geloof
Belgische Christadelphians
Geloof
Datgene wat men wil aannemen als een zeker weten.
Een bewust beseffen van een waarheid.
Het zeker weten en voor waar houden van dingen die men kan zien maar ook die men niet kan zien of die men niet dadelijk (wetenschappelijk) kan bewijzen.
Hier gaan wij het hebben over wat wij geloven, wat de wereld gelooft en wat iedereen die graag voor eeuwig zou blijven leven zou moeten geloven en doen.
Geloof heeft direct te maken met hoe je je voelt, wie je bent en hoe je je plaats zoekt in de samenleving. Geloof heeft ook te maken met hoe je in de wereld om je heen gelooft. Op je geloof wordt je aangesproken en aangekeken.
Geloof komt normaal niet zo maar van zelf. Het is iets dat ontstaat uit de gewaarwordingen van ons wezen.Wij hebben een instinct en daar gaan wij van eerste instantie uit. Dan zijn er de invloeden van onze omgeving die ons een leerschool voorschotelen. Kinderen leren de waarde en de betekenis van het geloof kennen door wat hen wordt voorgeleefd en voorgehouden: woorden, gebruiken, afspraken, manieren om met elkaar en met de wereld om je heen om te gaan.
Geloven lijkt bij zeer velen vooral een cerebrale zaak te zijn, bestaande in het hebben van bepaalde overtuigingen, min of meer overgoten met een saus van ‘humane’ attitudes, om zo maar een vrij blijvende leefvorm met een persoonlijk raamwerk te scheppen. Dat geloof lijkt dikwijls weinig te maken te hebben met een echt godsdienstig leven.
Geloof bestaat niet enkel door iets te denken maar houdt ook in dat wij er naar moeten handelen, want geloof zonder werken is dood. (Jakobus 2:26) Als men iets als waarheid aanneemt moet men er ook achter staan en durven voor gaan en er durven voor uit komen. Het is niet iets dat op en af kan gaan, maar moet groeien en wortel krijgen. Geloof zal uiteindelijk vorm aan het leven moeten geven.
Geloof moet iets worden dat bergen kan verzetten en heeft te maken in het vast van overtuigd zijn in datgene wat wij niet steeds met ons gezond verstand ten volle kunnen begrijpen. Het is het durven aannemen dat dingen kunnen gebeuren die ons verstand te boven gaan en die soms ook zo onwaarschijnlijk lijken. Het is een kwestie van vertrouwen. En in welke mate er met dat vertrouwen werd omgegaan geeft de Bijbel ons verscheidene mooie voorbeelden. Dat vertrouwen in het onbekende of het onzichtbare moet een denken en handelen teweegbrengen dat een richting bepaalt. In de Heilige Schrift vinden wij voorbeelden van vele mensen die God wilden navolgen en Zijn Wil wensten uit te voeren maar moesten opboksen tegen de toen gangbare gebruiken en gedachten. Sommigen van deze Godlievende mensen voerden dingen uit welke smalend werden bekeken of weerstand uit lokten. Maar zij bleven volharden. Zij bleven ervan overtuigd dat God bij machte was te doen wat Hij had beloofd. Zij bleven vertrouwen op dé Ene Ware God en dat vertrouwen werd hun als een daad van gerechtigheid toegerekend. en daardoor kregen die rechtvaardigen leven over de dood.
Geloof houdt ook in dat wij ons durven laten leiden door een macht die wij misschien niet altijd goed begrijpen. Het is de durf om onze handen in die onzichtbare handen te leggen van iets en iemand wiens wezen buiten het onze en zelfs buiten ons bereik ligt. Het is het durven afstappen van verzonnen redeneringen, regelingen en baseringen op doctrines die geen steek houden. Het is een geesteshouding die moet steunen op verstandig onderzoeken en nadenken, om sterk op de benen te kunnen blijven staan. Alsook moet het gefundeerd zijn op eigen vrije keuzes met inzichten die eigen zijn geworden aan het persoonlijk denken.
Geloof maakt een belangrijk deel van religie uit. Zonder geloof is er geen religie.
‘Wat geloof ik eigenlijk; en hoe weet ik of dit is wat God van mij verwacht?’
Vindt ook in de Heilige Schrift uitspraken omtrent het geloof en haar uitwerking.
Is er geloof op aarde te vinden? Lu 18:8
Niet iedereen bezit het ware geloof 2Th 3:2;
Maar wij geloven dat God een uitweg zal voorzien voor eenieder van ons 1Co 10:13 Heb 11:40 ps 3:8 Ps 149:4; Lu 3:6; Heb 5:9;; Ro 5:1
In christus moeten wij geloven en dat ook laten merken door onze juiste houding en acties Jo 3:16; Ef 4:5;Heb 11:6; 1Jo 5:1; Jak 2:19;
Rechtvaardig ten gevolge van geloof 2Co 5:7
Maar geloof is niet zo maar voor altijd, men kan het zelfs verliezen als men voor heen gedoopt was. Een doop houdt dus niet in dat men voor eeuwig zou verlost zijn. Men kan afvallen. 1Ti 4:1;
Wij moeten steeds aan ons geloof werken en het bewaren 2Ti 4:7; Heb 11:6;
Ons lichaam zal tegen de dood moeten aankijken ook al geloven wij. Het doodgaan betekent het afsterven van de ziel. Maar wij kunnen na het vergaan tot stof en as terug tot leven komen in ons geloof. Ro 10:10; Jak 2:17; Ge 3:19; Pr 12:7; Ro 10:4; Han 13:39; Ga 3:24;
De werken van vlees en bloed zijn openbaar maar God kent ons diepste gedachten en rekent ons aan voor ons geloof Jo 6:27; Han 26:20; Jak 2:26;Fil 1:29; Han 10:43; Ps 94:11; Heb 4:12 2Ti 4:1; Heb 11:4
Bedenk:
'Door het geloof heeft Noach, nadat hij een godsspraak ontvangen had over iets, dat nog niet gezien werd, eerbiedig de ark toebereid tot redding van zijn huisgezin, en door dat geloof heeft hij de wereld veroordeeld en is hij een erfgenaam geworden der gerechtigheid, die aan het geloof beantwoordt.' (Hebreeën 11:7)
De mensen hun gedachten waren vanaf het begin gebonden aan de oorsprong en het einde. Elke mens heeft gedachten naar voor gebracht en heeft daarop weer andere gedachten doen ontstaan. Stromingen vonden hun bestaansrecht. De gedachten waren echter steeds gebonden aan tijd en bleken vergankelijk te zijn. Op die gedachten hebben veel mensen hun geloof gestoeld en deden zo vele geloofsvormen ontstaan met daarin ook weer variaties. De mens leek geen gebrek aan ideeëngoed te hebben, maar stond er op aanhangers te willen vinden voor die gedachten. Macht begon de gedachte te overheersen en de vrije meningsuiting werd meer er meer gebonden aan verplichte denkwijzen. zo werden kunstmatige geloven opgetrokken en geloofspraktijken die ver buiten de Wil van God lagen.
Maar wij moeten tot een geloof komen dat volgens de normen van God is en niet naar de zogenaamd veredelde vormen, waarden en regels van de mensen. God wenst een geloof dat gestoeld is op een eigen innerlijke keuze waarbij Hij als enige Ware Schepper wordt erkend en waarbij Zijn eniggeboren zoon Jezus Christus in de juiste hoedanigheid ook zal erkend worden.