1 Samuël 1, 1-20

Zondag 21 juni 2013 - Protestantse Gemeente Assendelft - Avondmaalsdienst

1 Samuël 1, 1-20 en Lucas 10, 38-42

Gemeente van Jezus Christus,

Na de eerste geboorte in de bijbel roept Eva uit: Ik heb met de Eeuwige een man voortgebracht! Daar kun je iets in horen van het besef dat mensen zonder de Eeuwige niet zoveel klaarspelen. Dat zonder de Eeuwige het verhaal van mensen een doodlopende onderneming is. Vanmorgen nu ontmoeten we een man die dat besef in zijn naam draagt: Elkana, de Eeuwige, God brengt voort.

Deze Elkana heeft twee vrouwen – Penina en Hanna – de een heeft kinderen de ander niet. De Eeuwige heeft haar moederschoot toegesloten. Een onvruchtbaarheid die in de bijbel altijd verwijst naar het verhaal van God en mensen. Een verhaal zonder toekomst als God zelf niet genadig ingrijpt.

Hanna heeft het verschrikkelijk moeilijk met de situatie. Ongewenste kinderloosheid. Je hoeft maar te luisteren naar de verhalen van mensen tussen de twintig en de veertig die ongewenst kinderloos zijn, en je weet het: het is een ramp. Om de maand weer een geboortekaartje op de mat, een plastic Nijntje uitzoeken voor het verplichte kraambezoek bij een collega – je kan het niet maken om weg te blijven – vieringen in de kerk waarin kinderen centraal staan, het onuitgesproken oordeel dat je liever twee keer per jaar op vakantie gaat en je vrijheid geniet dan dat je vader of moeder wordt. Het is soms gewoon niet te doen. En als je denkt dat het op een gegeven moment allemaal afgelopen is dan lijkt het op nieuw te beginnen. De ene na de andere vriendin wordt oppasoma en laat trots de foto’s van de kleinkinderen zien.

Dus dat Hanna rouwende is dat is – ook in onze tijd - wel te begrijpen, temeer omdat haar rivale er genoegen aan lijkt te beleven zout in de wonde te strooien. Het staat er heel klassiek: ze krenkte haar met grote krenking om haar woedend te maken. Gewoon pesten. Ergens in ieder van ons zit die neiging blijkbaar. Het kneusje van de klas, de nerd, de eerste met een beugel….Met een beetje opvoeding kun je de natuur aardig corrigeren maar soms neemt die natuur toch weer te overhand en dan gaat het mis. Dan beschadigen we elkaar, dan wordt het ruzie, oorlog, narigheid.

Nu geeft onze tekst één positief punt: Elkana heeft Hanna lief! Het leven is soms keihard maar als je iemand- een geliefde, een vriend of vriendin hebt - die jou liefheeft, die jou kent in jouw blijdschap maar ook in jouw narigheid, dan scheelt dat een stuk. Maar ook die beste Elkana het niet helemaal. Hij vraagt: lieve Hanna, waarom ben je zo verdrietig, waarom eet en drink je niet. Ben ik jou niet beter dan tien zonen? Dat is verschrikkelijk lief bedoeld, en God geve dat Hanna net zoveel van hem houdt al hij van haar, maar de leegte, het gemis blijft. Daar helpt geen lieve Elkana aan.

Hanna. Haar naam klinkt in het begin van ons verhaal ietwat cynisch: de Eeuwige is genade. Je moet het maar geloven, het moet je maar gegeven zijn. Bij ons blijft een schoot toegesloten, worden pesterijen kleine oorlogen, zie je maar al te vaak niet waar het in vredesnaam naartoe moet, maar je wilt er toch op vertrouwen dat dat wat ons verteld wordt ook aan ons, aan onze wereld nu, gebeurt. Dat de Eeuwige ons genadig is.

Ze gaan naar de tempel in Silo. Elkana, Hanna en Pennina. En daar staat Hanna op. En waar mensen in de bijbel opstaan daar gaat het de goede kant op, daar opent zich toekomst. Hanna staat op, gaat naar de tempel en bidt. Haar lippen bewegen maar er komt geen geluid uit. Maar de Eeuwige hoort het, zowaar hij genadig is.

En als priester Eli beseft dat ze niet dronken is, maar dat hij te maken heeft met een mens die zich beroept op de Eeuwige en wat ze over hem gehoord heeft, dan zegt hij: ga heen in vrede, de God van Israël zal u geven wat u gevraagd hebt. En ik weet niet precies wat het is – het is misschien wel het geheim van het geloof - maar na die woorden eet Hanna weer en staat haar gezicht anders dan voorheen. Dan is het in het verhaal plotseling morgen, nieuw begin. En dan horen we: Elkana kwam bij zijn vrouw Hanna en de Eeuwige gedacht haar. Na verloop van dagen geschiedde het dat Hanna zwanger werd.

Zo gaat dat. Een man, een vrouw, soms een zwangerschap fel begeerd of toch niet helemaal gepland, soms gewenste kinderloosheid. Maar daar gaat het hier natuurlijk niet om. Het gaat hier niet om biologie. In het verhaal van Hanna wordt aan Israël, en nu ook aan ons verteld, dat God zijn genade bewijst.

Het leven lijkt soms vruchteloos. Straks krijgt Israël een koning en je stel nu voor dat er geen profeet opstaat – geen kind van Hanna - om die koning te vertellen dat alleen de God koning is. Dat zou een ramp zijn, geschiedenis ten dode opgeschreven. Wat brengen we voort, als de Eeuwige niet genadig is? Dan kunnen we als Martha ons best doen en ploeteren – geen slecht woord daarover! - dan kunnen we koningen kronen en politici benoemen, dan kunnen we vroom zijn en bidden… maar doorslaggevend is toch, dat God ons gedenkt, dat hij ons ziet en hoort, dat hij – uiteindelijk – hoe verborgen ook – ons leven draagt en toekomst geeft. Toekomst waarin de onvruchtbaren vruchtbaar zijn, de laatsten de eersten en de eersten de laatsten. Dat is wat Hanna vertelt en waarvan ze, net als Maria eeuwen later – zal zingen. Mijn hart verheugt zich zeer en roemt in God de Heer. Amen.

Drempelgebed

Trouwe God

U bent onze hulp

Ons tegenover

U spreekt ons aan

In u de weg begaanbaar

In u is toekomst

In u is nieuw begin

In u is heelheid

Gezegend zij u naam

Nu en tot in de eeuwen der eeuwen

Amen

Kyriëgebed

U spreekt ons aan

En we zijn niet overgeleverd

Aan onszelf

Ontferm u dan

Over mensen overgeleverd,

Aan machten groter dan zijzelf

Aan geweld, aan onrecht,

Daarom zingen wij

In u is toekomst

Ontferm u dan

Over hen die geen toekomst zien

Mensen die het leven niet aankunnen

Die opzien tegen elke nieuwe dag

Zij die nog maar weinig tijd van leven hebben

En geen morgen zien

Daarom zingen wij

U maakt heel wat gebroken is

Ontferm u dan

Over mensen gebroken

Door het leven, door schuld,

Door wat hen is aangedaan,

Door ziekte.

Wil nabij zijn, wil heel maken,

Wil vergeven,

Daarom zingen wij

Zondagsgebed

Trouwe God

Soms lijkt het leven onvruchtbaar

En toekomst gesloten.

Maar u opent toekomst

Door wat u zegt en ook doet

Door wat u ooit begonnen bent

En nooit laat varen.

Geef dat we dat mogen verstaan

Door Jezus Christus Onze Heer.

Amen.

Dankgebed – voorbeden – stil gebed

Wij danken u

Dat u tegennatuurlijk God bent

Dat uw genade en liefde

Zoveel meer is

Dan het recht van de sterkste

Wij danken u

Dat in U de wereld niet eenvoudig is wat ze is

Maar dat zij in u goede aarde is

Waar wij mogen leven

Als uw kinderen

Wij danken u

Dat u ons gedenkt

Waar verdriet is

Pijn, honger, krenking

Wij danken u

Dat u er zo voor deze aarde wilt zijn

En we bidden u

Voor wie het moeilijk is

We bidden u voor hen

Die ongewenst kinderloos zijn

Die het zo graag anders hadden gewild

Om begrip en om de kracht en de kunst

Om weer verder te kunnen gaan

En het leven voluit te leven

We bidden u voor hen

Die gepest worden of werden

In wie iets knapte, beschadigde.

Voor mensen verwond door woorden.

Bidden om genezing

We bidden u voor mensen

Die net als Hanna

De sterren van de hemel hebben gebeden

Maar voor wie het lijkt

Alsof de hemel gesloten bleef.

Om uw nabijheid, uw liefde en kracht.

Wil zijn met de zieken

Met de vergeetachtigen

De eenzamen

De rouwenden

De mensen om hen heen

Wil zijn met uw kerk,

Wil zijn met ieder van ons en met ons samen

En wil ons horen nu wij in stilte bidden wat ons hart bezighoudt:….

Door Jezus Christus onze Heer. Amen