MGUS / multipel myeloom
Diagnostiek monoklonale gammopathie
M-proteine (gevoeligheid: 0.5-2 g/L; IgA moeilijker te kwantificeren omdat band deels overlapt met beta-fractie, zie onder)
Immunofixatie ter bevestiging (gevoeligheid: 0.2 g/L; wordt niet standaard bepaald, alleen op indicatie; geeft geen kwantitatieve uitslag)
Vrije lichte keten bepaling verhoogt sensitiviteit voor monoklonaliteit tot 99% .
Serum eiwit elektroforese (M-proteine)
Immuunfixatie
Gebruik van antistoffen tegen zware ketens G, A en M en lichte ketens kappa en lambda.
Serum vrije lichte ketens
Ontwikkeling van MGUS naar MM
Diagnostische criteria monoklonale gammopathieën
MGUS
Typen MGUS
Non-IgM MGUS (IgG, IgA of IgD)
IgM MGUS
Lichte keten MGUS
M-proteine bij MGUS: per definitie <30 g/L
M-proteine
IgG (69%)
IgM (17%)
IgA (11%)
IgD (<1%; duidt vrijwel altijd op multipel myeloom, AL-amyloidose of plasma cel leukemie)
Biklonaal (3%)
Kappa lichte keten (62%)
Lambda lichte keten (38%)
Monitoring van MGUS naar progressie
Klinische red flags: Botpijn, vermoeidheid/zwakte, gewichtsverlies, koorts, nachtzweten, neurologische symptomen (neuropathie, hoofdpijn, duizeligheid, visusverlies, doofheid), bloedingen, symptomen passend bij amyloidose (macroglossie, periorbitale purpura, proteinurie in nefrotische range (>3 gram/24h), restrictieve cardiomyopathie, onverklaard verhoogd nt-proBNP), lymfadenopathie, hepatomegalie of splenomegalie
Laboratorium red flags
Verhoging serum M-proteine >50% (indien ook absolute stijging >5 g/L)
Serum M-proteine >30 g/L
Verhoging serum vrije lichte ketens >50% (indien ook absolute stijging >100 mg/L)
Vrije kappa/lambda ratio >100 of <0.01 (indien ook absolute waarde van aangedane lichte keten >100 mg/L)
Urine M-proteine >500 mg/24h
Multipel myeloom
CRAB criteria + biomarkers
Hypercalciemie: serum calcium >0.25 mmol/L boven de normale bovengrens, of >2.75 mmol/L
Nierinsufficiëntie: kreatinine klaring <40 mL/min of serum kreatinine >177 µmol/L
Anemie: Hb <6.3 mmol/L of >1.25 mmol/L onder referentiewaarde
Botlaesies: 1 of meer lytische laesies op X-skelet, CT of PET-CT
Percentage klonale plasmacellen beenmerg ≥60%
Involved/uninvolved serum Vrije Lichte Keten (VLK) ratio ≥100 (involved VLK moet ≥100 mg/L zijn)
>1 focale laesie op MRI, van tenminste 5 mm doorsnede.
Diagnostiek multipel myeloom
Lab: bloedbeeld met leukocytendifferentiatie (om circulerende plasmacellen te evalueren), kreatinine, ureum, calcium, albumine, CRP, LDH
M-proteine met immunofixatie
Vrije lichte ketens
IgM/IgG/IgA
CT-whole body
Serum β2-microglobulin
Beenmergpunctie met aspiraat (inclusief cytogenetica/FISH)