rondkijken in ....

Edam

alles is gratis

Stadswandeling niet beschikbaar

naar alle andere stadswandelingen

InZicht video niet beschikbaar

naar alle andere InZicht video's

ZichtOp video over Edam

fotovideo met muziek

understanding Dutch is not necessary


Fotoshow van Edam

understanding Dutch is not necessary


foto: Jan Geerling cc-by-sa-4.0 

Geschiedenis van Edam

Edam de parel van Noord-Holland. Wie door de oude straatjes en langs de verstilde grachtjes wandelt, waant zich moeiteloos in lang vervlogen tijden. Binnen de oude vesting treft u monumentale huizen, kerken, havens, grachten en pleinen aan. De stadskern met de karakteristieke delen rond de Speeltoren, de Dam en de oude Kaaswaag vormt een schatkamer en tafereel van Hollands steden-schoon. Edam kende ooit grote rijkdom en was samen met Amsterdam, Hoorn en Enkhuizen een van de belangrijkste handelssteden van Holland. U zult merken dat het bruisende heden niet aan Edam is voorbij gegaan. Gelukkig is de unieke sfeer van het oude in leven gebleven. Dit alles maakt een stadswandeling tot een bijzondere ervaring!

Edam is als eenvoudige nederzetting in de vroege middeleeuwen van ca.1000-1250 ontstaan. In een groot deel van Noord-Holland en zeker in heel Waterland is er in die tijd sprake van een leeg en kaal hoogveengebied en in deze periode ontstaat er bewoning en wordt begonnen met de ontginning van de polder de Zeevang. Ook wordt een begin gemaakt met de bedijking van het gebied ter bescherming tegen de steeds meer opdringende binnenzee ofwel de Zuiderzee. De nederzetting Ydam ontstaat aan de veenrivier de IJe welke aan de zuidzijde uitmondt in de Zuiderzee ter hoogte van het huidige Volendam. In 1357 geeft Graaf Willem V Edam stadsrechten. Edam krijgt daarmee o.a. toestemming een kanaal in oostelijke richting rechtsreeks naar zee te graven, het huidige Oorgat. Daarmee is een betere scheepvaartverbinding ontstaan en handelsschepen kunnen dan ook gemakkelijker via het Purmermeer naar andere Noord-hollandse steden varen. Drie maal per jaar mag een markt worden gehouden.

Eind 14e eeuw wordt begonnen met de bouw van de Sint-Nicolaas-kerk, nu de Grote Kerk genoemd, die uiteindelijk uitgroeit tot een indrukwekkende hallenkerk: een kerk waarvan het schip drie even hoge beuken heeft en daarmee de grootste hallenkerk van Europa is. Behalve de kerk zelf zijn ook de vele glas in lood ramen een bezienswaardigheid. Op 30 mei 1513 kreeg het stadsbestuur van Edam van graaf Jan van Egmond, stadhouder van Holland, toestemming de stad te versterken met poorten, grachten en muren. Het in 1544 door Keizer Karel V ingestelde Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen besluit tot de bouw van een uitwateringssluis in Edam om de overlast van hoog en brak water voor de boeren in het achterland te beperken. Het gemeentebestuur heeft deze sluis maar ook later gebouwde sluizen door verwaarlozing of verwijdering van de sluisdeuren tegengewerkt, omdat men vreesde voor verlies van scheepvaart en verzanding van de haven. Verontrustte en boze burgers vernielden diverse malen de sluisdeuren. De verzanding vindt heden ten dage nog steeds plaats en regelmatig moet de huidige vaargeul dan ook op diepte worden gebracht.

Omstreeks 1560 telde de stad 28 werven. Tussen februari 1564 en mei 1565 leverden zij 47 schepen af: 17 waterschepen, 10 wijdschepen, 8 smalschepen, 5 karvelen, 3 boeiers en 4 buizen. Karvelen en buizen werden vooral gebruikt voor de koopvaardij en de haringvangst op volle zee. De andere schepen waren bestemd voor de Zuiderzee- en de binnenvaart. Het is 1622: een wereldwonder! Water wordt land, het binnenmeer de Purmer valt droog. Het droogmalen heeft voor de inwoners van Edam grote gevolgen. Er verdwijnt een visserijgebied. Landbouw en veeteelt komen hiervoor in de plaats en dit bevordert de economische bloei van Edam. Medio 17e eeuw gaan Edamse ondernemers ter walvisvaart. Zij richten de Groenlandcompagnie op en reden schepen ter walvisvaart uit. De walvisvaart groeit in Edam uit tot een belangrijke industrie en bij de zee, aan het Oorgat zijn verschillende traanrokerijen gevestigd. In diezelfde tijd wordt de Zesstedenvaart tussen Buiksloot, via Monnickendam en Edam naar Hoorn aangelegd. Er komt een aanlegplaats voor het veer buiten de poorten, nabij het Groot Westerbuiten. De trekvaart betekent een grote verbetering voor zowel het goederen- als het personenvervoer in de regio.

Pas in 1702 wordt de langdurige onenigheid met Het Hoogheemraadschap en de Gemeente bijgelegd en komen beiden tot overeenstemming. Het Hoogheemraadschap krijgt de sluizen in eigendom en beheer en zal zorg dragen voor het uitdiepen van de haven. Het Hoogheemraadschap vestigt zich in Edam en plaatst ter herinnering hieraan op de zuidzijde van de Damsluis het wapen van het Hoogheemraadschap. De veehouderij wordt in die tijd geteisterd door de runderpest. De kaashandel lijdt daardoor gevoelige verliezen. Er wordt een nieuwe kaaswaag gebouwd en de kaashandel wordt nieuw leven ingeblazen.

Begin 19e eeuw worden de stadspoorten afgebroken. Aan het eind van de achttiende eeuw beginnen de verdedigingswerken zoals stadswallen en stadspoorten hun militaire kracht en betekenis te verliezen. Ze raken in verval en mede door de weinig gunstige toestand van de stedelijke financiën wordt besloten de poorten af te breken en de muren te vervangen door aarden wallen met boombeplanting. De poorten zijn helaas niet meer aanwezig, echter de aarden wallen zijn nagenoeg nog geheel intakt.  Het was Edam een doorn in het oog dat de spoorlijn Amsterdam-Hoorn over Purmerend liep. Door het gemeentebestuur, de kaashandel en de visserij werd gepleit voor een stoomtramverbinding Amsterdam - Edam en dit had succes. Er kwam een verbinding met Amsterdam en later met het station van Kwadijk. Van de tramverbinding werd ook door toeristen in die tijd veel gebruik gemaakt.

Tot dusver werd het hout voor de bouw van de schepen uit de Scandinavische landen gehaald. De balken werden in het water gelegd van de Balkenhaven (Schuttersgracht) voordat ze naar de zagerijen werden gebracht. Door de opening van het Noordzeekanaal waren de dagen van Edam als aanvoerhaven geteld en de activiteiten werden naar Zaandam verplaatst. In de periode 1895-1908 werd het Fort Edam gebouwd. Het Fort bij Edam behoort tot de Stelling van Amsterdam en is een 135 km lange verdedigingslinie rond de hoofdstad Amsterdam. Het fort had als doel de verdediging van de Zuiderzeedijk zowel ten noorden als ten zuiden van de haven van Edam. De Stelling is in 1996 geplaatst op de lijst van Werelderfgoed van de UNESCO.

In de nacht van 13 op 14 januari 1916, tijdens een langdurige en hevige storm, waarbij het water van de Zuiderzee wordt opgezweept tot extreme hoogte, breken op diverse plaatsen ten zuiden van Edam de dijken. De Zeevangszeedijk houdt stand. Grote delen van Waterland komen onder water te staan. De koeien van de boeren uit de omgeving van Edam worden ondergebracht in de hoger gelegen Grote Kerk. Het gereedkomen van de afsluitdijk in 1932 heeft rampzalige gevolgen voor de werkgelegenheid m.n. in de visserij voor de dorpen en steden rond de Zuiderzee. Mede daarom financiert het Rijk de bouw van een ambachtsschool in Edam om de jongelui uit de regio en in het bijzonder die uit Volendam een ambacht te leren. In feite is deze school een voortzetting van de Stadstekenschool in Edam. Het gebouw van deze al in 1823 gestichte school met in hoofdzaak avondonderwijs voldeed al geruime tijd niet meer om de vele ambachtscursussen te geven. In 1932 gaat deze school op in de ambachts-school.

 “Boeren” was in het verleden voor veel mensen een belangrijke bron van inkomsten. Veel boerderijen waren vaarbedrijven want de boerderij was in de stad, maar het land was alleen per boot bereikbaar. Het boerenbedrijf kon echter alleen overleven door schaalvergroting en mechanisatie. Dit was alleen te realiseren door de polder op de schop te nemen en tot een volledige ruilverkaveling te komen. Veel stadsboerderijen verdwijnen uit de stad of worden omgevormd tot woning. Tot ver na de Tweede Wereldoorlog woonden bijna alle Edammers binnen de vesting. Tussen 1948 en 1964 werden nieuwe woningen gebouwd binnen de vesting. In 1959/1960 kwamen de eerste woningen buiten de vesting (aan de Roelof Bootstraat) en kreeg de Singelwijk langzamerhand vorm.

In 1972 dreigt de Speeltoren om te vallen. In dat jaar werd begonnen met een restauratieplan van de Speeltoren. Allereerst werd de Franse school (de oude Stadstekenschool) gesloopt en daarna het overgebleven stukje van de voormalige Kleine Kerk dat de toren ondersteunde. Bij de afbraak van dit gedeelte van het gebouw dreigde de toren om te vallen omdat er onvoldoende steun overbleef. Edam was zo even wereldnieuws. De Brandweer uit Amsterdam en andere hulporganisaties moesten er aan te pas komen om omvallen van de toren te voorkomen. Langdurig werd dag en nacht doorgewerkt en men slaagde erin de toren voor omvallen te behoeden. De toren is inmiddels stevig onderbouwd, maar staat uit het lood, zoals van alle kanten is te zien.