rondkijken in ....

Medemblik

en in  het Stoomachine  Museum

alles is gratis

Stadswandeling niet beschikbaar

naar alle andere stadswandelingen

InZicht video niet beschikbaar

naar alle andere InZicht video's

ZichtOp video over Medemblik

fotovideo met muziek

understanding Dutch is not necessary


Fotoshow van Medemblik 

understanding Dutch is not necessary

Medemblik

Stoomachine Museum


foto: Jan Geerling cc-by-sa-4.0 

Geschiedenis van Medemblik

Medemblik is de kleinste, maar ook de oudste stad van Westfriesland aan de vroegere Zuiderzee. Uit opgravingen is gebleken dat Medemblik reeds lang als bewoonde plaats bestond toen Graaf Floris V aan het einde van de 13e eeuw in Medemblik zijn dwangburcht tegen de pas onderworpen Westfriezen oprichtte. Medemblik kreeg als eerste stadsrechten van de Graaf. Dat was in 1289. De verjaardag hiervan wordt gevierd op 25 maart. Medemblik schijnt gegroeid te zijn bij de monding van de Leeck, een waarschijnlijk gegraven afwatering van de binnenstad. De eerste haven werd evenwijdig achter de oost-westwaarts lopende zeedijk gegraven. De naam Oude Haven herinnert hieraan. Rond die eerste haven zijn steeds meer mensen neergestreken omdat er handel te drijven viel.

De 16e eeuw wordt ook wel de eeuw van de rampen genoemd. Grote Pier kwam in 1517 met zijn leger om de stad te plunderen; in 1555 was er een enorme stadsbrand die bij het stadhuis begon en onder meer een klooster en kerk vernielde; tenslotte had Medemblik in de Spaanse tijd zwaar te lijden; in 1572 werd de stad tot overgave gedwongen en in 1588 nogmaals belegerd. De 16e eeuw eindigde overigens goed. In 1589 werd begonnen de Oosterhaven te graven. Die haven heeft tot op de dag van vandaag een belangrijke functie voor Medemblik. Honderd jaar na de aanleg werd van het westelijk deel (nu Westerhaven) een soort dok gemaakt door afsluiting via een speciaal geconstrueerde schipsluis. Daar verrezen werfjes, hellingen etc....

In 1811 had keizer Napoleon plannen om Medemblik als oorlogshaven aan te wijzen. Deze plannen bleven slechts op papier; Het Nieuwe Diep lag gunstiger. Wel bleef tot 1850 het opleidingsinstituut voor de marine in Medemblik in wat nu nog altijd ‘Landswerf’ heet. De aanleg van het Noordhollands Kanaal ontnam Medemblik het belang als havenstad. Er bleef uiteindelijk slechts een vissersvloot over. Doch ook deze verdween, hetgeen tot gevolg had dat een 30 jaar geleden de visafslag moest worden opgeheven. Enige jaren later onderging de agrarische veiling in Medemblik eenzelfde lot.

Het was in de zestiger jaren van de vorige eeuw dat voor Medemblik een nieuw hoofdstuk begon, namelijk de verheugende ontwikkeling van Medemblik tot internationaal watersportcentrum. Uit diezelfde periode kan tevens als belangrijk feit worden vermeld dat een aantal industrieën kon worden aangetrokken die nu met elkaar voor vele arbeidsplaatsen zorgen. Door deze gunstige ontwikkelingen konden extra woningen worden gebouwd en ontstond er een uitgebreid winkelbestand. Bepaalde voorzieningen, met name voor de sport, konden worden gerealiseerd. In 1989 werden de sportvelden, ooit aangelegd op een vervallen en dichtgeslibde haven, in het centrum van Medemblik weer onder water gezet om er een moderne jachthaven met 235 ligplaatsen te kunnen realiseren. In 1999 werd Regatta Center Medemblik geopend, een jachthaven met 450 ligplaatsen en een met name voor de wedstrijdzeilsport belangrijk internationaal zeilwedstrijdcentrum met alle moderne faciliteiten.

En zo wordt de ruimte in Medemblik geschikt gemaakt voor inwoners, ondernemers en toeristen. Medemblik is nu een mooie gezellige woonstad, met nieuwe woonwijken, maar tevens een stad die de historische structuur van haar oude binnenstad wil handhaven. Centraal in het oudste deel van Medemblik staat –vanaf 1548– het raadhuis. Het oude deel van het stadhuis dateert uit de periode 1939-1941 en is een schepping van architect Kropholler. In februari 1991 werd de nieuwe vleugel aan dit oude stadhuis door de gemeentelijke sectoren in gebruik genomen. In het stadhuis werken het gemeentebestuur en het ambtelijk apparaat voor de stad en haar meer dan 7600 inwoners. Bij dat werk neemt de zorg voor het levendig houden, het restaureren en renoveren van de oude binnenstad, waaraan Medemblik haar geschiedenis en charme dankt, één van de belangrijkste plaatsen in. Het einde van de groei is nog niet in zicht. De verwachtingen zijn gunstig en de gemeente speelt daarop in met nieuwe initiatieven. Initiatieven die vooral gericht zijn op het behoud van werkgelegenheid en de versterking van de positie van Medemblik op recreatief en toeristisch gebied. 

Het Nederlands Stoommachine Museum.

Het Nederlands Stoommachinemuseum houdt de geschiedenis van zowel het stoomgemaal “Vier Noorder Koggen” alsmede de ontwikkeling en betekenis van stoommachines levend. De originele pompen en een groot aantal prachtige machines, die bijna allemaal op stoom kunnen draaien, geven een mooi tijdsbeeld weer. Stoom was belangrijk en stoom is belangrijk in ons dagelijks leven. Verwonderde gezichten staren je aan als de rondleider vertelt dat de stroom die thuis uit het stopcontact komt voor het overgrote deel door stoom wordt verkregen. Mensen hebben geen idee wat stoom teweeg kan brengen en de krachten die het kan ontwikkelen om grote en zware machines in werking te stellen. 

Wie het stoomgemaal Vier Noorder Koggen binnenloopt hoort daar nog steeds de stoommachines puffen, voelt de warmte uit de ketel, ruikt de olie en wordt naar binnengezogen door een wereld van glanzend koper, chroom, ijzer en snel bewegende zuigers. Het is de romantiek van stoom en stoommachines. Het stoomgemaal werd gebouwd in 1869 en is vernoemd naar het ambachtsgebied en waterschap dat door dit gemaal en daarvoor 24 molens bemalen werd. Rond dat jaar kwam ook de industrialisatie van Nederland goed op gang. Na bijna 200 jaar begon de welvaart in ons land weer te groeien. Het gebruik van windmolens als krachtbron nam snel af. Op zogenaamde Superstoomdagen wordt het stoomgemaal net als vroeger in werking gezet. De stoommachine zet de pomp in beweging en water uit de West-Friese polders wordt via de kolk in het IJsselmeer gespuid. Het gemaal is geen onderdeel meer van het waterbeheer, maar dankzij de museale functie hebben het gebouw en de oorspronkelijke machines zoals de pompen, de aandrijving en de stoomketels, de status van industrieel erfgoed verworven en vertellen zij, te midden van Nederlands’ grootste collectie nog werkende stoommachines onder één dak, het verhaal over het Land van Water en Stoom.

In de machinetuin achter het museum staat onder andere de stoomhijskraan Boele 9. Deze stoomhijskraan is afkomstig van de voormalige scheepswerf Boele in Bolnes. De hijskraan heeft historische betekenis voor de haven van Rotterdam. Na de Tweede Wereldoorlog bouwde Scheepswerf Boele van dit type vier stoomhijskranen. Het materiaal dat de werf hiervoor gebruikte was afkomstig van Rotterdamse hijskranen die in de oorlog door de Duitsers waren vernield. De Boele 9 werd aan de hand van een nauwkeurig opgesteld restauratiebestek teruggebracht in de oorspronkelijke staat. Tijdens Superstoomdagen wordt de Boele 9 onder stoom gebracht om het publiek te laten zien hoe er vroeger met stoom werd gewerkt. De kraan hijst dan bomen op de eveneens door stoom aangedreven zaagmachine. Op het buitenterrein worden ook regelmatig andere bijzondere stoommachines getoond, zoals de Garrett stoomwals. Maar ook voor de asfaltverwerkingsmachine en een unieke houtzaaginstallatie worden de ketels van verschillende stationaire en mobiele stoommachines (locomobiels) periodiek onder druk gebracht.

In de binnenhaven van het museum ligt de kolengestookte stoombaggermolen Vooruit. Het is een emmerbaggermolen uit 1941 van het Friese baggerbedrijf Krikke uit Oudehaske (bij Heerenveen). In 2005 werd deze baggermolen op een dieplader naar Medemblik gebracht en op spectaculaire wijze in een nieuw gegraven binnenhaven te water gelaten. Vrijwilligers zijn jaren bezig geweest de baggermolen weer aan het draaien te krijgen. Dat is gelukt maar ze zijn nog lang niet klaar. Door de toegepaste stoomtechniek is deze baggermolen een symbool van de industriële revolutie in Nederland. Door de authentieke inrichting van de verblijfsruimten in de baggermolen is nog goed te zien hoe de bemanning aan boord leefde en werkte.

Dankzij een ruimhartige subsidie van de gemeente Medemblik krijgt het Stoommachinemuseum de kans zich de komende jaren verder te ontwikkelen tot een aantrekkelijk knooppunt in Medemblik. Rijk aan Verhalen. De ligging net buiten de stad lijkt een nadeel, maar is juist een enorm voordeel. Het monumentale gebouw ligt in een rustige en natuurlijke omgeving en is omgeven door een netwerk van wandel-, fiets- en waterwegen die toegang geven tot het Land van Water en Stoom, een nieuwe naam voor het museum waarin beide thema’s in een oogopslag herkenbaar zijn. Of het museum nu gebruikt wordt als uitvalsbasis voor een nadere verkenning van het achterland of juist als rustpunt tijdens een sportieve wandeling, fiets- of vaartocht of als onderbreking van de lange autorit, een bezoek aan het Stoommachinemuseum is altijd een aangenaam cultureel intermezzo.