Combinatoriek

Bij combinatoriek gaat het om telproblemen. Je moet tellen hoeveel combinaties van objecten er mogelijk zijn.

Als ik bijvoorbeeld drie verschillende truien en vier verschillende broeken heb, kan ik daarmee 3 x 4 = 12 combinaties maken.

Een wegendiagram of boomdiagram is een goed model om telproblemen te visualiseren.

Zo kun je bijvoorbeeld in het volgende diagram alle combinaties van truien en broeken aflezen.

Combinatoriek speelt een rol bij kansrekening. Een kans drukt de verhouding uit tussen het aantal gewenste combinaties en het totaal aantal mogelijke combinaties.

Bijvoorbeeld: Hoe groot is de kans dat je 6 gooit met twee dobbelstenen?

De gewenste combinaties zijn: 1-5; 2-4; 3-3; 4-2; 5-1. Dat zijn er 5.

Het totaal aantal combinaties is 36.