rondkijken in ....

Roermond

alles is gratis

ZichtOp video niet beschikbaar

naar alle andere ZichtOp video's

Fotoshow van Roermond

understanding Dutch is not necessary



foto: Jan Geerling cc-by-sa-4.0 

Geschiedenis van Roermond

Een in 1968 gevonden Romeinse offersteen wijst op bewoning van de plaats waar nu Roermond ligt in de 3e eeuw. Later ontstond een nederzetting op de zogeheten Christoffelberg of Buitenop, een hoogte ten westen van de huidige Sint-Christoffelkathedraal. Tussen twee Roerarmen ontstond een versterking, ten zuidoosten daarvan een handelsnederzetting. In 1130 werd voor het eerst schriftelijk gewag gemaakt van Ruremunde, en in de 12e eeuw was er al sprake van een primitieve aarden versterking. In 1213 werd de plaats echter verwoest door keizer Otto IV tijdens zijn strijd tegen de Hohenstaufen. Roermond kwam te behoren tot Opper-Gelre. Swalmen en Dalenbroek horen nu bij de gemeente Roermond, maar maakten indertijd deel uit van het naburige hertogdom Gulik. Tussen de huidige Swalmer-, Bethlehem-, Dionisius-, Lelie- en Paredisstraat werd de herbouw aangepakt en in 1218 werd de Munsterabdij gesticht. In 1232 verkreeg de plaats stadsrechten van graaf Otto II en werd de eerste ommuring aangebracht, waarbij de Christoffelberg buiten de muren kwam te liggen.

In 1342 werd de bedding van de Maas verlegd, en deze kwam dichter bij de stad te lopen. De Voorstad Sint-Jacob ontstond tussen Maas en Roer, en aan een Roerarm ontstonden twee dubbele watermolens. Een tweede ommuring kwam midden 14e eeuw tot stand. De Munster abdij, het in 1317 gestichte Minderbroedersklooster, het in 1376 gestichte Kartuizerklooster en het Begijnhof van 1388 kwamen binnen de ommuring te liggen. De Christoffelberg werd 1388 afgegraven omdat deze slecht te verdedigen bleek. De daar gelegen Sint-Christoffelkerk werd gesloopt en verplaatst naar binnen de ommuring. Roermond werd in 1547 de hoofdstad van Opper-Gelre. Dankzij de scheepvaart op de Maas kon de stad in 1441 lid worden van de Hanze. Bovendien verwierf ze in 1472 het muntrecht. Opper-Gelre viel in 1543 aan de Habsburgse Nederlanden, aan het einde van de Gelderse Oorlogen. Niet veel later werd de stad getroffen door de stadsbrand van 1554. In 1559 kreeg de stad een bisschopszetel. De Heilige Geestkerk, in de 13e eeuw gebouwd, werd kathedraal. In 1661 werd overigens de Sint-Christoffelkerk tot kathedraal verheven, terwijl de Heilige Geestkerk in 1821 werd gesloopt.

De stad nam geen deel aan de Nederlandse Opstand. Aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog arriveerde Willem van Oranje en veroverde Roermond in juli 1572, om de stad weer achter te laten in oktober. Tijdens deze bezetting werd door de soldaten van Willem van Oranje een bloedbad aangericht in het Kartuizerklooster. Hierna liet de bevolking Don Frederik zonder verzet zijn intrede doen. De Staatse legers beroerden de regio daarna niet meer, tot de Veldtocht langs de Maas van 1632 waarbij de Republiek met gemak Roermond innam. Stadhouder Ernst Casimir van Nassau-Dietz werd tijdens het beleg gedood, toen bij het inspecteren van de loopgraven een musketschot hem in het hoofd trof.

Enkele jaren later werd Roermond heroverd door de Spanjaarden. De stadsbrand van 1665 legde opnieuw het grootste deel van de stad in de as, maar herbouw volgde spoedig. Het bleef dan Spaans tot aan de Spaanse Successieoorlog, waarbij Opper-Gelre in 1702 ingenomen werd door Franse troepen, maar daarna nog tot 1716 onder Staats bestuur viel. Door de Vrede van Utrecht (1713) en het nieuwe Barrièretraktaat keerde Roermond terug naar de Zuidelijke Nederlanden die nu in handen kwamen van het aartshertogdom Oostenrijk; het werd toen de hoofdplaats van Oostenrijks-Gelre. Na 1783, onder Keizer Jozef II, werden de kloosters gesloten en werd een begin gemaakt met de sloop van de stadsmuren.

De Eerste Franse Republiek had de stad in 1792-1793 enkele maanden in handen, onder leiding van Francisco de Miranda. De stad was definitief Frans van 1794 tot 1814, en behoorde toen tot het departement Beneden-Maas. De laatste van de vele kloosters in de stad werden in deze periode opgeheven. In 1801 werd ook het bisdom opgeheven. Na de verdrijving van de Franse troepen in werd Roermond in 1815 overgedragen aan het nieuwe Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Het werd toen de hoofdplaats van één der drie arrondissementen van de nieuwe provincie Limburg. Bij het uiteenvallen van de jonge staat in 1830 bleef Roermond (als vòòr de Franse Tijd) Belgisch. Het Verdrag van Londen (1839) maakte Roermond een Nederlandse stad. Tevens bleef het tot 1867 lid van de Duitse Bond. In 1853 werd het bisdom Roermond opnieuw ingesteld. Roermond werd een kerkelijk centrum waar ook tal van ateliers actief waren die kerkelijke kunstnijverheid vervaardigden. De spoorlijn Venlo-Maastricht van 1865, de Maasbrug van 1867 en de IJzeren Rijn van 1879 zorgden voor economische opbloei en enige industrialisatie. Einde 19e eeuw werd de omwalling geslecht, werd er gebouwd langs de singels en werd de Hamstraat belangrijk als winkelstraat. Na 1914 kwam de woonwijk Roermondse Veld, ten oosten van het station, ontwikkeld en in de jaren 30 volgde de villawijk Roerzicht ten zuiden van de oude stad.

Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog lag Roermond enkele maanden in de frontlijn. De westoever van de Maas was al op 14 november 1944 bevrijd door de verovering van de sluis bij Panheel, en van daaruit werd de stad met artillerie beschoten. De bevolking werd geëvacueerd en de toren van de kathedraal werd door de Duitse bezetter opgeblazen. De stad werd bevrijd op 1 maart 1945 door soldaten van het 9e Amerikaanse Leger tijdens de Operatie Grenade. Na de Tweede Wereldoorlog werd de gemeente uitgebreid met het grondgebied van Maasniel en Herten. De opkomst van de textielindustrie (onder anderen Van de Kimmenade) maakte (tijdelijk) een einde aan de werkloosheid die hier na de Tweede Wereldoorlog heerste. De inmiddels tot een middelgrote stad uitgegroeide plaats kreeg in 1993 en 1995 te maken met overstromingen, waarbij delen van de bevolking werden geëvacueerd.

Vier Australische toeristen werden op 27 mei 1990 op de markt in Roermond onder vuur genomen, terwijl zij foto's maakten van het stadhuis. Twee van hen, de 24-jarige Stephen Melrose en de 28-jarige Nicholas Spanos, vonden de dood. Later bleek het om een vergissing te gaan. Een dag later verklaarde het Noord-Ierse bevrijdingsleger IRA, dat zij het gemunt hadden op Britse militairen die in Duitsland, vlak bij Roermond, gelegerd waren. 

In de vroege ochtend van 13 april 1992 werden om 03:20 uur veel Nederlanders opgeschrikt door een krachtige aardbeving. Het epicentrum lag enige kilometers ten zuidoosten van Roermond in Sint Odiliënberg. De aardbeving had een sterkte van 5,8 op de Schaal van Richter. De aardbeving werd gevoeld tot in België, Tsjechië, Zwitserland, Frankrijk en Engeland en is voor zover bekend de sterkste die ooit in Nederland is waargenomen. In het gebied tussen Roermond, Maaseik en Heinsberg is aanzienlijke schade aangericht met een intensiteit van ruim VII op de 12-delige Schaal van Mercalli. In het landschap traden landafschuivingen, oeververzakkingen en zandfonteinen op. Dergelijke verschijnselen ontstaan door het trillen van de met water verzadigde bodem. De schade aan gebouwen bleef beperkt omdat de aardbeving ongeveer op een diepte van 17 kilometer optrad.

Andere (lichte) aardbevingen bij Roermond waren de beving van 17 februari 2001 om 01.54 uur met een sterkte van 2,7 en de beving van dinsdag 28 november 2006 om 10.15 uur met een sterkte van 2,5 op de schaal van Richter. De beving van 2 september 2008 vond vlak voor 02.00 uur plaats en had een kracht van 2 op de schaal van Richter. Het epicentrum lag ten noorden van de Duitse grensplaats Gangelt ter hoogte van Koningsbosch. De aardbeving, die geen schade aanrichtte, vond plaats op een diepte van 15,8 kilometer in de Peelrandbreuk.[8]

Op 20 januari 2013 vond een beving in Midden-Limburg plaats. Die werd onder meer gevoeld in Vlodrop, Haelen en Roermond, maar ook in Helden en Susteren. De beving was enkele minuten voor half acht en duurde een paar seconden. Het epicentrum lag volgens het European-Mediterranean Seismological Centre op vier kilometer van Maasbracht, op een diepte van 8 kilometer. De beving had een sterkte van 3,4 op de schaal van Richter. Het KNMI meldde dat de aardbeving een kracht van 3,1 had en dat het epicentrum bij Sint Joost lag, op een diepte van ruim 23 kilometer.