rondkijken in ....

Naarden

alles is gratis

Stadswandeling niet beschikbaar

naar alle andere stadswandelingen

InZicht video niet beschikbaar

naar alle andere InZicht video's

ZichtOp video over Naarden

fotovideo met muziek

understanding Dutch is not necessary


Fotoshow van Naarden

understanding Dutch is not necessary


foto: Jan Geerling cc-by-sa-4.0 

Geschiedenis van Naarden

Naarden begon in 996 als een havendorp aan de Zuiderzee, toen ook al deel van Gooiland. De stad ervoer veel pech en werd door de tijd onder andere geplunderd, afgebrand en grotendeels verdronken. In 1355 werd het herbouwd door de graaf van Holland, hertog Willem van Beieren. Nadat Naarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog de protestantse kant gekozen had, kreeg de stad op 1 december 1572 een zware slag te verduren. Spaanse troepen onder leiding van Don Frederik, de zoon van de hertog van Alva, rukten als onderdeel van Don Frederiks veldtocht op tot voor de middeleeuwse stadsmuren. Uit angst voor een mogelijke Spaanse vergelding, in het geval de bewoners langer verzet bleven bieden, openden de inwoners de stadspoorten. Vóór het toenmalige stadhuis vermoordden de Spanjaarden alsnog zevenhonderd Naardense inwoners, inclusief vrouwen en kinderen. De gebeurtenis werd bekend onder de naam het Bloedbad van Naarden. Het stadhuis bestaat nog steeds en heet nu Het Spaansche Huis. En als een extra vergelding, om toekomstige opstandige gevoelens tegen te gaan, braken de Spanjaarden de stadsmuren af. Het was duidelijk dat Naarden beter verdedigd moest worden. Er werden vestingwerken aangelegd volgens het Oudnederlands stelsel. Adriaen Anthonisz (ook verantwoordelijk voor de vestingwerken van Muiden), was hierbij de belangrijkste ontwerper.

De vestingwerken werden verder uitgebreid door de Fransen die, onder leiding van Lodewijk XIV, de verwaarloosde vesting in 1672 zonder slag of stoot hadden veroverd. Deze uitbreidingen bestonden uit het aanbrengen van ravelijnenvoor de courtines (weermuur tussen twee bastions) en het aanbrengen van een pallisadewal met gracht voor de hoofdwal. Deze verbeteringen konden echter niet voorkomen dat de stad in 1673 werd heroverd door Willem III van Oranje. Na de herovering door de troepen van de stadhouder werd besloten de vesting te moderniseren. Op initiatief van Willem III maakte Adriaan Dortsman, met hulp van Nicolaas Witsen, een definitief ontwerp voor de verdedigingswerken van Naarden. Dortsman beleefde echter weinig plezier aan zijn opdracht. De besturen van Amsterdam zagen in de nieuwe vesting eerder een bedreiging dan een bescherming en grepen elke kans aan om de bouw te saboteren. Bij een inspectie in 1681 kwamen ernstige gebreken aan het licht, het gevolg van malversaties waarvan Dortsman grotendeels onterecht de schuld kreeg. Het werk werd voltooid door Willem Paen. In 1685 was de huidige verdedigingslinie af met een dubbele gordel van wallen en grachten.

Vanaf de 17e eeuw maakte Naarden deel uit van de Oude, en later de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Hiervan is het fort Ronduit, aan de noordkant van Naarden, officieel het noordelijkste onderdeel. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, heeft de beroemde vestingbouwer Menno van Coehoorn geen aandeel gehad in de bouw. Wel uitte hij hevige kritiek op het uiteindelijke ontwerp. In het voorwoord van diens boek 'Nieuwe Vestingbouw' leverde Van Coehoorn zware kritiek op een 'Sekere Fortresse' die opvallende gelijkenissen vertoonde met de toen bijna voltooide Naardense vesting. Van november 1813 tot mei 1814 vond het Beleg van Naarden plaats door het Nederlandse leger nadat de Franse generaal Quitard de la Porte (die de vesting in 1795 had ingenomen) weigerde de vesting op te geven na de capitulatie van Napoleon. De laatste keer dat er uitgebreid aan de vestingwerken gesleuteld is, was na de Frans-Duitse oorlog in 1870-1871. Deze toevoegingen bestonden uit het bouwen van een reeks onderaardse 'bomvrije' kazernes in de kelen van een aantal bastions en het bouwen van verzonken mortierkazematten in de saillanten (punten) van een aantal bastions. Verder kwamen er een bomvrij ziekenhuis en een bomvrije bakkerij in een van de bastions. In het bastion Turfpoort is sinds 1955 het Nederlands Vestingmuseum gevestigd, dat een binnen- en buitencollectie toont en veel activiteiten ontplooit.

Tussen 1867 en 1870 werd ook het Offensief voor Naarden aangelegd. Een vijftal versterkingen schermden het hoge gebied af ten zuiden van de Vesting Naarden, maar lagen voor de inundaties van de waterlinie. Vanuit hier waren offensieve acties tegen de invallende legers mogelijk. In de eerste fase van de strijd lag het veldleger voor de inundaties, maar bij tegenslag trok het leger zich terug achter de inundaties. De fortenrij beschermde de ruimte tot Naarden waardoor de troepen tijd kregen om veilig terug te trekken. De vestingfunctie van Naarden had ook gevolgen voor de bebouwing buiten de eigenlijke vesting. Vanwege de Kringenwet van 1853 moesten gebouwen buiten de vestingwallen en daarmee verwante militaire instellingen (zoals de batterijen aan de Karnemelksloot, onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie) van hout worden gebouwd (een stenen voet van maximaal 50 centimeter was toegestaan). Bij een eventuele aanval konden deze dan gemakkelijk worden afgebrand en kon de vijand zich niet hierachter verstoppen. Zeer fraaie voorbeelden van dit soort huizen zijn te vinden aan de Verlengde Fortlaan en (vooral) de Sandtmannlaan in Naarden. Dit zijn 12 merendeels dubbele woningen, in 1910-1912 gebouwd door de Amsterdamse architect G.E.A. Sandtmann, gelegen tegen de grens van Bussum.

In 1926 verloor Naarden zijn vestingfunctie, en de verdedigingswerken raakten in verval, zoals in de historie vaker was voorgevallen. Sinds 1932 maakt de Stichting Menno van Coehoorn zich sterk voor behoud van de vesting. Tussen 1964 en 1987 is het grootste deel van de vestingwerken gerestaureerd in opdracht van de Rijksgebouwendienst. De vesting met omliggend gebied is sinds 1985 een beschermd stadsgezicht.