Delier

Definitie delier (DSM-5)

  • Stoornis in aandacht (verminder vermogen aandacht te sturen, richten en vasthouden) en bewustzijn (verminderd besef van de omgeving)

  • De stoornis ontwikkelt zich in korte tijd (meestal uren tot dagen) en heeft de neiging te fluctueren in ernst

  • Ten minste één bijkomende stoornis in cognitieve functies (bv. geheugen, taal, visuospatiële functies [desoriëntatie] of waarneming)

  • De symptomen kunnen niet beter worden verklaard door een pre-existente dementie

  • De stoornis doet zich niet voor in de context van een ernstig gedaald bewustzijn of coma

  • Er zijn aanwijzingen voor een onderliggende oorzaak/oorzaken

Kwetsbaarheidsmodel van Inouye

Typen delier

  • Hypoactief (~75%)

  • Hyperactief (~25%)

Incidentie delier bij ouderen

  • SEH: ~10-15%

  • ICU: ~75%

  • Na grote electieve operatie: ~15-25%

  • Na hoog-risico operaties (bv. gebroken heup of cardiothoracaal): ~50%

  • Terminale fase: ~85%

Belangrijke risicofactoren:

  • Eerder doorgemaakt delier

  • Hersenziekten (o.a. dementie, CVA, Parkinson)

  • Leeftijd >70 jaar

  • Visus- of gehoorstoornissen

  • Stoornissen in ADL

  • Gebruik alcohol/opiaten

  • Chronisch slaaptekort

Oorzaken delier (DELIRIUM)

  • D - drugs/alcohol: Nieuwe of opgehoogde medicatie? Interacties? OTC-medicatie? Alcohol? (zie lijst hieronder)

  • E - elekrolietstoornissen: Dehydratie? Natrium? Schildklierfunctie? Hypercalciëmie?

  • L - lack of drugs: Onthoudingsverschijnselen (slaapmedicatie/alcohol)? Ongecontroleerde pijn?

  • I - infectie: Urineweginfectie? Luchtweginfectie? Weke-deleninfectie?

  • R - reduced sensory input: Verminderde visus? Gehoorverlies?

  • I - intracraniële afwijkingen: CVA/TIA? Subduraal hematoom? Tumor? Hydrocephalus? Meningitis/encefalitis?

  • U - urine- of faecesincontinentie, blaasretentie of obstipatie

  • M - myocardinfarct, ritmestoornis, hartfalen, hypotensie, anemie, exacerbatie COPD, hypoxie of hypercapnie

Meest voorkomend

  • Obstipatie

  • Urineretentie

  • Infectie

  • Metabole ontregeling

  • Dehydratie

  • Hypoxemie

  • Medicamenteus

  • My

Hoog-risico medicatie

Screening

Confusion Assessment Method (CAM)

Item 1 en 2 moeten aanwezig zijn i.c.m. 3 of 4

  1. A) Acuut en B) fluctuerend beloop (vragen naar visuele hallucinaties, verwardheid, aandacht goed te trekken/behouden)

  2. Aandachtsstoornis (bv. maanden van het jaar of dagen van de week achterstevoren)

  3. Ongeorganiseerd / verward denken (bv. huidig jaar, dag van de week, plaats; 'kun je het verhaal volgen?')

  4. Veranderd bewustzijn (bv. somnolent, comateus, hyperalert)

Delirium Observatie Screening Schaal (DOSS)

Differentiaal diagnose

  • Dementie

  • Stemmingsstoornis

  • Serotoninesyndroom

  • Maligne neurolepticasyndroom

  • Anticholinergisch syndroom

  • Auto-immuunencefalitis

  • Hepatische encefalopathie

  • Katatonie

  • CVA

  • Chronisch subduraal hematoom

Dementie vs delier vs depressie

Onderzoek

  • Lichamelijk onderzoek: vitale parameters, auscultatie, wonden/decubitus, lijnen, blaasretentie?

  • Lab: bezinking, bloedbeeld, kreatinine, natrium, kalium, glucose, calcium, fosfaat, ALAT, ASAT, gamma-GT, AF, biliribine, LDH, vitamine B12, foliumzuur, totaal eiwit, albumine, TSH, CRP, bloedgas voor pCO2. Eventueel: vitamine B1, vitamine B6.

  • Urinesediment

  • ECG

  • Bladderscan

Behandeling

  • Behandel onderliggende en/of onderhoudende factoren

  • Zet altijd eerst in op niet-medicamenteuze interventies (o.a. heroriënteren in tijd en plaats middels klok, datum, rooming-in etc)

  • Geef geen medicatie voor het delier, tenzij:

    • de patiënt oncomfortabel is

    • de patiënt een gevaar is voor zichzelf of anderen

    • bij aanwezigheid van psychotische symptomen

    • als de patiënt zijn behandeling in de weg staat

    • het delier persisterend is

  • Eerste keuze medicamenteuze behandeling: haloperidol (tenzij hypokinetisch rigide syndroom/M.Parkinson/ Lewy body dementie).

    • Startdosis haloperidol 0.5 mg 2dd, eventueel 1 mg bij jongere patiënten.

    • Afbouwen na 2x goede nachtrust, halveer dosis per 2 dagen, stop indien dosis 2 dagen 1 mg/dag is.

    • Bij voorkeur niet langer dan 1 week haloperidol geven

  • Bij onvoldoende effect en/of bijwerkingen: atypische antipsychotica (quetiapine, clozapine, risperidon, olanzapine, aripiprazol) of cholinesteraseremmer (rivastigmine)

  • Bij hypokinetisch rigide syndroom of Lewy body dementie: verlaag of staak eventuele antiparkinsonmedicatie; indien onvoldoende effect of onmogelijkheid staken/verlagen: start cholinesteraseremmer (rivastigmine) of atypisch antipsychoticum (quetiapine, clozapine)

Bron: NIV richtlijn 2020

Farmacologische behandeling (symptoombestrijding)