Transfusie

Websites

Richtlijn transfusie (richtlijnendatabase)

Erytrocytentransfusie

Erytrocytenconcentraat

  • Volume 1 FE: 270-290 mL

  • <1 x 10^6 leukocyten

  • Hb-stijging: 0.5-0.6 mmol/L (bij 70 kg)

  • Toediensnelheid: 1-6 uur

  • Hb-controle na 15 min

  • Risicogroepen: hemoglobinopathie, auto-immuun hemolytische anemie, MDS, potentiële ontvangers transplantatie

Indicaties (4-5-6 regel)

<3 mmol/L

  • Absolute indicatie

<4 mmol/L:

  • acuut bloedverlies bij gezonde personen (ASA I) < 60 jaar, normovolemisch, bloedverlies op 1 locus

<5 mmol/L

  • acuut bloedverlies bij gezonde personen (ASA I) van >60 jaar en normovolemisch, bloedverlies op 1 locus

  • acuut bloedverlies bij gezonde personen < 60 jaar, normovolemisch, bloedingen op meer loci (polytrauma patiënten)

  • patiënt <60 jaar, preoperatief, met een te verwachten bloedverlies van > 500 mL

  • postoperatieve fase na openhartchirurgie, ongecompliceerd

  • ASA II en ASA III, niet gecompliceerd

<6 mmol/L

  • ASA-IV patiënten

  • patiënt die niet in staat is het hartminuutvolume te verhogen ter compensatie van hemodilutie

  • patiënt met ernstige longziekte

  • patiënt met symptomatische cerebrovasculaire ziekte

ASA-criteria

  • I - gezonde personen

  • II - patiënten met een lichte systemische afwijking, zonder functiebeperking

  • III - patiënten met een ernstige functiebeperkende systemische afwijking

  • IV - patiënten met een systemische afwijking die constant levensgevaar veroorzaakt

  • V - patiënten die moribund zijn en die met of zonder operatie waarschijnlijk binnen 24 uur overlijden

Vroege complicaties

Niet-immunologisch

  • koorts/sepsis: bacteriële infectie donorbloed

  • hemolyse zonder symptomen: fysische/chemische destructie donorbloed

  • hypothermie: massale infusie koud bloed

  • decompensatio cordis: volumeoverbelasting

Immunologisch

  • acute hemolyse met symptomen: erytrocyt-antistoffen

  • koorts zonder hemolyse: geaccumuleerde cytokines uit transfusieproduct of HLA-antistoffen tegen leukocyten

  • anafylactische shock: IgA antistoffen

  • urticaria: IgE antistoffen tegen allergenen

  • ARDS (TRALI): antistoffen tegen granulocyten (soms HLA antistoffen)

Frequentie complicaties

  • Volume overload: 10-40%

  • Alloimmunisatie leukocyten/trombocyten: 10%

  • Allergische reactie: 1-4%

  • Alloimmunisatie erytrocyten: 1%

  • Koorts: 0.1-1%

  • Uitgestelde hemolyse: 0.04%

  • TRALI: 0.01-0.02%

  • ABO-mismatch: 0.005-0.02%

Trombocytentransfusie

Trombocyten

  • Toediensnelheid: 20 minuten

  • Opbrengst meten na 10-60 minuten én na 16-24 uur

    • Trombocytenrefractariteit indien CCI 2x <7.5, dan meting HLA-antistoffen

  • Indicaties

    • In principe <10 x 10^9/L

    • Indien klinische complicaties: <20 x 10^9/L

    • <50 x 10^9/L indien actieve bloeding, antistolling, bepaalde ingrepen (zie rechts), trauma, recente operatie (<3 dagen)

  • Normale opbrengst 15-75 x 10^9/L bij 5 donoreenheden trombocyten

  • Bij DIS en TTP zijn trombocyten gecontraindiceerd

  • Bij forse splenomegalie en auto-immuun trombopenie is de opbrengst verwaarloosbaar

Indicatie trombocytentransfusie

Streefwaarden ingrepen

BronCatheter a demeure: >20

Trombocytentransfusie bij antistolling/antiplaatjes

Bestraalde producten

Het doel van de bestraling is om door het teniet doen van de proliferatieve capaciteit van de lymfocyten door bestraling met 25Gy, graft versus host reacties te voorkomen.

Indicaties

  • Stamceltransplantaties (allogeen/autoloog)

    • Allogene stamceltransplantatie vanaf 2 weken vóór t/m 5 jaar na transplantatie.

    • Autologe stamceltransplantatie vanaf 1 weken voor t/m 1 jaar na transplantatie

  • Stamcelcollectie (perifeer bloed/beenmerg): vanaf start mobiliatiekuur t/m afronden aferese

  • Donor lymfocyten infusie (DLI)

  • Chronische GvHD

  • Ernstige congenitale immuundeficiëntie.

  • Behandeling met purine-analoga (2-CDA, fludarabine, pentostatin, clofarabine) t/m 12 maanden na voltooien van de therapie.

  • Behandeling met ATG of andere T cel depleterende behandelingen (bijv. Alemtuzumab).

  • HLA-gematchte celhoudende bloedproducten.

  • Celconcentraten van bloedverwanten (1e, 2e, 3e graads).

  • Intra-uteriene transfusies (vervolgens tot 6 maanden na de a terme datum).

  • Neonaten met een geboortegewicht < 1500 gram.