1 Samuël 1, 1-20 en Lucas 10, 38-42
Zondag 17 juli 2016, 5e zondag van de zomer, dienst van Schrift en Tafel, Protestantse Gemeente Assendelft
Na de week waarin op 14 juli een aanslag werd gepleegd in Nice en in Turkije een staatsgreep plaatshad
Vertaling
Er was een zeker man uit Ramatajim-Zophim, uit het bergland van Efraïm.
Zijn naam was Elkana, de zoon van Jeroham, de zoon van Elihoe, de zoon van Tochoe, de zoon van Tsoef, een Efratiet
2 Hij had twee vrouwen,
De naam van de een was Hanna en de naam van de ander was Peninna
Peninna had kinderen en Hanna had geen kinderen
3 Deze man trok op uit zijn stad van feestdagen tot feestdagen
Om de Eeuwige van de machten in Silo te aanbidden en te offeren
En daar waren de twee zonen van Eli, Chofni en Pinchas
Priesters van de Eeuwige
4 Op een dag dat Elkana offerde gaf hij een delen van het vlees aan zijn vrouw Penina en aan al haar zoons en dochters.
5 maar Hanna gaf hij een dubbel deel,
Want hij had Hanna lief.
Maar de Eeuwige had haar schoot gesloten
6 Haar vijandin krenkte haar zeer om haar te laten donderen van woede
omdat de Eeuwige haar schoot gesloten had.
7 Zo was het, jaar na jaar
Zo vaak als zij optrok naar het huis van de Eeuwige
krenkte zij waardoor zij huilde en niet at
8 Elkana, haar man, zei haar:
Hanna, waarom huil je en waarom eet je niet?
Waarom doe je je hart kwaad?
Ben ik jou niet beter dan tien zoons?
9 Hanna stond op nadat zij had gegeten in Silo
en nadat ze had gedronken.
Eli, de priester, zat op een zetel bij de deurpost van de tempel van de Eeuwige
10 Haar ziel was bitter en zij bad tot de Eeuwige
En huilde erg.
11 Zij legde een eed af en zei
Eeuwige van de machten,
Als jij werkelijk ziet naar de Ellende van jouw dienares
En mij gedenkt
En jouw dienares niet vergeet
Maar jou dienares een kind geeft, mannelijk,
Dan zal ik hem geven aan de Eeuwige,
Alle dagen van zijn leven.
Een scheermes zal er over zijn hoofd niet gaan!
12 Het gebeurde dat zij lang gebeden had voor het aangezicht van de Eeuwige
Dat Eli haar mond gadesloeg.
13 Hanna sprak in haar hart
Alleen haar lippen bewogen,
maar haar stem werd niet gehoord
Eli dacht dat ze dronken was
14 Eli zei haar:
Hoe lang ga jij dronken zijn?
Doe de wijn weg van jou!
15 Hanna antwoordde en zei
nee, mijnheer, ik ben een vrouw wiens geest het zwaar heeft
wijn noch sterke drank heb ik gedronken
maar ik heb mijn ziel uitgegoten voor de Eeuwige
16 Geef je dienares niet uit voor een verdorven vrouw
Want uit mijn klachten en verdriet heb ik tot nu toe gesproken.
17 Eli antwoordde en zei: ga in vrede
De Eeuwige moge jou het gevraagde geven wat je van hem gevraagd hebt
18 Zij zei: mag jouw dienares genade vinden in jouw ogen.
De vrouw ging haar weg en at
En haar gezicht was niet langer bedroefd
19 En zij ontwaakte in de morgen en bad voor het aangezicht van de Eeuwige
Zij keerde terug en kwam in hun huis te Rama
En Elkana bekende Hanna zijn vrouw
En de Eeuwige gedacht haar
20 En het gebeurde bij de wending van de dagen
Dat zij zwanger werd, Hanna,
En zij baarde een zoon
En zij noemde zijn naam Samuël
Want zei zij
Want van de Eeuwige heb ik hem gevraagd.
Preek
Gemeente van Jezus Christus,
Het verhaal van Maria en Martha volgt direct op het verhaal van de Barmhartige Samaritaan. In de meeste bijbels staat er een witregel tussen die de verhalen van elkaar scheidt. Op mijn digitale bijbel die ik altijd gebruik worden de twee gedeelten zelfs gescheiden kopjes: `De barmhartige Samaritaan` en `Maria en Martha`. Erg handig want zo vind je snel wat je zoekt.
Maar al die witregels en kopjes die zijn later gemaakt. Ze verdelen de tekst wat duur `perikopen` heet, van het Griekse woord `perikopto` dat betekent: rondom afhakken. Dus die indeling van de tekst die is van later datum en soms is het handig om je er niets van aan te trekken en gewoon door te lezen.
Vorige week ging het om het grote gebod: `Ja zal de Heer je God liefhebben vanuit heel je hart, met heel je ziel, met al je kracht en met al je verstand en je naaste die aan jou gelijk is`. We hoorden het verhaal van de Barmhartige Samaritaan. Aan het eind zegt Jezus tegen de wetgeleerde met wie hij in gesprek is: `ga heen en doe evenzo!` Daar kun je het mee doen. Maar misschien komt dan toch de vraag of je wel genoeg doet. Zit er nog een grens aan dat dienen van de ander?
Het mooie is nu dat het verhaal van vanmorgen hoort bij het verhaal van de barmhartige Samaritaan, als de andere kant van de medaille. Het ene verhaal roept om te doen als de Samaritaan, het andere verhaal roept op om aan de voeten van Jezus te zitten en te luisteren. Net op het moment dat de kerk alleen nog maar zit te luisteren wordt ze gestoord en opgeroepen: ga heen en doe evenzo! Net op het moment dat de kerk denkt dat ze de hele wereld moet redden wordt ze gestoord en opgeroepen om te gaan zitten en luisteren. Liefde tot God en liefde tot de ander die er net zo één is als jij.
Jammer dus dat ons leesrooster de twee verhalen verdeelt over twee zondagen. Maar dat geeft mij weer gelegenheid om uit te leggen waarom dat jammer is, waardoor ook hier weer blijkt dat bijna ieder nadeel ook een voordeel heeft. Een wijsheid ei overigens zeker niet altijd opgaat.
Wat de oudtestamentische lezing hiermee te maken heeft is niet zo duidelijk. Wat zou het verband kunnen zijn? Misschien de mythe van de maakbaarheid. De idee dat mensen alles zelf kunnen bepalen.
Dat idee is fout, het is verstandig om net als Maria te ontvangen, ontvankelijk te zijn. Als iets aan Hanna duidelijk wordt dan is het dat we het niet zelf voor elkaar krijgen en ook dat dat een doffe ellende was. Ongewenste kinderloosheid is een ramp die in een leven zeer ingrijpend is en dat was in de tijd van ons verhaal nog erger. Elkana mag Hanna dan het meest liefhebben en denken beter te zijn dan tien zonen, het biedt nauwelijks troost. Het verhaal gaat er niet over, maar laat wel zien hoe moeilijk het kan zijn om elkaar te verstaan. Zo kan iemand in diep verdriet ook vandaag te horen krijgen dat zij moet kijken naar wat ze wel heeft en niet naar wat ze niet heeft. Dat heeft alleen zin als degene die dat zegt tenminste dat verdriet serieus genomen heeft.
En het wordt er niet beter op als je er ook nog mee gepest wordt. Geduvel in de harem van Elkana. Waarom? Peninna had kinderen en Hanna had geen kinderen. Lekker puh , lijkt Peninna te zeggen.
De namen van de hoofdrolspelers in ons verhaal zeggen zoals vaak in Hebreeuwse verhalen alles: Peninna betekent zoiets als `koraal` of `vruchtbaar`. En als je schoon bent als een koraal en ook nog vruchtbaar dan heb je maatschappelijk een voorsprong. Je moet er wel goed mee omgaan en niet zoals Peninna die er genoegen in schept om Hanna te treiteren opdat ze van woede gaat donderen. Pesten is van alle tijden en het schijnt niet eens alleen onder kinderen voor te komen.
Elkana, de naam van de man van Hana, betekent `God brengt voort` of `God schept`. Dat is een prettige naam zeker omdat mannen ook in die tijd nog wel eens dachten dat de wereld geregeerd werd door hun potentie of vruchtbaarheid. Niet dus. Mocht je als man al denken dat je het wel maakt dan herinnert deze naam je eraan dat het God is die schept en voortbrengt.
En de naam Hanna is helemaal schoon: `de Heer is genadig`. Niet dat ze daar nu direct veel van merkt, maar toch. Wie weet.. de Heer is genadigDe Heer heeft Hanna’s schoot toegesloten. Het staat er echt. In gewoon Nederlands: de Heer heeft er voor gezorgd dat Hanna geen kinderen krijgt. Zoals de boer in Zeeland zegt: je kunt beter weten wie het je aandoet. Ik lees zelf het verhaal liever vanuit het einde. Als je weet dat Hanna een zoon gebaard heeft dan kun je zeggen dat de Heer haar schoot eerst had toegesloten. De verteller wil vertellen wat God doet en om dat te kunnen moet die schoot eerst gesloten zijn. Soms moet je een beetje achterstevoren lezen. Mocht u toch nog iemand tegenkomen die zegt dat ongewenste kinderloosheid en andere ellende Gods wil is, vraag hem of haar dan wie die God is over wie hij of zij het heeft. Het moet een ander wezen, dat kan niet anders.
God brengt voort en God is genadig. Het lijkt er niet op, het lijkt soms nergens naar, maar het staat er wel. En dat is maar goed ook. Verderop in het boek Samuël verlangt het volk een koning. Israël wil zijn als alle andere volken. Ach koningen, ze willen alleen heersen, ze leggen de pers aan banden, ze hebben een lange arm, een geheime dienst… of je ze door een gewelddadige staatsgreep aan de kant moet zetten is de vraag, maar het is een hopeloze zaak met die aardse koningen. De bijbel is er vrij duidelijk over: de Heer is koning. En Samuël, Hanna’s kind zal, gewijd aan God, Israël bij de les houden. De Eeuwige is koning. De Heer is koning hij regeert altijd, Hij regeert altijd.
Je zou het niet zeggen. Dat was ons kyrië vanmorgen. Zevenentachtig doden en vijftig levensgevaarlijk gewonden door de aanslag in Nice. Een schip boven water gehaal. Vijf dode vluchtelingen per vierkante meter…de Eeuwige gedacht Hanna. Hij dacht in liefde aan haar. Hij dacht in liefde aan deze godvergeten wereld.
Laten we het toch maar bidden en zingen, al kost het soms de grootste moeite het uit je keel te krijgen: God, laat geen mensenkind uit uw ontferming vallen. Weer met uw ruime hart het kwade van ons allen. Gij zijt te goeder trouw geweest van het begin. Vasthoudend blijft Gij tot uw liefde overwint. Amen
Kyriëgebed
Goede God, aan het begin van de dienst vertellen we maar gewoon aan u wat we gezien hebben.
Er werd een boot opgehaald uit de Middellandse Zee. Aan boord vluchtelingen. Het waren er vijf per vierkante meter.
Een we hoorden, donderdagavond of vrijdagmorgen, over die wat er op die boulevard in Nice gebeurd is. Vijfentachtig doden en vijftig gewonden in levensgevaar. Avondje vuurwerk kijken, vrijheid, gelijkheid en broederschap.
En dat zijn maar twee dingen. Er gebeurde nog zoveel meer dat niet menselijk is.
Misschien verbaast het u niet God dat we het soms niet meer zo geloven, uw koninkrijk van gerechtigheid en vrede. Misschien verbaast het u niet dat we zo langzamerhand zijn gaan geloven dat u er ook niets aan kunt doen.
Maar omdat u God bent, koning van hemel en aarde, barmhartig en genadig. Omdat u betrouwbaar bent. Omdat u ons liefhebt…
Daarom bidden en zingen wij:
Zondagsgebed
Goede God,
Open ons,
Open de toekomst.
Spreek vanmorgen,
Spreek iedere dag.
Dat we als Maria mogen luisteren
Het goede mogen ontvangen uit uw hand
Uit uw mond
Dat we mogen leven uit wat u ons geeft
Uw woord, brood en wijn,
Amen.
Dankgebed - voorbeden
Goede God
Wij danken u
Dat u tot ons spreekt
Dat we uw woord mogen horen
Wij danken u dat u ons tegenspreekt
En al het kwaad in de wereld
Dat u de vaak genadeloze onvruchtbaarheid
Van de dood, van ons samenleven,
Van deze wereld
Met uw stem doorbreekt
Wij danken u dat u tegenstem bent
Waar we met stomheid zijn geslagen
En niet weten hoe het verder moet
Geef ons als Maria steeds het goede te verstaan
Uw woord en liefde voor onderweg
Geef dat we antwoord mogen geven
Op wat we horen
Open voor de wereld,
Uw toekomst
Dat we elkaar het leven in het groot en in het klein
Niet onmogelijk maken, maar elkaar het leven geven en gunnen.
Wees met de rouwenden, zieken, verdrietigen, getraumatiseerden,
Hopelozen…
Hoor ons nu we in stilte bidden: