Arteriële tromboembolie
Arteriële tromboembolie
Oorzaken
Embolisch
Cardio-embolisch: atriumfibrilleren, linkerventrikel trombus, endocarditis
Paradoxale embolus (patent foramen ovale)
Wandstandig trombus aortaboog
Atherosclerotisch
Pre-existente atherosclerose
Risicofactoren: hypercholesterolemie, hoog Lp(a), roken, hypertensie, diabetes mellitus, positieve familieanamnese, obesitas
Hypercoagulabiliteit
Antifosfolipiden syndroom
Heparine-geïnduceerde trombocytopenie met trombose (HITT)
Maligniteit: solide tumor, myeloproliferatieve ziekte
Paroxysmale nocturnale hemoglobinurie
Hyperhomocysteinemie of homocysteinurie
Systeemziekten: SLE, reumatoide artritis, cryoglobulinemie, vasculitis
Nefrotisch syndroom
Medicamenteus: oestrogenen, anabole steroiden, IVIg, VEGF remmers, L-asparaginase, checkpoint remmers
Intoxicatie: lachgas, cocaïne
Lokale vaatwandafwijkingen
Dissectie
Fibromusculaire dysplasie
Vasculitis
Raynaud
Thromboangiitis obliterans
Diagnostiek
Anamnese: cardiovasculaire voorgeschiedenis, risicofactoren hart- en vaatziekten, aanwijzingen voor systeemziekte, medicatie (incl. pilgebruik), intoxicatie
Lichamelijk onderzoek: pulsaties, souffles, endocarditis stigmata, Marfanoide kenmerken
Lab: lipiden, antifosfolipiden antistoffen; op indicatie: erfelijke trombofilie, homocysteine (bv. indien leeftijd <30 jaar), diagnostiek MPN en PNH, ANA en overige auto-immuun diagnostiek
Beeldvorming
Cardio-embolisch: ECG, Holter, TTE. Op indicatie: TTE met contrast.
Evaluatie bestaande beeldvorming: trombus passend bij embolische oorzaak vs lokale oorzaak? pre-existente atherosclerose? aanwijzingen fibromusculaire dysplasie?
CT-aorta
Op indicatie: CAC-score, duplex hals
Criteria 'embolic stroke of undetermined source' (ESUS)
Nierinfarct
Oorzaken: cardio-embolisch, dissectie, atherosclerotische plaqueruptuur, hypercoagulabiliteit
Anamnese: acute flankpijn, misselijkheid, braken, soms koorts
Lichamelijk onderzoek: hypertensie
Lab: bloedbeeld, CRP, nierfunctie, LDH (sensitieve marker indien geen stijging ALAT/ASAT), urinesediment (erytrocyturie en/of proteinurie), urinekweek
Aanvullend onderzoek: CT-A, ECG (atriumfibrilleren?)
Therapie: antistolling, overweeg revascularisatie (katheter-geleide trombolyse, stent, trombectomie) indien diagnose gesteld kort na klachten of andere redenen zoals achteruitgang nierfunctie (zie flow diagram)