Heparine-geinduceerde trombocytopenie

Pathofysiologie

HIT type 1

HIT type 2

Absolute risico's

1. Platelet factor 4 (PF4) is een positief geladen tetrameer dat vrijkomt uit geactiveerde bloedplaatjes2. Negatief geladen heparine bridged meerdere PF4 moleculen waardoor een conformatieverandering in PF4 plaatsvindt waarbij een neoepitoop vrij komt3. Er ontstaat immunogene multimoleculaire heparine/PF4 immuuncomplexen die herkend worden door B-cellen4. IgG antistoffen worden gevormd tegen de heparine/PF4 immuuncomplexen5. De zware keten van deze IgG antistoffen binden aan Fc gamma receptoren op bloedplaatjes met activatie en trombose tot gevolgBron

4T score

  • 0-3 punten: laag risico op HIT 
  • 4-5 punten: intermediair risico op HIT 
  • 6-8 punten: hoog risico op HIT 

Labarotoriumdiagnostiek

Klinische HIT (HIT en HITT) zijn het topje van de ijsberg. Daaronder zijn er meer patiënten met subklinische anti-PF4/heparine seroconversie. ELISA heeft een hoge sensitiviteit, maar lage specificiteit want detecteert ook klinisch irrelevante antilichamen die niet leiden tot plaatjesactivatie (bv. IgA of IgM). Hoe hoger de OD (optical density) in de ELISA, hoe groter de kans dat er ook sprake is van een positieve functionele assay.Bron

HIPA

Stap 1. Verzamel gewassen donor trombocyten van gezonde mensen
Stap 2. Mix de gewassen donor trombocyten met patiëntplasma onder drie condities: (1) met buffer (cotnrole), (2) LMWH in therapeutische dosis en (3) UFH in supratherapeutische dosis (inhibitiestap)
Stap 3. Evalueer iedere 5 minuten het ontstaan van aggregaten (switch van turbitidy naar transparancy). De test is positief als aggregaten ontstaan bij ten minste twee van vier donoren bij toevoeging therapeutisch LMWH. Bij overmaat UFH onstaan er geen aggregatien.
Bron
Bij HIT patiënten ontstaan bij lage dosering LMWH wel aggregaten door plaatjesactivatie maar bij hoge dosis UFH  ontstaan er geen aggregaten. Voor vorming van optimale PF4/complexen die tot HIT leiden is namelijk een verhouding PF4:heparine van 1:1 tot 2:1 noodzakelijk. Bij een overmaat UFH worden geen antigene PF4/heparine complexen gevormd doordat alle bindingsplekken voor heparine op PF4 verzadigd raken (en er dus geen goede verhouding PF4:heparine is). 

Vaccine-induced thrombocytopenia with thrombosis (VITT)

Bron
Na toediening van adenovirus-based COVID-19 vaccins kunnen antilichamen worden gevormd tegen PF4, waarna immuuncomplexen gevormd worden die plaatjes kunnen activeren. Dit leidt tot trombose en trombocytopenie.