rondkijken in ....

Assen

alles is gratis

Stadswandeling niet beschikbaar

naar alle andere stadswandelingen

InZicht video over Assen

 Nederlands gesproken



ZichtOp video over Assen

fotovideo met muziek

understanding Dutch is not necessary


foto: Jan Geerling cc-by-sa-4.0 

Geschiedenis van Assen

De geschiedenis van de Drentse hoofdstad begint eigenlijk pas in 1258, toen er een nieuwe plek gevonden moest worden voor het klooster Maria in Campis, dat als boetedoening in de buurt van Coevorden was gebouwd. Het stond daar in een arm veengebied dat regelmatig ook nog eens onder water liep. Een betere en dus vooral drogere plek voor het Cistercienzer klooster werd gevonden in de marke van Witten, op een plek waar destijds alleen een paar boerderijen stonden. Rondom lagen buurtschappen als Deurze, Witten en Peelo. Van het laatste gaat de bewoningsgeschiedenis terug tot de tijden dat de hunebedden werden gebouwd, maar het ligt nu ingeklemd tussen twee nieuwbouwwijken van Assen.

Het klooster werd gebouwd aan wat nu de Brink van Assen is. Op de plaats van het klooster staat nu het Drents Museum, in 1882 gebouwd als provinciehuis. Slechts de Abdijkerk, de singelstructuur rond het vroegere kloosterterrein en wat gedeelten van muren herinneren nog aan het de religieuze start van de stad. En ook het stadswapen, want dat erg lijkt op het aloude zegel van het klooster. Het gemeentewapen van Assen was oorspronkelijk het midden-zegel van de Landschap, maar is in 1821 aan de gemeente als wapen toegekend.

Men meende het namelijk voor de provincie (toen departement geheten) niet meer nodig te hebben. Het geeft ook aan hoezeer de stadsgeschiedenis verweven is met die van het provinciaal bestuur. De provincie heeft nu hetzelfde wapen, maar in spiegelbeeld (kind op de linker knie). Die verbintenis heeft te maken met het feit dat rond 1600 de abdijgoederen werden geseculariseerd. Maria in Campis bestond niet meer, maar de gebouwen nog wel. Door de centrale ligging van Assen en het feit dat het bestuur van wat toen nog 'de Landschap Drenthe' heette een dak boven het hoofd zocht voor bestuur en ambtenaren is Assen zetel geworden van het provinciaal bestuur en daarmee feitelijk ook hoofdstad van de provincie.

Van een gemeente Assen was zelfs in kerkelijke zin nog geen sprake. Er was dan wel een Abdijkerk, maar Assen viel kerkelijk en bestuurlijk onder Rolde. In  1615 kreeg Assen pas een eigen predikant. In 1807 kreeg Assen een eigen gemeentebestuur. In de jaren daarvoor had het dorp zich al bestuurlijk los gemaakt van de Rolder zeggenschap. In 1795 al stuurde Assen een eigen vertegenwoordiger naar de Landdag. Een gemeentebestuur overigens dat in veel gevallen in de schaduw opereerde van het provinciaal bestuur dat zich altijd prominent in het 'Drentse Haagje' heeft gemanifesteerd. Het gemeentebestuur kwam er ook voornamelijk door toedoen van provinciale bestuurders als gouverneur Petrus Hofstede. Dat was tegelijk degene die Koning Lodewijk Napoleon bij diens toer door Drenthe ertoe bracht om Assen stadsrechten te verlenen, het sterrebos (nu uniek gelegen midden in de stad) over te dragen, geld voor 'Nieuwe Huizen' te leveren en een stadsuitbreidingsplan te laten maken. Aan die tijd dankt Assen ook de veelzeggende bijnaam 'het Herenbolwerk'.

Assen telt nu (2007) 65.000 inwoners, maar een stadse omvang kreeg het pas na de Tweede Wereldoorlog. Toch is het al sinds 1809 officieel stad. Na Coevorden werd het toenmalige dorp van zo'n zeshonderd zielen de tweede plaats in Drenthe met stadsrechten, verleend door koning Lodewijk Napoleon, die met het dorp grootse plannen had. Een plan om het tot een echte stad te maken is destijds opgezet, maar helaas voor Assen werd het Koninkrijk Holland in 1810 ingelijfd bij het Frankrijk van Napoleon Bonaparte en kwam er van de plannen bitter weinig terecht.

Als bestuurlijk centrum trok Assen energieke en welgestelde inwoners en daarmee ook initiatieven, die bijdroegen tot een langzaam maar zekere groei van voorzieningen en aanzien. Zoals een krantendrukkerij in 1823, een Latijnse school in 1825, een diligencedienst op Groningen in 1830,  een rechtbank in 1840, een eerste aanzet voor een garnizoen in 1852 en een spoorwegstation in 1870. Niet onbelangrijk was ook de Drentse Hoofdvaart die tot aan het hart van het stadje werd doorgetrokken (met aan weerszijden van het water nu de statige herenhuizen van de initiatiefnemers en het openstellen van het Noord-Willemskanaal in 1861. De belangrijkste monumenten van de stad dateren dan ook uit de negentiende eeuw.

Rond de eeuwwisseling begon voor Assen ook de industrie een rol te spelen. Het was op en top een ambtenarenstadje, maar exportslachterij, zuivelfabriek en ijzergieterij doorbraken die eenzijdige ontwikkeling, zodat de groeimogelijkheden breder werden. Rond 1930 kreeg de stad ook een centrumrol voor de gezondheidszorg door onder meer de bouw van een psychiatrisch ziekenhuis.

Toch telde Assen tot de laatste oorlog niet veel meer dan zo'n 20000 inwoners. De TT had het stadje op de Drentse hei inmiddels bekendgemaakt, maar pas door de aanwijzing als industriekern eind jaren vijftig kwam de vaart erin. De Nederlandse Aardolie Maatschappij vestigde zich in de stad en daarmee was een trend gezet, die sindsdien alleen maar versterkt is. Nu is Assen niet alleen meer bekend om de TT, Bartje en de Drentse Rijwielvierdaagse. Het is ook de snelst groeiende stad van Noord-Nederland, kent de werkgelegenheid in met name de zakelijke dienstverlening een ongekende groei en zijn nieuwe bouwkavels al verdeeld voordat de uitgifte is begonnen. Als spin in het noordelijke autowegennet blijkt de abt van het klooster van Aduard destijds een plek met toekomst te hebben uitgezocht voor de Cistercienzer nonnen.