dankbaarvoorverkregenoffer
Belgische Christadelphians
Dankbaar voor verkregen Offer
Redding dankzij het Zoenoffer van Jezus Christus de Gezalfde, de Messias.
Wij mogen niet alleen dankbaar zijn dat waar zonde zich in ons vlees manifesteert, het bloed van Jezus Christus ons volledig kan witwassen. De Messias zijn bloed is dat van een onbevlekt of onbezoedeld Lam. Bij Christus was geen enkele smet te vinden. Niets aan Hem kon oneer aan de Vader geven of kon Hem in verlegenheid brengen. Nooit gebruikte Hij God onwaardige manieren om zijn doelstellingen te bereiken. Nooit verlaagde Jezus zich tot de graad van de mensen waar Hij mee om ging. Ook al was Hij 33 jaar in het midden van al de wereldse geneugten en ondeugden. Alles wat in de wereld is- de begeerte van het vlees en de begeerte van de ogen en het opzichtige geuren met de middelen voor levensonderhoud die men heeft- spruiten voort uit de wereld en vielen ook Jezus ten laste (1Jo 2:15,16). Hij liet zich nooit verlagen om te kunnen beschuldigt worden van iets Gods onterend. Wij mogen Christus dankbaar zijn dat Hij zich zuiver hield. Alle verleiding komt van binnen uit en Christus weerstond ze allemaal. Steeds bleef Hij puur en getrouw aan Zijn Vader.
Wij moeten Christus dankbaar zijn dat Hij zich niet liet gaan en zich niet liet doen. Hij liet zich door tegenstand niet van afleiden van de waarheid te getuigen en verder het Koninkrijk van God te verkondigen. Zelfs de wetenschap dat zijn aardse bediening op een offerandelijke dood zou uitlopen, ontmoedigde Hem niet. Paulus zei over Jezus: "Wegens de Hem in het vooruitzicht gestelde vreugde heeft Hij een martelpaal verduurd, schande verachtend, en is Hij aan de rechterhand van de troon van God gaan zitten" (Heb 12:2). Christus verachte schande maar al het deerde het Hem misschien wel, Hij liet zich niet verleiden om in de fout te gaan. Hij liet de anderen maar denken wat zij van Hem wilden denken en uitspreken. Hij verduurde hun uitspraken.“Denk aan Hem die zulk een tegenstand van zondaars te verduren had; dat zal u helpen om niet uit te vallen en de moed niet op te geven.” (Heb 12:3 WV78)
Als wij niet onverschillig of zwak willen worden, moeten wij met dankbaarheid denken aan wat Jezus heeft doorstaan. Hij heeft verdragen dat slechte mensen de lelijkste
dingen van Hem zeiden en is hen steeds liefelijk blijven behandelen. Zijn levenswijze moet voor ons een voorbeeld zijn. Steeds moeten wij Christus Jezus voor ogen, opdat wij niet uitgeput raken en de zielskracht niet zouden verliezen.
Wij mogen het Lam van God dankbaar zijn dat het verduidelijking heeft gebracht. Hij en zijn discipelen kunnen ons verder de ogen doen openen en inzicht geven in heden, verleden en toekomst. Wij moeten dankbar gebruik maken van de kracht die Jezus ons geeft om de wereld te overwinnen.
“Nogmaals, kinderen, ik schrijf u, dat gij de Vader kent. Ik schrijf u, dat gij Hem kent die er was vanaf het begin. Ik schrijf u, jonge mannen, dat gij sterk zijt. Gods woord woont in u en gij hebt de boze overwonnen. Verliest uw hart niet aan de wereld of aan de dingen in de wereld! Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem. Want al wat in de wereld is het begeren van de lust en het begeren der ogen en de hovaardij van het geld het komt niet van de Vader maar van de wereld. En die wereld gaat voorbij met heel haar begeerlijkheid, maar wie de wil doet van God blijft in eeuwigheid. Kinderen, het is ‘het laatste uur’. Gij hebt gehoord dat de ‘antichrist’ moet komen. Inderdaad, er zijn nu al vele antichristen opgestaan, en daarom weten wij dat het laatste uur is aangebroken. Zij zijn uit ons midden voortgekomen, maar zij behoorden niet werkelijk tot ons. Hadden zij tot ons gehoord, dan waren zij bij ons gebleven; maar het moest duidelijk worden dat zij geen van allen bij ons horen. Maar ook gij hebt van de Heilige de inwijding ontvangen, ook gij bezit allen ‘kennis’. En ik schrijf u niet, omdat gij de waarheid niet zoudt kennen, maar juist omdat gij haar kent en omdat de leugen onverenigbaar is met de waarheid.” (1Jo 2:14-21 WV78)
God moeten wij dankbaar zijn dat deze ons Zijn Zoon wilde schenken en zijn offerdaad wilde aanvaarden als zoenoffer voor de gehele besmette wereld. alsook mogen wij dankbaar zijn dat wij er mogen in slagen 'de Heer Jezus Christus aan te doen' als we ons vertrouwd maken met het leven van de Meester en ernaar streven te leven zoals Hij.
Onze dankbaarheid kunnen wij betuigen door zijn nederigheid na te volgen, zijn liefde voor rechtvaardigheid, zijn haat tegen wetteloosheid, zijn liefde voor zijn broeders en zusters en zijn geduldig verduren van lijden, alsook het ons durven afzonderen van deze wereld, het afstand nemen van tradities en groepsgeest. door te leven voor Christus en het Koninkrijk van God kunnen wij onze dankbaarheid het best kenbaar maken.
“De liefde van Christus laat ons geen rust, sinds wij hebben ingezien, dat Een is gestorven voor allen. Maar dan zijn allen gestorven! En Hij is voor allen gestorven, opdat zij die leven niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem die ter wille van hen is gestorven en verrezen.” (2Co 5:14-15 WV78)
-_-_-
Offer
“Krachtens die wil zijn wij eens voor altijd geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus.” (Heb 10:10 NBG51)
Offeraar
“Dankzij Gods wil zijn we hem eens en voor altijd toegewijd doordat Jezus Christus zijn lichaam offerde.” (Heb 10:10 GNB)
Offerande
“ Door die wil zijn wij geheiligd door middel van de offerande van het lichaam van Jezus Christus, eens voor altijd.” (Heb 10:10 VoorhNT4)
Offerlam
“De volgende morgen zag hij Jezus aankomen. “Kijk,” riep hij. “Het offerlam van God! Hij neemt de schuld van de wereld op Zich.” (Joh 1:29 BOEK)
“Hij zag Jezus voorbijgaan en zei: “Kijk, Hij is het offerlam van God!”” (Joh 1:36 BOEK)
Pascha
Pesachlam, Paaslam
“Doet het oude zuurdeeg weg, opdat GIJ een nieuw deeg moogt zijn, zoals GIJ immers ongezuurd zijt. Want Christus, ons Pascha, is werkelijk geslacht.” (1Co 5:7 NWV)
Pesachlam
Paaslam, Pascha
“Doe de oude desem weg en wees als nieuw deeg. U bent immers als ongedesemd brood omdat ons pesachlam, Christus, is geslacht.” (1Co 5:7 NBV)