Diabetes en zwangerschap
Websites
Zwangerschap en diabetes (NIV-richtlijn)
Achtergrond
Maak onderscheid tussen diabetes gravidarum (zwangerschapsdiabetes) en pre-existente diabetes in de zwangerschap
Prevalentie diabetes gravidarum: 5%
Risico's: groot kind (foetale macrosomie), pre-eclampsie, foetale sterfte, congenitale afwijkingen, achteruitgang nierfunctie bij moeder (m.n. bij pre-existente nefropathie)
Screening: overgewicht BMI >30 kg/m2, PCOS, etniciteit anders dan Kaukasich, diabetes bij eerste graads familieleden, eerdere gecompliceerde zwagerschap door diabetes gravidarum
Positieve criteria: glucose nuchter >6.9 mmol/L, random >11.1 mmol/L of na 75 g OGTT >7.8 mmol/L
Glucoseregulatie
Preconceptioneel bij bekende type 2 diabets
HbA1c <53 mmol/L (tenminste 2x), in principe dan pas akkoord voor zwangerschap.
Zeer belangrijke rol voor leefstijl (ca. 80% van vrouwen heeft hier voldoende aan)!
Eerste keuze: overstappen naar insulinetherapie. Lispro, aspart, glargine en detemir zijn veilig. Degludec en glulisine niet toegestaan.
Tweede keuze: metformine (minder bewijs voor veiligheid in zwangerschap, minder gewichtstoename dan insuline, minder invasief)
Insulinebehoefte van vóór zwangerschap noteren.
Afspraken/adviezen bij nieuwe zwangerschap: direct bellen
Tijdens zwangerschap
Streef nuchter <5.6 mmol/L, post-prandiaal <6.8 mmol/L, TIR >70%
Bied continue glucosemonitoring (CGM) of continue subcutane insulinepomp (CSII) aan aan iedere zwangere (vergoeding ook al preconceptueel)
Frequente controles (elke 3-4 weken),
Bevalling bij 38 weken
Eerste helft zwangerschap risico hypoglycemie, tweede deel juist insulineresistent.
Na bevalling
Na zwangerschap zakt insulinebehoefte al snel; dan terug op pre-zwangerschap insulineschema.