gepubliceerd: 21-08-2021
Fotoblog 1138
de glorietijd van de houtscheepsbouw in Papenburg
hoe een bedreiging werd omgezet in een kans
Met name in de beginjaren was het leven van de kolonisten in het veen van Papenburg zwaar. Maar de veenkolonie was op een slimme manier aangelegd: er was ruim voldoende turf en de markt voor turf lag vlak voor de deur. Turf was een veelgevraagde brandstof waar Papenburg meer dan genoeg van bezat. De nieuwe methode van landontginning gebruikte het veen op een dubbele manier: er werd systematisch geturfd en de afgeturfde terreinen werden voor de landbouw gebruikt.
Rond 1700 was er een drukke kanaal- en rivierscheepvaart waarmee de turfladingen naar de markten in Oost-Friesland werden gebracht. Inmiddels waren de eerste kolonisten financieel sterk genoeg om eigen schepen te kopen. In 1719 verbood de Oost-Friese landsheer van Papenburger turf en de uitvoer van mest en hooi die nodig was om de zanderige gronden te kunnen gebruiken. De Papenburgers zijn erin geslaagd deze tegenslag om te buigen in hun voordeel: ver over de grenzen vonden ze nieuwe markten en handelsrelaties.
In de 19e eeuw was Papenburg een belangrijke handelsplaats voor consumptiegoederen, maar vooral ook voor hout uit Scandinavië. Een deel van het hout was ook nodig voor de houtscheepbouw in Papenburg. Papenburg floreerde als nooit tevoren. Midden 19e eeuw waren er in Papenburg 19 houtscheepswerven gevestigd. De Papenburger kapiteins voeren op alle oceanen. Zelfs de Atlantische oceaan staken zij frequent over naar Zuid Amerika.
Aan het eind van de 19e eeuw begint de neergang van de Papenburger houtscheepsbouw. Het tijdperk van het stoomschip begint. In 1903 werd het laatste houten schip te water gelaten op de Papenburger werf van Abraham Beckman. Als herinnering aan de glorietijd van de houtscheepsbouw liggen in het Hauptkanal anno nu zes museum replica's van origineel houten schepen.
De Margatha von Papenburg werd in de 19e eeuw vooral gebruikt in de kustvaart en kenmerkt zich door een volumineuze vorm met een vlakke bodem en sterk afgeronde en opstaande boeg- en achterstevenvormen.
De tjalk Thekla von Papenburg is een platbodem zeilschip met karakteristieke zwaarden en is door zijn geringe diepgang bijzonder geschikt voor het bevaren van ondiepe kanalen.
De brik 'Friederike von Papenburg' is het symbool van de stad, de oudste en langste veenkolonie van Duitsland. Een brik is een betrekkelijk klein, snelvarend zeilschip met twee masten. Een brik heeft twee vierkantgetuigde masten, aangevuld met stagzeilen. Achter de grote mast bevindt zich een langsscheepszeil, het 'brikzeil'. De brik moest bakzeil halen toen het stoomschip zijn intrede deed. De brik had moeite om aan de wind te varen en had een relatief grote bemanning nodig voor een schip van tamelijk geringe omvang.
Iedere week een mooie stad bekijken? Abonneer u op de Microtoerisme Nieuwsbrief!
Vul uw email adres in en bevestig met 'Subscribe'. U krijgt daarna op dat email adres eerst nog een mailtje dat u moet bevestigen. Pas dan is de inschrijving voltooid.