Opioiden

Algemeen

  • De dosering van doorbraakmedicatie bij orale medicatie bedraagt 10-15% van de 24-uurs dosering van het langwerkende opioïd van de patiënt en kan zo nodig herhaald worden.
  • Bij opioïdrotatie vanwege bijwerkingen: geef 75% van de equi-analgetische dosis.
  • Bij opioïdrotatie vanwege onvoldoende effect: geef 100% van de equi-analgetische dosis.

Relatief frequente bijwerkingen

  • obstipatie (bij ongeveer de helft van de gebruikers; couperen met macrogol/elektrolyten, magnesiumhydroxide of lactulose; bij onvoldoende effect combineren met bisacodyl);
  • misselijkheid (bij ongeveer de helft van de gebruikers; couperen met metoclopramide 10-20 mg 3-4 dd po, domperidon 3-4 dd 10-20 mg p.o. of haloperidol 2 dd 1-2 mg p.o.);
  • braken (bij ongeveer een kwart van de gebruikers);
  • sedatie/duizeligheid (bij ongeveer een kwart van de gebruikers; couperen met methylfenidaat);
  • hallucinaties (couperen met haloperidol);
  • droge mond (bij ongeveer een vijfde van de gebruikers);
  • jeuk (couperen met ondansetron 2 dd 8 mg);
  • pupilvernauwing.

Opaatrotatie

  • Onvoldoende werking
  • Ceiling effect
  • Bijwerkingen
  • Transdermaal voor hogere dosis opioid