rondkijken in ....

Leermens

alles is gratis

Stadswandeling niet beschikbaar

naar alle andere stadswandelingen

InZicht video niet beschikbaar

naar alle andere InZicht video's

ZichtOp video over Leermens

fotovideo met muziek

understanding Dutch is not necessary


Fotoshow van Leermens

understanding Dutch is not necessary


foto: Jan Geerling cc-by-sa-4.0 

Geschiedenis van Leermens

Leermens is een wierdedorp, ontstaan op een kwelderwal aan de Fivelboezem. Aangenomen wordt dat het ontstaan is aan het begin van de jaartelling. De wierde behoort tot de hoogste van de provincie. De eerste vermelding van het dorp is in de 10e eeuw, wanneer het wordt geschreven als Lethermengi. Uit 1040 dateert een oorkonde waarin koning Hendrik III de goederen van een zekere Uffo en zijn broers, gelegen te Lintherminge (Leermens) en het nabijgelegen Eenum, aan bisschop Bernold van Utrecht schenkt. De betekenis van de naam van het dorp heeft echter oudere wortels en zou afgeleid zijn van het Germaanse Linthihrabningja (of Linthihrabhna). Dat zou 'toebehorend aan zachtmoedige raaf' of 'lieden van de zachtmoedige raaf' kunnen betekenen. De latere benaming Letherminge (verwijzend naar Liudger) werd via Leermsum begin 15e eeuw omgevormd tot Leermens, waarbij het suffix -ens duidt op 'gezamenlijke bewoners'.

In de middeleeuwen vormde Leermens een rechtscentrum binnen Fivelgo. In de late middeleeuwen werd het Leermenstermaar gegraven, waarmee het dorp (via het Oosterwijtwerdermaar) een verbinding kreeg met het Damsterdiep. Na de middeleeuwen werd Leermens echter door de omliggende dorpen Loppersum, Middelstum en Stedum in belang voorbijgestreefd. In de 19e eeuw breidde het dorp zich uit aan zuidzijde langs de as van de Dieftilweg. De wierde is rond 1910 deels afgegraven aan de noordzijde en bij de zuidelijke punt. De wierdegrond werd vervoerd naar de veenkoloniën. De radiale structuur is echter relatief goed bewaard gebleven. Zo zijn de beide wegringen rond de kerk (waaronder de ossengang) en de dwarsverbindingen daartussen nog intact. Omdat ook veel oude bebouwing bewaard is gebleven, werd het dorp in de 20e eeuw aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Vroeger telde het dorp drie kruideniers, een bakker, schoenmaker, slager, smid, een zestal fruittelers en een café, die nu allemaal verdwenen zijn.