Von Willebrandziekte

Achtergrond

Diagnostiek

Relatie tussen VWF activiteit en bloedingen

Stijging VWF met leeftijd

Gemiddelde stijging 4.1% per 10 jaar bij type 1 VWDBron

Gezonde populatie

Sterke stijging met leeftijd in gezonde populatie voor type non-O bloedgroepBron

Von Willebrand factor gen

Het VWF gen beslaat 178 kb en 52 exonen. VWF wordt geproduceerd in megakaryocyten en endotheelcellen. Het VWF eiwit is een monomeer polypeptide en bestaat uit het propeptide en vier regio's: drie A domeinen, drie B domeinen, twee C domeinen en twee D-domeinen. (tezamen 2050 aminozuren). De monomeren worden samengevoegd tot dimeren die uit het endoplasmatisch reticulum worden getransporteerd. In het Golgi apparaat vindt vervolgens posttranslationele modificatie en multimerisatie plaats. Pas laat in het proces wordt het propeptide (D1 en D2) van het VWF eiwit geknipt; dit kan zelfs nog gebeuren ná secretie.

VWF wordt opgeslagen in de alfa-granules van bloedplaatjes en in de Weibel-Palade lichaampjes in endotheelcellen. VWF wordt op een basale snelheid uitgescheiden door endotheelcellen (voornamelijk relatief kleine multimeren), maar ook vanuit Weibel-Palade lichaampjes of granules (voornamelijk grote multimeren) na stimulatie door trombine, fibrine, histamine, C5b-9 complex (MAC), cytokines en desmopressine.

Ongeveer 15% van circulerend VWF bevindt zich in bloedplaatjes. In de circulatie worden met name de lange multimeren geknipt door ADAMTS13 (binnen het A2 domein). VWF heeft een belangrijke 'brugfunctie' door enerzijds te binden aan GPIb (A1 domein) en GPIIb/III (C1 domein) op bloedplaatjes en anderzijds aan collageen I t/m VI (A1 en A3 domeinen). Dit gebeurt met name onder 'shear stress' en na binding aan subendotheliale structureren (waarna het A1 domein uncovered wordt), maar niet spontaan. Binding aan GPIb zorgt voor de initiële afremming van de bloedplaatjes, en binding aan GPII/IIIa op geactiveerde bloedplaatjes voor de stevige adhesie. Daarnaast heeft VWF een belangrijke functie als stabilisator voor factor VIII in de circulatie, met name door bescherming tegen degradatie. Hoewel ieder VWF monomeer een bindingsplek heeft (D'-D3 domein), worden in plasma ongeveer 1-2 factor VIII eiwitten per 100 monomeren gevonden. Trombine bevrijdt factor VIII van VWF.

Een overzicht van mutaties in VWF gen is hier te vinden: https://www.lovd.nl/VWF

Typen Von Willebrand ziekte

Low VWF: VWF:Act 30-50% zónder bloedingsneiging
Type 1 VWD: VWF:Act <50% mét bloedingsneiging

Multimerenpatroon

Mutimeren worden alleen bepaald in AMC indien ratio activiteit/antigeen <0.7

Diagnostiek

In de VWF:RCo assay wordt ristocetine toegevoegd waardoor VWF spontaan kan binden aan GP1b op toegevoegde gefixeerde bloedplaatjes. De test heeft een matige sensitiviteit en kent substantiële variabiliteit. Om de variatie te verminderden kunnen, i.p.v. bloedplaatjes, beads gecoat met recombinante GPIb fragmenten (rGPIb) toegevoegd worden (VWF:GPIbR). Een nog recentere assay maakt geen gebruik van ristocetin, maar laat VWF binden aan beads gecoat met recombinant GPIb met gain-of-functie mutatie die spontane binding tussen VWF-GPIb mogelijk maken. In het AMC wordt VWF:GPIbR gebruikt.

Diagnostisch algoritme

In AMC wordt ratio 0.7 gehanteerd voor uitvoeren multimeren, VWFpp = VWF propeptideBron

Diagnostisch algoritme verdenking VWD

De gele nummers corresponderen met guideline questionsBron

Verdenking type 2B VWD

Verdenking type 2N VWD

Behandeling en profylaxe

DDAVP

Profylaxe rond ingrepen

Nederlandse conceptrichtlijn 2023

* bijvoorbeeld een simpele tandextractie.** ingrepen met middelgroot bloedingsrisico, niet geclassificeerd als grote operatie.*** operaties in grote lichaamsholtes, operaties met kans op ernstige bloeding, gewrichtsoperaties, levensbedreigende interventies.β Overweeg bij kleine mucosale ingrepen bij patiënten met type 1 VWD met een VWF activiteit > 30IE/dL en met een mild bloedingsfenotype alleen antifibrinolytica.¥ Afhankelijk van de halfwaardetijd kan het nodig zijn om het stollingsfactorconcentraat 2x daags te doseren. ± Gebruik van een stollingsfactorconcentraat met een ratio VWF/factor VIII > 10, geeft pas een stijging van het endogene factor VIII na 6-8 uur.

Bron

Internationale guidance

Nichols (NHLBI expert panel 2008)Laffan (UK guideline 2014)Castaman (European group on VWD 2013)Windyga (European survey 2016)

Behandeling bloedingen

* bijvoorbeeld neus- en tandvleesbloedingen.** beginnende hemartros, milde hematurie en bloeding na gering trauma.*** voortgeschreden of ernstige gewrichtsbloedingen, spierbloedingen in boven- en onderarmen, kuit en musculus iliopsoas en ernstige traumata zonder manifeste bloeding; schedeltrauma.****bloeding met directe bedreiging van een orgaan of hoge kans op verbloeding, intracraniële bloeding.β  Overweeg bij mucosale bloedingen alleen antifibrinolytica, behalve bij hematurie¥ Afhankelijk van de halfwaardetijd kan het nodig zijn om het stollingsfactorconcentraat 2x daags te doseren.± Gebruik van stollingsfactorconcentraat met een ratio VWF/factor VIII > 10, geeft pas een stijging van het endogene factor VIII na 6-8 uur. Bron: conceptrichtlijn VWD 2023

Poliklinische profylaxe

Angiodysplasieën

Cardiovasculaire ziekte

Bron: conceptrichtlijn VWD 2023