Zondag 22 april 2018, Protestantse Gemeenten Broek in Waterland/Zuiderwoude/Edam, `Jubilate`
Ik heb nog andere schapen, die niet van deze schaapskooi zijn; ook die moet Ik binnenbrengen, en zij zullen Mijn stem horen en het zal worden één kudde en één Herder.
Gemeente van Jezus Christus,
Eén kudde, één herder. Daar lijkt het Jezus om te gaan. De christelijke kerk heeft het ter harte genomen. Jezus is de Goede Herder en de hele oecumene, de hele bewoonde wereld, moest zijn kudde worden. Goedschik of kwaadschiks, want buiten de kerk was geen heil. En had Jezus niet zelf gezegd: maak alle volken tot mijn leerlingen?
Het gaf waarschijnlijk ook wel een goed gevoel. Horen bij die éne kudde van die éne herder. Je wist wel dat er andere schapen waren – van andere kuddes – maar die hadden het niet goed begrepen, of die waren nog niet zover. Tot nog niet zo lang geleden hadden we in Nederland verschillende kuddes met ieder een eigen gelijk. Een protestantse kudde, een rooms katholieke, een socialistische en een liberale kudde. Tot in de jaren zestig werden er grote kerken gebouwd met namen als `De goede herder kerk` of `de schaapskooi`, en ze zaten nog vol ook.
Maar de eenheid van de kudde en het geloof in die ene herder werd minder. De Goede Herder kerken begonnen langzaam leeg te lopen. De samenleving werd vrijer en individualistischer. Maar soms is het selfie toch te weinig en zoeken mensen een kudde of een herder. Misschien stemmen mensen wel op Wilders en Baudet omdat zij appelleren nog aan dat verlangen om bij een kudde te horen. Een kudde met een eigen identiteit en een eigen vlag. Een duidelijk wij van gewone Nederlanders tegenover een vreemd zij.
Heel kort door de bocht zijn we vanmorgen – denk ik – ongeveer daar. Het zit in onze natuur om bij een kudde te willen horen, een gezin, een wij, een veilig thuis. Maar hoe geef je daar gehoor aan en hoe doe je dat zonder anderen uit te sluiten? Ik heb nog andere schapen die niet van deze schaapskooi zijn, ook die moet ik binnenbrengen. Jezus is niet alleen gekomen voor wie hem vertrouwd zijn, maar ook voor de buitenstaanders. Schapen van een andere kudde met een andere waarheid en andere gewoonten. Schapen ook waar je misschien niet op zit te wachten. Je eenzame buurman, een beetje een zeur, lang van stof. Het migrantengezin. Maar tegelijkertijd ben je zelf soms ook die buitenstaander die niet bij de kudde hoort. Je hoort er niet meer bij, je wordt niet uitgenodigd voor het etentje met vrienden, je bent boventallig, je wordt bij gymnastiek als laatste gekozen om vervolgens je team aan een nederlaag te helpen.
Maar je wil erbij horen. Je hebt behoefte aan een kudde en een herder die de weg wijst en die weet waar we naartoe moeten. Eén die zorgt dat het goedkomt. Niet voor niets staat psalm 23 in negen berijmingen en een gedicht het liedboek.
Maar dan wel een kudde en wel een herder die de ander niet uitsluit. Geen wij tegenover een zij, maar een echte gemeenschap van mensen met al hun verschillen. Ik heb nog andere schapen, die niet van deze schaapskooi zijn; ook die moet Ik binnenbrengen.
Zo’n herder. In de loop van de tijd was `herder` een aanduiding geworden voor God. Abraham, Jacob, Mozes, de koningen Saul en David. Ze waren allemaal aan het herderen toen God hen riep. Zoals ze een herder waren voor hun vee, zo moesten ze ook een herder zijn voor mensen. Herder ondanks zichzelf, ondanks hun menselijk tekort, ondanks hun donkere kant. Ook in het Nieuwe Testament gebeurt dat. Petrus die Jezus verloochend heeft, zei hem niet te kennen, wordt geroepen om Jezus’ schapen te weiden.
Maar uiteindelijk is er één herder, en dat is de Eeuwige. En hij is niet alleen mijn herder - daar is die te veel God voor, maar herder van allen, ook van hen die op het oog niet van de kudde zijn.
Als Jezus zichzelf `de goede Herder` noemt, dan zegt hij het kind bij uitstek van díe God te zijn.
Die zijn kudde uitleidt uit Egypte naar de grazige weiden van beloofd land, naar de overvloed van Gods toekomst waar we elkaar niet meer zullen ontbreken. Een goede herder die er nooit alleen is geweest voor een gesloten in zichzelf gekeerde kudde, maar die altijd alle volken voor ogen heeft gehad. Een herder ook die de herders van onze wereld te kijk zet. Met hem vergeleken zijn het geen herders. Zie ze toch. Ze brengen hun eigen volk in ballingschap, ze weiden allen zichzelf. Het volk als stemvee, dat je desnoods bestookt met chemische wapens, het volk dat je van alles wijs kunt maken omdat het ook niet meer weet hoe het verder moet. Zie ze toch, de schapen zonder herder, de valse herders, de uiteengedreven en de in zichzelf opgesloten kuddes. Ik ben de Goede Herder zegt Jezus…
De kerkelijke gemeente rond de Goede Herder kerk was sterk verouderd. Ze kon niet anders dan samengaan met een andere gemeente elders in de stad. Nu stond het kerkgebouw al een tijd leeg. Het verpauperde. Het beeld op de gevel – de goede herder met het schaap op zijn rug – was vervuild door de uitwerpselen van de duiven die zich op Jezus’ hoofd hadden genesteld. De muren zaten onder de graffiti, sommige ramen waren ingegooid. Soms liep een oude man die er zijn leven lang gekerkt erlangs. Zijn al sinds haar achttiende buitenkerkelijke dochter was er lang geleden gedoopt, zijn vrouw was uit die kerk begraven. Hij bleef altijd even op het plein voor de kerk staan en dacht dan aan de tijd dat hier een bloeiende gemeente samenkwam. Hele volksstammen kwamen toen – het was midden jaren zestig – naar de Goede Herder. Hij kon het zich bijna niet meer voorstellen, zou zich er misschien niet eens meer thuisvoelen. Nu zat er een kind met zijn moeder op de trappen bellen te blazen. Een paar jongeren stonden hangend over hun fietsstuur met elkaar te praten, een op het oog hoogoplopende discussie. Verder een verliefd stel, een man op z’n scootmobiel, een meisje met een hoofddoek. Midden op het plein de kiosk, het krantenrek stond naast de deur. Syrië, Groningen, de huldiging van PSV.
De man keek over het plein en sloeg zijn ogen op dat beeld van Goede Herder, hoog aan de gevel. Die herder droeg niet alleen dat lam op z’n schouder, hij droeg alle mensen op dat plein. Nee, ook dat was te weinig. Deze beschadigde herder droeg de hele wereld. Die gedachte deed hem heel erg goed. Misschien is dat wel geloof. Toen spoedde hij zich naar huis. Het ging bijna regenen. Amen.
Onze hulp is in Naam …….
Kyriëgebed
Wij zoeken u met hart en ziel
En met hart en ziel roepen wij u aan voor de nood is de wereld en in ons eigen leven.
De wereld vol mensen op de vlucht
En mensen die niet kunnen vluchten
Gevangen in geweld en onrecht
Grote en kleine oorlogen
Vluchtelingenkampen, bezet gebied
Mensen als schapen zonder herder, overgeleverd, weerloos
Om hen bidden en zingen wij
Wij roepen u aan
Want we zoeken een herder
Eentje die niet zichzelf weidt
Eentje die nog een uitweg ziet
Waar we gevangen zitten in problemen die te groot lijken om nog op te lossen
Het onrecht, de welvaart ten koste van rechtelozen en armen
De vervuiling van het milieu
De machten die ons manipuleren,
De onvrijheid die ons wordt voorgespiegeld als vrijheid
Wilt Gij die herder zijn
Wij roepen u aan met hart en ziel
Genees ons, vergeef ons
Berg de wereld in uw vrede
Bewaar ons en ontzet ons van de boze en zijn macht.
Erbarm u over ons
Erbarm u over deze wereld
Zondagsgebed
Goede God,
Ooit heeft Israël u leren kennen als een herder
Wil dan met ons meegaan
Wil dan voor ons uitgaan
Dat we uw stem mogen verstaan
En mogen leven in uw nabijheid
En u mogen volgen.
Amen.
Dankgebeden voorbeden
God, wij danken u
Dat u de wereld draagt
Dat de hoeder der mensen bent
Wij danken u
Dat we in u onze richting en onze bestemming mogen vernemen
Dat u er bent,
Juist ook daar waar we verdwaald zijn, zoekgeraakt
Waar we u, elkaar en onszelf verliezen
Wij danken u
Hoeder der mensen
Dat u ons hier bijeen heeft geroepen
Een stem als geen ander
Dat we ons aangesproken mogen weten
Door uw woord van liefde en trouw
Vergeef ons
Waar we alleen onszelf weiden
En leven ten koste van elkaar
En van onze bestemming
Geef ons richting
Waar we dolen
Als samenleving, als mens
Waar we niet weten wat te doen,
Wat goed is en wijs
Waar niet meer vertrouwen
Waar we onzeker zijn over de toekomst
Van de wereld, van onszelf
Maak ons tot een gemeenschap
Van mensen die elkaar niet uitsluiten
Maar leer ons samen te leven
Maak ons tot een samenleving
Ontferm u over de minsten der mensen
Ken ons, ken deze wereld,
In uw liefde.
En hoor ons nu wij in stilte bidden… Onze Vader