Heparine-geinduceerde trombocytopenie
Pathofysiologie
HIT type 1
Ontstaat in eerste dagen na heparinegebruik door directe heparine-trombocyten interactie met aggregatie, activatie en hoger verbruik tot gevolg
Trombocytopenie meestal 100-150 x 10^9/L
HIT type 2
Ontstaat 4-20 dagen (meestal 5-10 dagen) na heparinegebruik (of eerder bij secundaire immuunrespons na eerder expositie)
Naast de directe heparine-trombocyten interactie (zoals bij type 1) ontstaan ook antistoffen tegen heparine/PF4 complexen
Trombocytopenie bij ~95% van patiënten, trombocyten zelden <20 x 10^9/L
Indien trombose: vaker veneus dan arterieel. Hoger risico bij diepere trombopenie
Indien bloeding: relatief vaak bijnierbloeding
Andere complicaties: necrotiserende huidafwijkingen, anafylaxe na heparine, veneus gangreen
Antilichamen verdwijnen gewoonlijk 40-80 dagen na exposure
Absolute risico's
4T score
- 0-3 punten: laag risico op HIT
- 4-5 punten: intermediair risico op HIT
- 6-8 punten: hoog risico op HIT
Labarotoriumdiagnostiek
Screen naar HIT indien risico ≥0.1% middels trombocyten iedere 2-3 dagen gedurende dag 4-14 van gebruik heparine: UFH gedurende >3 dagen, ECMO, cardiothoracale chirurgie, maligniteit
ELISA: meet aanwezigheid van anti-PF4/heparine antilichamen. Hoge sensitiviteit (>99%), lage specificiteit (30-70%). Bij lage OD (0-1) is PPV 15%, bij hogere OD (1-2) 60% (bron).
Functionele assay: heparin-induced platelet aggregation assay (HIPAA). Sensitiviteit 56-100%, specificiteit >95% (PPV 89-100%).
HIT diagnose kan alleen gesteld worden bij aanwezigheid van zowel positieve anti-PF4/heparine immunoassay en een positieve functionele assay (bv. HIPAA)
HIPA
Stap 2. Mix de gewassen donor trombocyten met patiëntplasma onder drie condities: (1) met buffer (cotnrole), (2) LMWH in therapeutische dosis en (3) UFH in supratherapeutische dosis (inhibitiestap)
Stap 3. Evalueer iedere 5 minuten het ontstaan van aggregaten (switch van turbitidy naar transparancy). De test is positief als aggregaten ontstaan bij ten minste twee van vier donoren bij toevoeging therapeutisch LMWH. Bij overmaat UFH onstaan er geen aggregatien.Bron
Vaccine-induced thrombocytopenia with thrombosis (VITT)
Na toediening van adenovirus-based COVID-19 vaccins kunnen antilichamen worden gevormd tegen PF4, waarna immuuncomplexen gevormd worden die plaatjes kunnen activeren. Dit leidt tot trombose en trombocytopenie.