Dag

Een dag is de tijd die de aarde nodig heeft voor een volledige omwenteling (om de aardas) ten opzichte van de zon.

Een etmaal duurt 24 uur, begint om middernacht en bevat alle vier de dagdelen, te weten: nacht, ochtend, middag en avond.

Een dag wordt in het algemeen gelijkgesteld aan 86 400 seconden.

De snelheid waarmee de aarde om haar as draait is niet constant, maar neemt over het algemeen heel langzaam af als gevolg van de getijdenwerking van zowel de maan als de zon. De dag wordt dus steeds langer, en de toename bedraagt ongeveer 1,7 milliseconde per eeuw (een gemiddelde dat is berekend op basis van de laatste 2700 jaar). Daarnaast wisselt de omwentelingssnelheid van de aarde soms van dag tot dag met de massaverdeling: de oceanen krimpen of de atmosfeer koelt af. Dergelijke verschillen zijn met moderne tijdmeetmethoden goed waarneembaar. Om de klok gelijk te laten lopen moet af en toe een schrikkelseconde ingelast worden. Deze kan een dag een seconde meer of minder zijn. Schrikkelsecondes worden van tevoren aangekondigd. Ze worden altijd ingevoegd aan het einde van een maand, op 30 juni of 31 december.