Muntgeld uitwerking

Als een bedrag eindigt op 0 of 5 kan ik het altijd gepast betalen, want dat lukt met de munten van 5 PW. (Dan heb ik de munten van 3 PW niet eens nodig).

Eindigt het bedrag niet op 0 of 5, dan moet ik gaan rekenen.

Als ik 3, 6, 9, 12, 15, 18, 21 of 24 van het bedrag aftrek, en ik kom dan uit op een bedrag dat eindigt op 0 of 5 gaat het ook lukken.

Met deze twee gegevens loop ik de opties langs. Geen enkel bedrag eindigt op 0 of 5, dus ik moet kijken of ik er drievouden vanaf kan trekken zodat ik wel op een 0 of 5 uitkom.

A. 413 PW. Ik bereken 413 – 18 = 395. Dit gaat lukken met 6 munten van 3 PW.

B. 529 PW. Ik bereken 529 – 24 = 505. Dit gaat lukken met 8 munten van 3 PW.

C. 622 PW. Ik bereken 622 - 12 = 610. Dit gaat lukken met 4 munten van 3 PW. 

D. 807 PW. Ik bereken 807 – 12 = 795. Dit gaat lukken met 4 munten van 3 PW.

Het juiste antwoord is dus antwoord e: het juiste antwoord staat er niet tussen. 

Terug naar de opgave