Posttrombotisch syndroom
Achtergrond
Epidemiologie: 20-50% patiënten met DVT; diagnose pas te stellen na 6 maanden aangezien posttrombotische klachten kunnen verdwijnen bnnen 3-6 maanden
Oorzaak: veneuze hypertensie door residuele obstructie of klepreflux/insufficiëntie
Risicofactoren: iliacale DVT of DVT in v. femoralis, eerdere ipsilaterale DVT, persisterende veneuze symptomaten na 1 maand, hogere leeftijd, obesitas
Klachten:
Symptomen: zwaar gevoel, pijn, zwelling, jeu, kramp, tintelngen
Tekenen: oedeem, peri-malleolaire teleangiectasieën, veneuze ectasieën/varicositas, hyperpigmentatie, veneus eczeem, roodheid, cyanose (zwaartekracht afhankelijk), lipodermatosclerose, ulcera
Uitlokkende factoren: activiteit, staan, lopen; verbetering met rust en hoog houden
Beloop: waxing and waining is niet ongewoon; bij nieuwe klachten of toename chronische klachten zonder aanwijzingen voor longembolie: rust, hoog houden en 1 dag wachten; pas beeldvorming bij persisterende of progressieve klachten
Classificatie: Villalta of CEAP
CEAP classificatie voor veneuze ziekte
Therapeutische elastische kousen
Klasse I: 15-20 mmHg (preventie bij staand beroep)
Klasse II: 20-30 mmHg (aanbevolen bij varicositas of preventie bij staand beroep)
Klasse III: 30-40 mmHg (aanbevolen bij DVT)
Klasse IV: >40 mmHg (aanbevolen bij lymfoedeem)
Objectieve Villalta criteria
Terminologie
Varices: uitgezette, meestal gekronkelde venen met vaak insufficiënte kleppen en een abnormale, soms retrograde bloedstroom.
Stamvarix: variceuze vena saphena magna (VSM) of parva (VSP).
Zijtakvarices: variceuze zijtakken van de VSM of VSP.
Convoluut: kluwen van varices, teleangiëctasieën uitgezonderd.
Reticulaire varices: subcutaan netvormig veneus systeem zonder functionele verbinding met het diepe systeem.
Teleangiëctasieën: rode of blauwe venulaire dilataties van 0,1 tot enkele mm. doorsnede. Bij uitwaaiering vanuit één punt en een bezemachtige vorm is er sprake van Besenreiser-varices.
Crosse: uitmonding VSM of VSP in respectievelijk vena femoralis en vena poplitea.
Vena perforans: verbinding tussen VSM of VSP en vena femoralis of vena poplitea.
Blow-out: blauwig doorschemerende variceuze verhevenheid, duidend op een geïsoleerde insufficiëntie van een vena perforans.
Conservatieve maatregelen
Kousen dragen overdag
Oefenen ter bevordering spierkracht kuit (bv. wandelen gedurende>30 minuten 3-4x per week), repeterende enkelflexie (plantair) in zittende positie en verbeteren overall fitness
Been zoveel mogelijk hoog leggen op harthoogte (bij voorkeur 30 minuten 3-4x per dag, verbetert cutane microcirculatie en vermindert oedeem)
Zo min mogelijk lange periodes in hitte zitten
Gewichtsreductie indien overgewicht
Lymfoedeem therapie indien veel oedeem
Indien onvoldoende effect steunkousen: paardekastanje extract 2dd (trial gedurende 3 weken)
Bij jeuk: topicale middelen
Steunkousen
Indien geen klachten DVT: geen therapeutische elastische kousen (TEK)
Indien (persisterende) pijn of zwelling: elastische compressiekousen tot knie met 30-40 mmHg druk (klasse III)
Op SEH: Struva kous aanttrekken of dubbele tubigrip
Indien veel oedeem: eerst zwachtelen voordat kous wordt aangemeten
Contraindicatie: arteriële insufficiëntie (ten minste 70 mmHg aan enkel vereist)
Staken kous indien 2x Villalta <5 na 6 maanden
NB: geen voordeel van kousen tot lies
Adviezen
Vergoeding vanuit basisverzekering (tenzij klasse I), maar wel ten laste van eigen risico
Aanmeten in de ochtend (als been het slankst is). Locaties: Mathot of Centrum Orthopedie of Livit. Aanvraagformulier Livit Orthopedie
Aantrekken in de ochtend voor het uitstappen uit bed (als been het slankst is) en uittrekken voor de nacht (of in de avond als het been hoog gehouden kan worden)
Vervang iedere 3-6 maanden (vaak maar vergoed 1x per 12-24 maanden)
Tips voor aantrekken: talkpoeder, latex handschoen, aantrekhulp, zo nodig thuiszorg
Indien oncomfortabel: probeert eerste enkele uren per dag, breidt langzaam uit (NB: kousen worden soepeler na enkele dagen dragen)
Indien echt oncomfortabel: switch naar klasse II steunkous (20-30 mmHg)
Been zoveel mogelijk hoog houden als patiënt zit
Interventies: stenting of hybride procedure
Anamnese: DVT, longembolie, trombofilie, DVT in familieanamnese, varices in familie, orale anticonceptie, gebruik anistolling, intoxicaties (roken/alcohol), contrastallergie
Inventarisatie: kwaliteit van leven vragenlijst, Villalta, VCSS
MRV abdomen/been maken
Daarna aanbieden aan MDO via Carina Pernot van MUMC
Bespreken:
Opnameduur: bij stenting 1-2 nachten
Korte-termijn complicaties: toename (rug)pijn in eerste weken na stentplaatsing, nabloeding, infectie, lymfelekkage, mislukken rekanalisatie (<5%), contrastallergie
Lange-termijn complicaties: in-stent trombose, re-interventies, definitief falen van stent
Eventuele alternatieve behandelingsmogelijkheden: bv. conservatief
Te verwachten resultaat: patency resultaten, mogelijk nieuwe procedure nodig bij occlusie
(Relatieve) contra-indicaties: toekomstige zwangerschap
Antistolling
Indien DOAC: 24 uur van tevoren stop en direct na ingreep herstarten
Indien VKA: streef INR 3.0-4.0 in eerste 6 maanden na stenting
Indien nog geen antistolling:
Percutane procedure: dag 1 (direct na ingreep) LMWH therapeutisch, dag 2 start apixaban 10 mg 2dd gedurende 7 dagen, daarna 5 mg 2dd
Hybride procedures: dag 1 (direct na ingreep op verkoever) LMWH therapeutisch, bij ontslag start apixaban 10 mg 2dd gedurende 7 dagen, daarna 5 mg 2dd
Follow-up: echo na 6 weken, 6 maanden en 1 jaar. Daarna jaarlijks. Bij partiële occlusie: overleg over re-interventie.
In principe continueren antistolling ter preventie in-stent trombose. In principe geen bezwaar tegen reduced-dose DOAC. Bij hoog bloedingsrisico kan overwogen worden te stoppen na 12 maanden (aangezien binnen die termijn epithelialisatie van stent te verwachten is).
Richtlijnen: ECVS
Patency na PTS met stentplaatsing
Follow-up
Pelvic congestion syndrome
Chronische bekkenklachten die verergeren tijdens lang staan en bij coitus, met op beeldvorming peri-ovariële varicositas.
Pathogenese: dilatatie, insufficiëntie en reflux van vv. ovaricae en/of vv. iliacae interna leidend tot peri-ovariële varicositas; vaker linkszijdig dan rechtszijdig, en minder vaak tijdens menopauze (door wegvallen oestrogeen wat een vasodilatator is)
Symptomen: zwaar gevoel of zeurende pijn die toeneemt voorafgaand aan menstruatie, bij lang staan, coitus, lopen of activiteiten die intra-abdominale druk verhogen. Vaak unilateraal (vaker links- dan rechtszijdig). Bij vaginaal toucher gevoeligheid van ovariae.
Oorzaken: status na zwangerschap, nutcracker (compressie v. renalis sinistra tussen aorta en a. mesenterica superior), May-Thurner (compressie v. iliaca communis door a. iliaca), atresie van v. ovarica
Aanvullend onderzoek: transvaginale echografie (gedilateerde bekkenvenen, retrograde flow, tortueuze/gedilateerde veneuze plexus), CT-V of MR-V, evt. venografie
Behandeling: medicamenteus (gosereline, medroxyprogesteron acetaat, etonogestrel implantaat), embolisatie/coiling van v. ovarica, stentplaatsing v. renalis (indien nutcracker) of v. iliaca communis (indien May-Thurner)