Vijfhoek uitwerking

Je weet dat de som van de drie hoeken van een driehoek altijd 180° is. Om te weten hoe groot de hoeken van een regelmatige vijfhoek zijn, ga je kijken hoeveel driehoeken je uit die vijfhoek kan halen. Dat zijn er drie:

De som van de hoeken van de vijfhoek is dus 180° x 3 = 540°

De vijf hoeken zijn even groot, dus dat betekent dat elke hoek 540 : 5 = 108° is.

Vervolgens moet je de hoek uitrekenen waar het vraagteken bij staat.

De lijn is horizontaal. De hoek van een gestrekte hoek is 180°. 

108° bevindt zich binnen de vijfhoek.

180°- 108°= 72°

De hoek buiten de vijfhoek is dus 72° 

Terug naar de opgave