rondkijken in ....

Lochem

alles is gratis

Stadswandeling niet beschikbaar

naar alle andere stadswandelingen

InZicht video niet beschikbaar

naar alle andere InZicht video's

ZichtOp video over Lochem

fotovideo met muziek

understanding Dutch is not necessary


Fotoshow van Lochem 

understanding Dutch is not necessary

Lochem


foto: Jan Geerling cc-by-sa-4.0 

Geschiedenis van Lochem

De nederzetting Lochem is ontstaan aan een kruising van handelswegen (Zutphen-Westfalen, Deventer-Westfalen) en aan de rivier de Berkel. De graven van Zutphen zijn de grootgrondbezitters en hun hof moet ergens in Lochem hebben gestaan. Van de ligging, de aanwezigheid van een hof en de aanwezigheid van een windmolen op de Hoge Enk gaat een economische stimulans uit die de nederzetting van het omringende land onderscheidt.

Lochem zal zijn begonnen als een aantal bij elkaar gelegen hoeven ten noorden van de Hoge Enk en ten zuiden van de Berkel aan een doorwaadbare plaats. Dit was gunstig voor handelsdoeleinden en tolheffing. De naam Lochem geeft de belangrijkste aanwijzing voor de ouderdom. Hierin zit namelijk 'heem', wat woonplaats betekent. Dit element raakte na de tiende eeuw in onbruik. Vermoedelijk is Lochem door Franken gesticht.

Van de aanwezigheid van een hof van de heren van Zutphen is voor het eerst sprake in een rekening uit 1294/5. Gezien de pachtopbrengst moet het een grote hof zijn geweest. Eind dertiende eeuw vallen alle horige goederen van de graaf in de huidige gemeenten Lochem en Ruurlo onder deze hof. Op de Hoge Enk laat de graaf een windmolen bouwen waar horigen hun graan (moeten) laten malen.

Van de ligging aan de handelsweg naar Westfalen, de aanwezigheid van een hof en de aanwezigheid van een windmolen gaat een economische stimulans uit die de nederzetting van het omringende land onderscheidt. Op 9 juli 1233 krijgt Lochem stadsrecht van graaf Otto II van Gelre. Dat betekent niet dat Lochems aanblik drastisch wijzigt, maar wel dat de burgers er andere rechten genieten dan op het omringende platteland.

Nog in de zestiende eeuw was er in de stad een huis met de naam 'Hof', een herinnering aan het ooit grafelijke huis. Nu woonde daar waarschijnlijk de schout. Waar het precies stond is niet zeker, maar men denkt dat het dicht bij de Molenpoort was. In Lochem hebben twee kloosters gestaan, het Grote of Sint-Agnes Convent en het kleine Convent. Het grote Convent is gesticht tussen 1386 en 1397, waarschijnlijk in de geest van Geert Groote, grondlegger van de 'Moderne Devotie'. Dat het Kleine Convent voortleeft in de naam Bagijnestraat, maakt aannemelijk dat het hier om een bagijnenhof ging.

Het westelijk deel van de stad is ontstaan als voorstadsontwikkeling langs de uitvalsweg naar Deventer. In de veertiende eeuw is dit deel binnen de omwalling gevoegd. Tot in de twintigste eeuw hebben binnen de wallen boerderijen en stallen gestaan. De koeien werden geweid op de Molengrond, de stadsweide, het restant van het middeleeuwse gemeenschappelijke Molengoor. Na de verlening van het stadsrecht is begonnen met het aanleggen van verdedigingswerken. In 1312 was sprake van poorten en in 1330 van een houten keerwand die zou worden vervangen door een stenen muur met drie poorten. In die tijd zal ook de verdedigbare 'Blauwe Toren' zijn gebouwd. Als vestingstad heeft Lochem nooit een groot garnizoen ter verdediging gehuisvest, maar de ligging aan de Berkel gaf het toch een strategische positie. De huidige grachten vormen een belangrijk restant van de vroegere vesting.

De woelige tijden van de middeleeuwen zijn aan Lochem niet voorbij gegaan. Langdurig heerste er toen strijd tussen de hertog van Gelre en die van Bourgondië met als inzet de heerschappij over deze gebieden. Na eerst bezet te zijn door de Bourgondiërs werd Lochem in 1506 door Karel van Gelre ontzet. Het lukte Karel echter niet om ook kasteel Wildenborch te bezetten, van waaruit Johan van Wisch en Berend van Hackfort, Gelderse edelen die Philips de Schone aanhangen, geregeld strooptochten hielden. Lochem leefde dan ook onder voortdurende bedreiging en Lochemse burgers hadden het zwaar te verduren.