rondkijken in ....

Delft

alles is gratis

Stadswandeling niet beschikbaar

naar alle andere stadswandelingen

InZicht video niet beschikbaar

naar alle andere InZicht video's

ZichtOp video over Delft

 fotovideo met muziek

understanding Dutch is not necessary


Fotoshow van Delft

understanding Dutch is not necessary


foto: Jan Geerling cc-by-sa-4.0 

Geschiedenis van Delft

Hoewel Delft in tegenstelling tot bijvoorbeeld Utrecht en Nijmegen geen Romeinse stad is, kreeg de stad al in 1246 van graaf Willem II stadsrechten. Delft was ontstaan uit de elfde-eeuwse grafelijke vroonhof van Godfried de Bult,  gebouwd op de verhoogde wal van een uitgegraven waterloop, een zogenaamde ‘delf’. Daar dankte de latere stad Delft haar naam aan. Een vroonhof was in de middeleeuwen de hoeve van de landsheer en het centrum van de lokale landbouw van waaruit de omliggende landen geëxploiteerd werden. Mede daardoor groeide Delft al vroeg uit tot een belangrijk regionaal handelscentrum.

In 1389 werd het verbindingskanaal naar de Maas, de Delfshavense Schie, uitgegraven. Daardoor kreeg Delft toegang tot een enorm achterland en de zee, waar aan de monding van de rivier Delfshaven werd gebouwd. Door die grote afzetmarkt kwamen de handel en nijverheid in Delft vanaf de dertiende eeuw in bloei. Er werd vooral gehandeld in boter, textiel en bier. Al snel groeide Delft uit tot een van de grotere steden van Holland. Zo woonden er omstreeks het jaar 1400 al ruim 6500 mensen. Hoewel Delft in 1536 tijdens een grote stadsbrand grotendeels in de as werd gelegd, ging de groei gewoon door.

Op 14 november 1572, tijdens de Nederlandse Opstand tegen Spanje, vestigde Willem van Oranje zich in het Sint-Agatha klooster, dat later werd omgedoopt tot de Prinsenhof in Delft. Van Oranje koos voor Delft omdat de stad vanwege haar vestingwerken goed verdedigbaar was. Met de komst van de edelman die zich had opgeworpen als ‘vader des vaderlands’ en leider van de Opstand, werd Delft een centrum van het verzet tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Op 10 juli 1584 werd van Oranje na zijn lunch door Balthasar Gerards in Delft vermoord.

Net als de rest van de Republiek der Nederlanden, beleefde Delft in de zeventiende eeuw een nieuwe bloeiperiode, die de geschiedenis inging als de Gouden Eeuw. Er werd zowel van de Oost-Indische Compagnie als van de West-Indische Compagnie een vestiging in Delft opgericht. De Delftse VOC-kamer zond drie keer per jaar een vloot uit richting de Oost, die specerijen, chinees porselein en andere luxegoederen mee terugnamen. Het Delfts aardewerk, dat bekend ging staan als ‘Delfts blauw’ werd over de hele wereld geëxporteerd. Door de economische impuls die dat opleverde, kwamen ook de kunsten en de wetenschap tot bloei. In de zeventiende eeuw woonden en werkten bijvoorbeeld Johannes Vermeer en Anthoni van Leeuwenhoek in Delft. In 1654 werd met de ‘Delftse donderslag’ een groot deel van de stad verwoest toen een opslagplaats voor buskruit ontplofte.

Vanaf 1672, het jaar dat in Nederland bekendstaat als het Rampjaar, ging het ook met Delft bergafwaarts. De stad werd overvleugeld door Den Haag als nieuw bestuurlijk centrum en door Rotterdam als belangrijkste havenstad. De meeste plateelbakkerijen waar het beroemde Delftse aardewerk werd gemaakt werden gesloten. Pas in de negentiende eeuw krabbelde Delft weer op. Hoewel de handel en nijverheid vrijwel volledig waren verdwenen, was Delft vanwege de gunstige ligging aan water- en spoorwegen een ideale plaats voor industrie en wetenschap. Er vestigden zich verschillende industriebedrijven, waaronder een grote gistfabrikant (het huidige DSM). In 1842 opende koning Willem II de Koninklijke Akademie ter opleiding van burgerlijke ingenieurs, de voorloper van de TU Delft.

Wat zie je van die woelige geschiedenis tegenwoordig nog terug in Delft? Ontzettend veel! Als je tegenwoordig een dagje naar Delft gaat kun je een rondvaartboot nemen of om de geschiedenis van Delft met eigen ogen te aanschouwen. Wist je bijvoorbeeld dat de huidige Paardenmarkt in Delft ligt op de plek die in 1654 na de buskruitontploffing werd verwoest? En dat het nieuwe Kruithuis precies ‘één kanonskogel afstand’ verderop ligt? Ook kun je de kogelgaten die achterbleven in de muur na de moord op Willem van Oranje nog terugzien in de Prinsenhof en praalgraven van Nederlandse zeehelden als Maarten Tromp bewonderen in de Nieuwe Kerk.

Agnetapark.

Aan de noordwestkant van de binnenstad ligt het Agnetapark. Het oudste deel dateert uit 1882-1885 en vormt het eerste Nederlandse voorbeeld van een tuinwijk. De huisjes in cottagestijl in een groene omgeving zijn ontworpen door E. Gugel. Het park is aangelegd door landschapsarchitect L.P. Zocher. De oprichter van de Gist en Spiritusfabriek, J.C. Van Marken, liet de woningen aanleggen voor zijn fabrieksarbeiders en hun gezinnen. Hij zette daarmee een nieuwe maatschappelijke en stedenbouwkundige ontwikkeling in die ook buiten Nederland toonaangevend was.  In de periode 1925-1929 volgde een uitbreiding in de stijl van de Amsterdamse School: het Nieuwe Park. Het Agnetapark is bijzonder omdat het de oudste fabriekskolonie in Nederland is dat in een landschappelijke aanleg is uitgevoerd. Hierdoor is het Agnetapark in 2011 door het Rijk aangewezen als beschermd stadsgezicht.

Nieuwe station Delft Centrum.

De eerste trein passeerde Station Delft op 31 mei 1847. Het station, dat op 3 juni 1847 zijn deuren opende, was aanvankelijk gesitueerd aan de Houttuinen. Doordat de toestroom van passagiers en goederen binnen enkele decennia sterk gegroeid was voor het relatief kleine station, werd er enkele honderden meters zuidelijker in 1885 een nieuw station geopend. 

Vanaf 2009 is er gebouwd aan een spoortunnel om het viaduct, dat dwars door de stad loopt, te vervangen. Op 28 februari 2015 zijn de nieuwe spoortunnel en het nieuwe stationsgebouw, na ongeveer 6 jaar bouwen, geopend voor het publiek, terwijl de officiële opening op 9 april 2015 plaatsvond. De spoortunnel is hierbij omgedoopt tot Willem van Oranjetunnel.

Van het nieuwe station (2015) is het bovengrondse gedeelte ontworpen door Mecanoo Architecten uit Delft. Het ondergrondse deel is ontworpen door het Amsterdamse bureau Benthem Crouwel. Het meerlaags station heeft een hal met een gewelfd plafond met lamellen waarop een stadsplattegrond van Delft uit 1877 is uitgebeeld. De kolommen en muren van de stationshal zijn bekleed met gebroken tegels in een hedendaagse variant op Delfts blauw. Tussen stationshal en de perrons van de spoortunnel (tweede laag onder de grond) bevindt zich de fietsenstalling. De entree van het station is aan de kant van de binnenstad (Westvest). Het station wordt later geïntegreerd met het stadskantoor.