Zondag 4 januari 2013 - `Epifanie` - Protestantse Gemeente Assendelft
Gemeente van Jezus Christus,
De mazzel! Deze groet komt van het Joodse `mazzel tov`, en dat betekent: `goed gesternte`. Want als de sterren voor jou goed staan dan betekent dat voorspoed en geluk.
Ik geloof zelf niet zo in een goed of slecht gesternte. De adviezen van horoscopen sla ik in de wind. Ik ben een waterman maar lijk in niets op een goede vriend die ook waterman is. Het lijkt mij allemaal onzin.
Ook Israël heeft niet zoveel op met astrologie en zette zich graag af tegen het machtige Babylonië waar men alles van de sterren wist. In Babylonië kende men al de dierenriem met twaalf sterrenbeelden. Die twaalf sterrenbeelden bepaalden de kosmische orde. Daarbuiten was het chaos. Vandaar dat dertien nog steeds – ook bij ons – het ongeluksgetal is. Boek maar eens kamer dertien in een hotel, of een vliegtuigstoel met het nummer dertien. Grote kans dat die kamer of stoel niet bestaan.
Israël, altijd een beetje tegendraads, heeft echter dertien uitgeroepen tot geluksgetal. Omdat ze wist van iemand van een andere orde. Een God die verschijnt en geschiedenis maakt.
En in haar scheppingsverhaal zijn de sterren dan ook niet meer dan kleine lichtjes die door de Eeuwige aan het hemelgewelf gehangen zijn om aan te geven dat het nacht is. Onze weg staat niet in de sterren. Als er Één is die ons de weg wijst dan is het de Eeuwige, de God van Abraham, Izaäc en Jacob. En als het nodig is dan neemt hij een ster in dienst om ons de weg te wijzen.
Die God van Abraham, Izaäc en Jacob is ook de God van Ismaël – de halfbroer van Izaäc. Hij werd door Abraham weggestuurd naar het Oosten en we horen in het hele oude testament niets meer van hem. Nu wilde – eeuwen later- de evangelist Mattheüs vertellen dat Ismaël en de volkeren erbij horen. Alle volken zijn in tel bij u o God van Israël. Dus laat hij wijzen uit het Oosten naar Jeruzalem komen. Hij doet dat door gebruik te maken van de taal die die wijzen verstaan: de taal van de sterren. Één ster wijst de weg. Waar sterren doorgaans je leven vast lijken te leggen, daar brengt deze ster je in beweging. De volkeren gaan op naar Jeruzalem om hulde te brengen aan de nieuwgeboren koning, de God van Israël.
Ze komen niet met lege handen. Ze hebben een cadeautje bij zich een koning waardig: wierrook en goud. Maar ook mirre, en dat werd gebruikt om doden te zalven. Alsof die wijzen al wisten hoe het met Jezus zou lopen. Een koning – nog maar nauwelijks geboren – nu al ten dode opgeschreven.
Dat wordt meteen duidelijk als de wijzen – door de ster geleid – aankomen in Jeruzalem. Ze doen navraag naar het kind en direct zijn koning Herodes en de hele stad ontzet, verbijsterd. Alle schriftgeleerden worden aan het werk gezet om uit te zoeken waar de koning geboren zou kunnen zijn. En ze vinden het antwoord in de bijbel. De wijzen moet naar Betlehem en op de terugweg moeten ze nog even langs Herodes zodat ook hij de nieuwgeboren koning kan aanbidden. Tenminste, dat is wat hij zegt. Wat hij feitelijk wil is de nieuwgeboren koning vermoorden. Het maakt hem niet uit hoe. Kindermoord, een leger kindsoldaten, een gifgasaanval op zijn eigen bevolking, een paar liquidaties in zijn eigen familie…de methodes van Herodes zijn tot op de dag van vandaag niet wezenlijk veranderd.
Zo zet Mattheüs aan het begin van zijn evangelie een belangrijk thema neer. De Koning van hemel en aarde – de Eeuwige – tegenover de aardse koning. Waar koning Herodes er alles aan doet om zijn macht vast te houden en hij zijn macht ten koste van alles en iedereen verdedigt – daar vinden de wijzen in Bethlehem een koningskind die alle macht uit handen geeft. Een weerloze God. Kwetsbaar als Mozes in het biezen mandje, als dakloze kinderen in de Filipijnen, als ter dood veroordeelde politieke gevangenen onder dictatoriale regimes.
De wijzen komen in Bethlehem waar Jozef en Maria volgens Mattheüs gewoon wonen. Er is een bijzonder schilderij van de aanbidding door de wijzen van de Duitse schilder Nolde – begin 20e eeuw. Zij dragen op dit schilderij geen geschenken, maar ze dragen een kind. Ze hebben Christus in hun armen. Op een moderne manier zegt dit schilderij wat een oud lied zingt – niet mijn wierrook en mijn goud –maar Gij. Het licht valt op het kind. Het is Gods geschenk aan ons. Gods verschijning, Gods medemenselijkheid.
En wij mogen hem ontvangen en dat geheim straks delen bij brood en wijn.
Ik geloof niet zo dat ons leven in de sterren staat geschreven. En ik wil ook niet geloven dat de macht is aan de Herodessen, aan de machten van het kwaad. Liever ga ik het nieuwe jaar in vanuit de verschijning van de nieuwgeboren koning. Kwetsbaar, bedreigd, ten dode opgeschreven…Gods medemenselijkheid die we mogen delen, Gods liefde sterker dan de dood. Amen
Drempelgebed
Goede God
U bent aan ons verschenen
Een mens naar uw beelden gelijkenis
Verschenen
In alle kwetsbare menselijkheid
Koninklijk levend
Liefdevol, vergevend, trouw tot in de dood
Dat we hem met de wijzen uit het Oosten mogen aanbidden
En mogen liefhebben
Alle dagen tot in eeuwigheid
Amen.
Kyriëgebed
God wil verschijnen
Waar het donker is
Waar verdriet is, onrecht, geweld,
Waar mensen uitgehongerd worden
En dorsten
Zo bidden en zingen wij
Wil ons de weg wijzen
Waar we vastzitten
Waar we geregeerd worden door vreemde machten
Door hebzucht, door getallen, door verslaving
Wil ons de weg wijzen
Waar we de weg kwijt zijn
In onszelf, in ons leven en samenleven
Zo bidden en zingen wij
Wil ons zijn als een ster
Een helder licht boven een donkere aarde
Wil ons leiden naar elkaar
Wil ons leiden naar uw toekomst
Wil ons leiden naar uw Koninkrijk
Van gerechtigheid en vrede
Zo bidden en zingen wij
Zondagsgebed
Wijzen hebt u de weg gewezen naar het kind
En zij aanbaden het
Wil ook ons de weg wijzen
Door uw Woord.
Amen.
Dankgebed – voorbeden
Goede God
Wij danken u
Dat u aan ons verschenen bent
Wij danken u voor het nieuwe jaar
Voor iedere dag die we mogen leven
Wij danken u voor de nieuwgeboren koning
Voor zijn beleid
Van liefde en trouw
Van gerechtigheid en vrede
Wij danken u
Dat we niet overgeleverd zijn aan blind noodlot
Dat de dingen nu eenmaal gaan zoals ze gaan
Maar dat u spreekt
En dat uw beleid doorslaggevend is
Wij danken U
Waar u verschijnt in het leven van mensen
Waar blijdschap is en liefde
Waar mensen een weg vinden waar de weg onvindbaar leek
Waar menslievendheid woont
Wil zijn waar mensen het spoor bijster zijn
En zich geen raad weten
Wil zijn bij de zieken naar lichaam en geest
Wil zijn bij uw kerk uit de volkeren
Niet altijd even wijs
Wil zijn bij onze, bij uw gemeente, in Assendelft
Wil verschijnen, wil aan het licht komen in deze wereld
Telkens weer en elke nieuwe dag
En hoor ons nu we in stilte bidden:…..