Hypothyreoidie

Anamnese en lichamelijk onderzoek

  • Symptomen (in afnemende frequentie: vermoeidheid, zwakte, droge huid, kouwelijkheid, haarverlies, concentratiestoornis, geheugenverlies, obstipatie, gewichtstoename, heesheid, menorragie, tintelingen, gehoorverlies

  • Lichamelijk onderzoek (in afnemende frequentie): droge huid, koude acra, puffy gezicht/handen/voeten (myxoedeem), diffuse alopecia, bradycardie, perifeer oedeem, verminderde peesreflexrelaxtie, carpaal tunnel syndroom

Oorzaken

  • Primair:

    • Auto-immuun hypothyreoidie: Hashimoto, immunotherapie, atrofische thyroiditis

    • Iatrogeen: radioactief jodium, subtotale/totale thyreoidectomie, radiotherapie

    • Medicamenteus: overmaat jodium, lithium, thyreostica, bepaalde tyrosine kinase remmers, interferonen, immunotherapie

    • Infiltratief: amyloidose, sarcoidose, hemochromatose, sclerodermie, cystinose, Riedel's thyreoiditis

    • Overig: jodiumdeficiëntie, congenitale hypothyreoidie, overexpressie type 3 deiodinase door bepaalde tumoren

  • Transient: stille thyreoiditis (incl post-partum thyreoiditis), subacute thyreoiditis, na staken van suprafysiologische suppletie bij patiënten met intacte schildklierfunctie, na radioactief jodium of subtotale thyreoidectomie voor behandeling M. Graves

  • Secundair: meestal hypopituratisme (tumor, hypofysechirurgie, radotherapie, infiltratief [bv. sarcoidose, amyloidose], syndroom van Sheehan, trauma, congenitaal); soms geïsoleerde TSH-deficiëntie of inactiviteit

Diagnostiek

Behandeling

Klinische hypothyreoidie

  • T4 is de standaardbehandeling voor klinische hypothyreoidie

  • Overweeg toevoegen T3 op proef gedurende 6 maanden (na instellen) alleen indien ernstige persisterende klachten onder adequate monobehandeling van minimaal 6 maanden

Subklinische hypothyreoidie

  • Bepaal altijd eerst het TSH opnieuw gezien het fluctueren van TSH

  • Indien TSH <7 mIU/L: geen behandeling

  • Indien TSH 7-10 mIU/L: overweeg proefbehandeling bij patiënten <70 jaar met klachten

  • Indien TSH >10 mIU/L: overweeg proefbehandeling bij patiënten <70 jaar; indien >70 jaar alleen overwegen bij zeer suggestieve klachten

  • Indien proefbehandeling gegeven wordt vanwege klachten, stop na 3 maanden (na instellen) indien geen verbetering

Stroomschema NIV

Non-thyroidal illness

  • T3 concentratie is verlaagd onder invloed van sommige medicamenten en vele ziekten zonder dat sprake is van een schidklierziekte

  • Vaak zijn zowel T4 als T3 verlaagd, en soms is ook het TSH verlaagd (gelijkend op een centrale hypothyreoidie)

  • Screen op medicatie die afwijkende schildklierwaarden kunnen veroorzaken (zie hier)

  • Schildklierfunctie moet niet bepaald worden in ernstig zieke patiënten tenzij er een sterk vermoeden is op een schildklierdysfunctie

  • Indien sterk vermoeden: meet zowel TSH als vrij T4. Bij milde afwijkingen (TSH 0.05-0.3 of 5-20 en/of normaal of verlaagd vrij T4): herhaal na 1-2 weken.

  • Indien hyperthyreoidie (TSH meestal <0.01), overweeg thiamazol

  • Indien hypothyreoidie met TSH ≥20, start voorzichtig met levothyroxine