verwachten en hopen, dat moeten we maar blijven doen. De wereld kan niet zonder… Door hem die wij verwachten, zijn koninkrijk, zijn kracht, zijn heerlijkheid. Die mens onder ons en in ons. Eens en voorgoed. Amen