Schildklier
Fysiologie
De schildklier produceert voornamelijk T4 en een klein beetje T3.
Meer dan 99% van T4 en T3 zijn gebonden aan eiwitten (TBG, TTR, albumine). Ongeveer 75% van het T4 is gebonden aan TBG en ongeveer 80% van het T3 is gebonden aan TBG.
Ongeveer 1/3 van het dagelijks geproduceerde T4 (~130 nmol) wordt omgezet in perifere weefsels in het biologisch actieve T3 (~40 nmol), met name in de lever.
Diagnostiek
Patronen van schildklierfunctietesten
Indicaties
TSH: klachten passend bij hypo- of hyperthyreoidie. Een normale TSH-concentratie sluit een primaire schildklierdysfunctie vrijwel uit (NPV 99%)
Vrij T4: afwijkend TSH of een klinisch sterk vermoeden op een zeldzame schildklierfunctiestoornis of hypofysedysfunctie
T3: indien behulpzaam in differentiaaldiagnose (bv. M. Graves vs. thyreoiditis), bij een onmeetbaar laag TSH met normaal fT4 (indien verhoogd, dan passend bij beginnende M. Graves, autonome nodus of multinodulair struma; indien verlaagd, dan passend bij minder efficiënte omzetten van T4 naar T3 bij bijvoorbeeld amiodaron, propranolol of steroiden) of verdenking op schildklierhormoonresistentiesyndromen