mijngeloof

Mijn Geloof

Als Christadelphian of Broeder in Christus Geloof ik.

Mijn Geloof

Ik ben Christadelphian (dat betekent broer of zuster in Christus). Aldus geloof ik dat ik door de Gratie van God en navolger van Christus, lid mag zijn van zijn familie hier op aarde.

Colossensen 1: 2[1];

Ik geloof in slechts Eén God, Schepper van hemel en aarde en levensgever van alles wat rondom ons is.

Genesis 1; Psalm 33: 6[2]; Jesaja 45: 18 [3]; Job 34: 14, 15[4];

Ik geloof dat de Bijbel het geïnspireerde Woord van God is vanaf het begin (Genesis 1) tot aan het einde (Apocalyps of Openbaring 22).

2Tlimotheus 3:16-17[5];2Petrus 1: 20-21;;

Door de eerste mens is het kwaad in de wereld binnengeslopen.[6]

Ik geloof dat alle mannen en vrouwen zondaars zijn van nature. De Bijbelse “Duivel” is een figuur om ons over deze zondige natuur en tekortkomingen te vertellen. Het is de “Satan” of “Tegenstrever” van God.

Marcus 7: 21-23[7]: Jakobus 1: 13-15[8]; Openbaring 12:9[9];

Ik geloof dat de Dood een gevolg is van het verkeerd gaan van de mens. De dood is het gevolg van de Zonde waarbij het leven volledig ten einde komt.

Genesis 3: 19[10]; Psalm 146: 3, 4[11]; Prediker 9:4-6[12]; Romeinen 5: 12[13];

Ik geloof dat Jezus Christus de Geliefde Zoon van God is geboren uit de Joodse maagd Maria door de wonderbaarlijke inplanting door Gods Kracht, de Heilige Geest.

Zoals elke mens kon Hij bekoord en verleid worden en had Hij de mogelijkheid een andere richting uit te gaan dan Gods Wil. Maar Jezus wilde niet ingaan op verkeerde verzoeken en gaf niet toe aan het Kwaad. Ik geloof dan ook dat Jezus geen zonde heeft gedaan. Hiervoor hoefde Hij ook niet in de dood te blijven en heeft Zijn Vader Hem uit de doden laten opstaan de derde dag nadat Hij aan een houten paal was gestorven.

Matheus 3:17[14]; 26: 39[15];1 Petrus 2:24[16]; Hebreeuwen 2: 14[17]; 4: 15[18];

Ik ben er van overtuigd dat Jezus als mens zoals wij verzocht werd maar ik geloof dat Hij nooit op die verleidingen is ingegaan en aldus niet gezondigd heeft.

Om die zuiverheid die Hij had weten te behouden hoefde Hij niet in het graf te blijven en is Hij op de derde dag na Zijn dood aan een houten paal uit de doden verrezen door de Kracht van Zijn Vader.

1 Petrus 2:22-24[19]; Handelingen 2: 24[20]: 1 Korintiërs 15: 20[21];

Ik geloof dat het dank zij Jezus zijn nederigheid en opoffering is dat de overwinning over de dood ook tot ons kan komen, zelfs daar waar geen enkele wet ons kan rechtvaardigen. Met Hem zijn de Oude Wetten afgelopen en is er ons een Nieuw Verbond gegeven.

Handelingen 13:38[22]; Efesiërs 1: 7[23]; Hebreeuwen 8:6[24];12:24[25]; 1Corinthiërs 11:25[26];

Ik geloof dat veertig dagen na Zijn dood Jezus werd opgenomen in de hemel.

Door zijn Zoenoffer heb ik nu het voorrecht om mij rechtstreeks tot God te wenden en kan ik God om vrijstelling van mijn zonden vragen. Nu zit Jezus aan de rechterhand van Zijn Vader en kan Hij als met Jezus als mijn bemiddelaar optreden zoals Hij iedereen kan voorspreken die Hem willen volgen en Hem willen benaderen.

Handelingen 1: 9[27]1Timotheus 2:5[28]; Hebreeuwen 7: 25[29]; 9: 24[30]; 10:12[31];

Ik geloof dat zoals Jezus Christus opgestegen is ten hemel ook zal wederkomen op het ogenblik dat God het wil. (Op Zijn tijd)

Jezus Christus zal dan de doden laten opstaan en beoordelen om aan de getrouwen een verder leven zonder einde te geven. Hij zal dan het beloofde Eeuwige Koninkrijk van God verwezenlijken en zal van uit Jeruzalem over de gehele aarde regeren.

Handelingen 1: 11·; 17:31[32]; Lucas 1: 32, 33[33]; 2 Petrus 3:7[34];

Ik geloof dat het Koninkrijk van God ons een volmaakte wereld zal brengen zonder oorlog of geweld, zonder haat, jaloezie of wrok. Zonder honger of ziekte en zonder einde.

Alles zal verwezenlijkt worden onder de leiding van de Rechtvaardige Koning, die nu aan de rechterhand van Zijn Vader zit, en al de voorgaande onaangename situaties zal ongedaan maken.

Jesaja 2:1-4[35]; 11:1-9[36]; Psalm 72; Apocalyps of Openbaring 21: 3, 4[37];

Ik geloof dat op het einde der tijden Jezus zal oordelen over levenden en doden. Het octrooi gevend voor een eeuwig leven aan de goeden, maar de slechten veroordelend tot de eeuwige dood.

Daniël 12: 2[38]: Johannes 5: 28, 29[39];

Ik geloof dat het Koninkrijk dat Jezus Christus zal oprichten het Plan van God tot stand zal brengen, om de zonde te elimineren en de verheerlijking van Gods naam zal verspreiden.

Numeri 14:12, 21[40]; Jesaja 11:9[41]; Psalm 22:27[42]; Habakuk 2:14[43]; 2 Korintiërs 4:6[44];

Ik geloof dat indien wij deelgenoten willen zijn van die Nieuwe Wereld die reeds lang beloofd is door God, wij ons nu moeten identificeren met Jezus Christus door het ware doopsel, door onderdompeling in water met de volheid van geest. Daarom is het belangrijk dat wij volwassen genoeg zijn om de ware toedracht te begrijpen en de belangrijkheid inzien om van het door zonden overheerste leven af te stappen en over te gaan naar een nieuw leven in de voetsporen van Jezus Christus.

Marcus 16:16[45]; Romeinen 6:1-13[46]; Kolossenzen 3:1[47]; 1 Korintiërs 13;

Ik geloof dat het mijn voorrecht is en mijn verantwoordelijkheid om deel te nemen aan de grote Verwachting met anderen. Niet enkel moet ik zelf regelmatig de Heilige Schrift onderzoeken, maar moet ik het met anderen delen en het vergaderen omtrent het Goede Nieuws niet nalaten.

Iedereen heeft de vrije keuze of hij of zij dat Goede Nieuws van het Koninkrijk van God wil aannemen of verwerpen. Maar ik wil samen met anderen die dit willen geloven vooruitkijken op een gelukzalig leven en luisteren naar de hoop van het te komen Heil.

Mathias 5:16[48]; 1 Peter 3:15[49]; Ezekiel 2:5,7[50]; 1 Corinthians 11:26[51]; Hebrews 10:25[52];

Indien u meer folders zou willen ontvangen of graag meer informatie heft kan u ons vrijblijvend contacteren:

Belgische Christadelphians

Foksweg 14

B.3061 Leefdaal

Vlaams-Brabant

Belgium

EU

christadelphians(at)carlet.be

http://belgianchristadelphians.googlepages.com/home

[1] “aan de gemeente van Kolosse, onze broeders in het geloof en in Christus. Genade voor u en vrede vanwege God onze Vader!” (Col 1:2 WV78)

[2] “Door zijn woord zijn de hemelen gemaakt, door zijn ademtocht heel hun heir;” (Ps 33:6 WV78)

[3] “Want zo spreekt Jahwe, die de hemelen heeft geschapen; - Hij de ware God, die de aarde heeft gevormd en gemaakt, en haar grondslagen gelegd; die haar niet als een leegte heeft geschapen maar gevormd tot een bewoonbare plaats -: ‘Ik ben Jahwe, en niemand anders.” (Jes 45:18 WV78)

[4] “Als Hij zijn hart voor ons zou sluiten en geest en adem terugneemt, sterft al wat leeft, vervalt de mens opnieuw tot stof.” (Job 34:14-15 WV78)

[5] “Elk door God geïnspireerd geschrift dient ook om te onderrichten in de waarheid en dwalingen te weerleggen, om de zeden te verbeteren en de mensen op te voeden tot een rechtschapen leven, zodat de man Gods voor zijn taak berekend is en toegerust voor elk goed werk.” (2Ti 3:16-17 WV78)

[6] Zie het gebeuren rond Adam en Eva in het Aards Paradijs en hun zondeval. (Genesis)

[7] “Want uit het binnenste, uit het hart van de mensen, komen boze gedachten, ontucht, diefstal, moord, echtbreuk, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, godslastering, trots, lichtzinnigheid. Al die slechte dingen komen uit het binnenste en bezoedelen de mens.’” (Mr 7:21-23 WV78)

[8] “Niemand mag zeggen, als hij bekoord wordt: Ik word door Gods toedoen bekoord. God brengt niemand in verzoeking, zo min als Hijzelf door het kwade kan worden bekoord. Wordt iemand bekoord, dan is het altijd door het trekken en lokken van zijn eigen begeerte. Daarna, als de begeerte bevrucht is, baart zij de zonde; en de zonde, eenmaal volgroeid, baart de dood.” (Jak 1:13-15 WV78)

[9] “En de grote draak werd neergeworpen, de oude slang, die Duivel en Satan heet, die de hele wereld verleidt; neergeworpen werd hij op de aarde en zijn engelen met hem.” (Opb 12:9 WV78)

[10] “In het zweet zult ge werken voor uw brood, tot gij terugkeert naar de grond, waaruit gij zijt genomen: gij zijt stof, en tot stof keert gij terug.’” (Ge 3:19 WV78)

[11] “Zoekt het niet bij de groten der aarde, bij een mensenkind dat u niet uitredt; wijkt zijn adem, hij wordt weer tot aarde: op die dag zijn zijn plannen voorbij.” (Ps 146:3-4 WV78)

[12] “Zolang iemand leeft is er nog hoopt. Beter een levende hond dan een dode leeuw. Levenden weten tenminste nog dat ze doodgaan, maar doden weten helemaal niets meer. Ze hebben niets meer te verwachten, zelfs hun naam wordt vergeten. Hun liefde, hun haat en hun naijver: het is allemaal voorbij. Nooit meer hebben ze deel aan wat zich afspeelt onder de zon.” (Pre 9:4-6 WV78)

[13] “Door een mens is de zonde in de wereld gekomen en met de zonde de dood en zo is de dood over alle mensen gekomen, aangezien allen gezondigd hebben.” (Ro 5:12 WV78)

[14] “en een stem uit de hemel sprak: ‘Dit is mijn Zoon, mijn veelgeliefde, in wie Ik welbehagen heb.’” (Mt 3:17 WV78)

[15] “Nadat Hij een weinig verder was gegaan, wierp Hij zich plat ter aarde en bad: ‘Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan. Maar toch: niet zoals Ik wil, maar zoals Gij wilt.’” (Mt 26:39 WV78)

[16] “In zijn eigen lichaam heeft Hij onze zonden op het kruishout gedragen, opdat wij aan de zonden zouden afsterven en gaan leven voor gerechtigheid. Door zijn striemen zijt gij genezen.” (1Pe 2:24 WV78)

[17] “De kinderen van een familie hebben deel aan hetzelfde vlees en bloed; daarom heeft Hij ons bestaan willen delen, om door zijn dood de vorst van de dood, de duivel, te onttronen,” (Heb 2:14 WV78)

[18] “Want wij hebben een hogepriester die in staat is mee te voelen met onze zwakheden; Hij werd zelf op allerlei manieren op de proef gesteld, precies zoals wij, afgezien dan van de zonde.” (Heb 4:15 WV78)

[19] “Hij heeft geen zonde bedreven, en er was geen bedrog in zijn mond; toch hoonde Hij niet, als Hij gehoond werd, en dreigde Hij niet, als Hij leed; maar Hij liet het over aan Hem, die met rechtvaardigheid oordeelt. Hij zelf heeft aan het kruishout in zijn Lichaam onze zonden gedragen, opdat wij, van de zonden ontlast, voor de gerechtigheid zouden leven. Door zijn striemen zijt gij genezen;” (1Pe 2:22-24 CANIS)

[20] “Maar God heeft Hem ten leven opgewekt na de smarten van de dood te hebben ontbonden; want het was onmogelijk dat Hij daardoor werd vastgehouden.” (Hnd 2:24 WV78)

[21] “Maar zo is het niet! Christus is opgestaan uit de doden, als eersteling van hen die ontslapen zijn.” (1Co 15:20 WV78)

[22] “Weet dan, mannen broeders, dat aan u wordt verkondigd dat ge door Hem vergiffenis van zonden kunt verkrijgen; de volledige rechtvaardiging die ge in de Wet van Mozes niet hebt kunnen vinden,” (Hnd 13:38 WV78)

[23] “in wie wij de verlossing hebben door zijn bloed, de vergeving van de zonden, dank zij de rijkdom van zijn genade.” (Efe 1:7 WV78)

[24] “In feite echter is de bediening die Jezus is ten deel gevallen, veel verhevener, evenals het verbond waarvan Hij de middelaar is en de beloften waarop het berust.” (Heb 8:6 WV78)

[25] “tot Jezus, de middelaar van een nieuw verbond, wiens vergoten bloed iets beters afroept dan het bloed van Abel.” (Heb 12:24 WV78)

[26] “Zo ook na de maaltijd de beker, met de woorden: ‘Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed. Doet dit, elke keer dat gij hem drinkt, tot mijn gedachtenis.’” (1Co 11:25 WV78)

[27] “Na deze woorden werd Hij ten aanschouwen van hen omhooggeheven en een wolk onttrok Hem aan hun ogen.” (Hnd 1:9 WV78)

[28] “Want God is een, een is ook de middelaar tussen God en de mensen, de mens Christus Jezus,” (1Ti 2:5 WV78)

[29] “Daarom is Hij ook in staat hen die door zijn tussenkomst God naderen voor altijd te redden, daar Hij altijd leeft om voor hen te pleiten.” (Heb 7:25 WV78)

[30] “Want Christus is niet het heiligdom binnengegaan dat, door mensenhanden gemaakt, slechts een symbool is van het waarachtige heiligdom; Hij is de hemel zelf binnengegaan om er nu, voor onze zaak, bij God present te zijn.” (Heb 9:24 WV78)

[31] “Hij daarentegen is voor altijd gezeten aan de rechterhand van God, na een enkel offer voor de zonden te hebben gebracht,” (Heb 10:12 WV78)

[32] “Hij heeft immers een dag vastgesteld, waarop Hij de wereld naar rechtvaardigheid gaat oordelen door een man die Hij daartoe heeft bestemd. Aan allen gaf Hij het bewijs daarvan door Hem uit de doden te doen opstaan.’” (Hnd 17:31 WV78)

[33] “Hij zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden. God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen.’” (Lu 1:32-33 WV78)

[34] “Maar de hemel en de aarde van nu zijn door hetzelfde woord opgespaard voor het vuur en bewaard voor de dag van het oordeel en de ondergang der goddelozen.” (2Pe 3:7 WV78)

[35] “De openbaring over Juda en Jeruzalem, die Jesaja, de zoon van Amos, in een visioen ontving. Op het einde der dagen zal het gebeuren, dat de berg van het huis van Jahwe vast zal staan als de eerste der bergen, verheven boven de heuvels; en alle volken stromen naar hem toe, naties gaan op weg en zeggen: ‘Komt, laat ons gaan naar de berg van Jahwe, naar het huis van Jakobs God: dan zal Hij ons zijn wegen wijzen, en wij zullen zijn paden bewandelen. Ja, uit Sion komt Gods onderricht, uit Jeruzalem het woord van Jahwe.’ Hij zal recht doen tussen de vele volken, en machtige naties tuchtigen. Dan smeden zij hun zwaarden om tot ploegscharen en hun speerpunten tot sikkels. Geen volk heft het zwaard meer tegen een ander en de oorlog leren ze niet meer.” (Jes 2:1-4 WV78)

[36] “Een twijg ontspruit aan de stronk van Isai, een telg ontbloeit aan zijn wortel. De geest van Jahwe rust op hem, een geest van wijsheid en inzicht, een geest van beleid en sterkte, een geest van kennis en ontzag voor Jahwe. -hij ademt ontzag voor Jahwe. Niet naar uiterlijke schijn spreekt hij recht en hij doet geen uitspraak op grond van loze geruchten; hij geeft de geringen hun recht en de armen in het land krijgen een eerlijk vonnis. Hij kastijdt de verdrukkers met de roede van zijn mond en de bozen doodt hij met de adem van zijn lippen. Gerechtigheid draagt hij als een gordel om zijn lenden, en trouw als een gordel om zijn heupen. De wolf en het lam wonen samen, de panter vlijt zich neer naast het bokje, het kalf en de leeuw weiden samen: een kleine jongen kan ze hoeden. De koe en de berin sluiten vriendschap, hun jongen liggen bijeen. De leeuw eet haksel als het rund, de zuigeling speelt bij het hol van de adder, het kind strekt zijn hand uit naar het nest van de slang. Niemand doet nog kwaad of handelt nog verderfelijk op heel mijn heilige berg; want de kennis van Jahwe vervult het hele land, zoals het water heel de bodem van de zee bedekt.” (Jes 11:1-9 WV78)

[37] “Toen hoorde ik een machtige stem die riep van de troon: ‘Zie hier Gods woning onder de mensen! Hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volk zijn, en Hij, God-met-hen, zal hun God zijn. En Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn; geen rouw, geen geween, geen smart zal er zijn, want al het oude is voorbij.’” (Opb 21:3-4 WV78)

[38] “En velen van hen die slapen in het land van het stof, zullen ontwaken, sommigen om eeuwig te leven, anderen om de smaad van een eeuwige schande te ondervinden.” (Da 12:2 WV78)

[39] “Verwondert u niet hierover: er zal een uur komen, waarop allen die in de graven zijn, zijn stem zullen horen. Dan zullen zij die het goede deden, er uit te voorschijn komen tot de opstanding ten leven, maar die het kwade deden tot de opstanding ten oordeel.” (Joh 5:28-29 WV78)

[40] “Ik zal het slaan met de pest en het uitroeien en van u zal Ik een volk maken, groter en machtiger dan dit.’” (Nu 14:12 WV78) “Maar zowaar Ik leef en heel de aarde vervuld is van de heerlijkheid van Jahwe:” (Nu 14:21 WV78)

“En daarentegen zal, zo waar ik leef, de gehele aarde met de heerlijkheid van Jehovah vervuld worden.” (Nu 14:20-21 NWT)

[41] “Niemand doet nog kwaad of handelt nog verderfelijk op heel mijn heilige berg; want de kennis van Jahwe vervult het hele land, zoals het water heel de bodem van de zee bedekt.” (Jes 11:9 WV78)

“Men zal generlei kwaad doen noch enig verderf stichten op heel mijn heilige berg; want de aarde zal stellig vervuld zijn van de kennis van Jehovah, zoals de wateren ook de zee bedekken.” (NWV)

[42] Alle einden der aarde zullen het gedenken en terugkeren tot Jehovah. En alle families der natiën zullen zich voor uw aangezicht neerbuigen. (Psalm 22:27 NWT)

[43] “De aarde immers zal worden vervuld met kennis van Jahwe’s glorie, zoals de zee boordevol staat met water.” (Hab 2:14 WV78)

“Want de aarde zal vervuld zijn van het kennen van Jehovah’s heerlijkheid, ja, zoals de wateren [de] zee bedekken.” (Hab 2:14 NWV)

[44] “Dezelfde God die gezegd heeft: ‘Licht moet schijnen uit het duister’, is als een licht in onze harten opgegaan, om de kennis te doen stralen van zijn heerlijkheid, die ligt over het gelaat van Christus.” (2Co 4:6 WV78)

[45] “Wie gelooft en gedoopt is, zal gered worden, maar wie niet gelooft zal veroordeeld worden.” (Mr 16:16 WV78)

[46] “Volgt hieruit, dat wij moeten blijven zondigen om de genade te doen toenemen? Natuurlijk niet! Hoe zouden wij nog in zonde leven, wij die dood zijn voor de zonde? Gij weet toch, ,dat de doop, waardoor wij een zijn geworden met Christus Jezus, ons heeft doen delen in zijn dood? Door de doop in zijn dood zijn wij met Hem begraven, opdat ook wij, zoals Christus door de macht van zijn Vader uit de doden is opgewekt, een nieuw leven zouden leiden. Zijn wij een met Hem geworden door het beeld van zijn dood, dan moeten wij Hem ook volgen in zijn opstanding, in de overtuiging dat onze oude mens met Hem gekruisigd is; daardoor is aan het bestaan in de zonde een einde gekomen, zodat wij niet langer aan de zonde dienstbaar zijn. Want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde. Indien wij dan met Christus gestorven zijn, geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven: -want wij weten dat Christus, eenmaal van de doden verrezen, niet meer sterft: de dood heeft geen macht meer over Hem. Door de dood die Hij is gestorven, heeft Hij eens voor al afgerekend met de zonde; het leven dat Hij leeft, heeft alleen met God van doen. Zo moet ook gij uzelf beschouwen: als dood voor de zonde en levend voor God in Christus Jezus. Laat dus de zonde niet heersen in uw sterfelijk lichaam, gehoorzaamt haar niet, stelt uw ledematen niet in haar dienst als werktuigen van ongerechtigheid. Biedt uzelf God aan als mensen die uit de dood ten leven zijt opgestaan. Offert Hem uw ledematen als werktuigen in dienst der gerechtigheid.” (Ro 6:1-13 WV78)

[47] “Als gij dan met Christus ten leven zijt gewekt, zoekt wat boven is, daar waar Christus zetelt aan de rechterhand Gods.” (Col 3:1 WV78)

[48] “Zo moet ook uw licht stralen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader verheerlijken die in de hemel is.” (Mt 5:16 WV78)

[49] “heiligt in uw hart Christus als de Heer. Weest altijd bereid tot verantwoording aan alwie u rekenschap vraagt van de hoop die in u leeft.” (1Pe 3:15 WV78)

[50] “En of ze luisteren of niet, want het is een weerspannig volk: ze zullen erkennen dat er onder hen een profeet geweest is.” (Eze 2:5 WV78)

“Ge moet hun mijn woorden overbrengen, of ze luisteren of niet; het is nu eenmaal een weerspannig volk.” (Eze 2:7 WV78)

[51] “Telkens als gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt.” (1Co 11:26 WV78)

[52] “Wij moeten niet wegblijven van onze bijeenkomsten, zoals sommigen gewoon zijn te doen; laten we elkaar moed inspreken, en dit te meer naarmate gij de grote dag dichterbij ziet komen.” (Heb 10:25 WV78)