rondkijken in ....

Texel

alles is gratis

Stadswandeling niet beschikbaar

naar alle andere stadswandelingen

ZichtOp video over Texel

fotovideo met muziek

understanding Dutch is not necessary


foto: Jan Geerling cc-by-sa-4.0 

Geschiedenis van Texel

Texel is het grootste Nederlandse waddeneiland en wordt ook wel "Gouwe Boltje" genoemd. Want wie op een mooi zomerdag vanaf zee op het noordelijke puntje van Noord Holland het zonlicht ziet weerkaatsen op het zand van strand en duin krijgt de indruk dat er een gouden bultje voor hem ligt. Texel staat bekend als schapeneiland, vogeleiland, de veelzijdigheid van de natuur en de vele recreatiemogelijkheden. Het eiland is 23,7 km. lang, 9,6 km breed en heeft 13.400 inwoners verspreid over 7 dorpen. Den Burg is de centrumplaats. Texel is ontstaan uit twee eilanden: Texel en Eijerland. Texel heeft een Pleistoceen kern met als hoogste punt de Hoge Berg, die 15.3 m + NAP ligt. De beide eilanden werden gescheiden door een geul, die nu nog gedeeltelijk aanwezig is als inham in de duinen van Noordwest-Texel, namelijk de Slufter. De eilanden werden in 1630 met elkaar verbonden door middel van een stuifdijk.

Tot 1630 was Eierland een eilandje van enkele losliggende duinen op een zandplaat. Het werd door Provinciale Staten verpacht aan de 'kastelein' van het voormalige eiland. De kastelein beheerde een station voor de postverbinding via Texel naar Vlieland. Net als Texel diende Vlieland in die tijd als verzamelpunt van zeeschepen op hun reis van handelsplaatsen als Hoorn en Amsterdam naar verre bestemmingen. Daarnaast was de kastelein strandjutter en verleende hij onderdak aan schipbreukelingen. Eierland dankt zijn naam aan de grote hoeveelheden (meeuwen)eieren die door de kastelein en zijn personeel werden verzameld en verkocht aan de bakkerijen in en rond Amsterdam. De kastelein woonde in het IJslandse Huis, dat stond in de omgeving waar u nu camping Robbenjager kunt vinden. 

Om het eiland goed te kennen moet men iets van de oudste geschiedenis weten en vooral de geschiedschrijvers Pieter van Cuyck en F. Allan vertellen over de oude historie. Van de Texelse geschiedenis tot de vroegste middeleeuwen is maar weinig bekend. Zo'n 1500 jaar geleden moet zich reeds een nederzetting hebben bevonden op Texel, getuige het feit dat bij opgravingen scherven werden gevonden van merovingische potten en Romeinse gebruiksvoorwerpen, ook verschillende werktuigen van steen kwamen te voorschijn. In het begin van onze jaartelling was het eiland bewoond en wel door de Sturiërs, een Friese stam. Oudtijds was Texel verdeeld in drie graafschappen: Texla, Kinheim (Kennemerland) en Wasalant (Waterland). Toen bestond Texel uit een diluviale kern en een smalle Schoorwal met duinen ten westen daarvan. Langzamerhand is stukje voor stukje op de zee veroverd en zo ontstonden de dertig gemeenschappelijke polders, die met de kern het oude land vormen. Uit deze karakteristieke eigenschap van het eiland bemerkt men duidelijk dat de eigenlijke kern van het eiland hoger ligt en anders van structuur is dan de omringende gebieden. Eertijds was het Graaf Floris V die Texel beheerste en dit was een tijd van voortdurende twisten, maar in 1289 kwam een verzoening tot stand en op 24 maart 1414 kreeg Texel van Willem van Beieren stadsrecht (het enige eiland met dit recht). Ook de elementen hebben veel vernield in de loop der tijden, vele schepen vergingen op de kusten; bij de stormvloed van 31 jan.-1 februari 1953 was de duinafslag zo groot dat de vuurtoren achter uit de duinen plotseling dichtbij het strand stond. De polder "Eendracht" liep onder en zes Texelaars verdronken.

Tot het einde van de 16e eeuw was de Nederlandse handel vooral gericht op de Oostzee. Aanvankelijk stuurden de handelssteden ieder apart schepen naar de Oost. In 1602 dienden alle firma's die met de Oost handel dreven, te fuseren tot één grote handelsonderneming: de VOC. Dit was het begin van de Gouden Eeuw. Als handelswaar vervoerde de VOC kruiden, specerijen, katoen, zijde en porselein naar Europa. Schepen die vanuit plaatsen aan de Zuiderzee vertrokken, gingen op de rede van Texel voor anker om bij gunstige wind uit te varen naar de Oostzeelanden, Frankrijk, Spanje, Portugal en later ook Oostindië. Vooral in de 17e en 18e eeuw was het een drukte van belang op de rede van Texel. Schepen werden geladen en gelost. Texelse loodsschepen en bevoorradingsbootjes voeren af en aan en op de dijk bekeken voorbijgangers de bedrijvigheid. Op 24 december 1593 vond een bekende storm plaats op de rede van Texel toen ongeveer 150 schepen op gunstige wind lagen te wachten. Enkele schepen sloegen van hun ankers en ramden andere schepen. Vierenveertig koopvaardijschepen vergingen en ongeveer duizend mensen verdronken. De bekende Amsterdamse graanhandelaar en dichter Roemer Visscher was een van de reders die veel schade leed. Zijn jongste dochter die enkele maanden na de ramp werd geboren noemde hij daarom Maria Tesselschade. Maria Tesselschade werd een bekend dichteres en werd de Muze van de Muiderkring genoemd.

In de tijd dat de rede van Texel vol schepen lag, werd de Schilsloot gebruikt voor de bevoorrading. Kleine bootjes voeren er met vaten drinkwater, afkomstig uit de putten bij boerderij Brakestein. Het water was ijzerrijk en stond bekend om zijn lange houdbaarheid. De putten werden de Wezenputten genoemd omdat de opbrengst van de waterverkoop naar het weeshuis ging. De Ruyter en Tromp zijn dikwijls, met het admiraliteits schip, naar Texel gezeild. Vroeger lagen, dicht tegen de duinen, twee grote blekerijen, waarvan de laatste in 1775 werd gesloopt. Langs de Schansweg, vlakbij het hoogste punt van de Hoge Berg, ligt het Galgenlandje. In de tijd van de zeeslagen van Michiel de Ruyter en de Verenigde Oost-Indische Compagnie, toen veel schepen de rede van Texel aandeden, werden op dit veld soms muiters opgehangen. De autoriteiten kozen juist deze plek uit omdat de zeelieden de veroordeelden vanaf zee moesten kunnen zien hangen (afschrikking).

In de 2e wereldoorlog heeft het eiland veel geleden van de bezetters en wel altijd zal de opstand van de Georgiërs , van 6 april tot 26 april 1945 in herinnering blijven. Op 6 april probeerden deze Georgiërs, onder leiding van kapitein Lodadse, het eiland in bezit te krijgen om het later aan de geallieerden over te geven. Ze zaten in de bunkerstelling Texla; enkelen zijn nog naar Engeland overgestoken om hulp te vragen bij de Engelsen, echter zonder resultaat, het was te riskant. Deze strijd is ook het eiland noodlottig geworden. 117 Nederlanders, 565 Georgiërs en 800 Duitsers sneuvelden hierbij en vele huizen werden verwoest, 120 burgers, vrouwen en kinderen werden bedolven onder het puin. Het eiland was in diepe rouw; een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Texel. Na de oorlog werden 565 gesneuvelde Georgiërs herbegraven op een stuk land op de Hoge Berg. Voor alle Georgiërs die tot het einde hebben gevochten is een roos geplant.