Vergroten en verkleinen

Bij het vergroten (of verkleinen) van een figuur in het platte vlak (tweedimensionaal) met een factor A wordt zowel in de ‘lengte’ als in de ‘breedte’ met een factor A vergroot of verkleind.

Het tweede kaartje is zowel in de lengte als in de breedte 2 keer zo groot. De oppervlakte van het tweede kaartje is echter 2 x 2 = 4 keer zo groot. 

 

De oppervlakte van het nieuwe figuur wordt kwadratisch vergroot t.o.v. het oorspronkelijke figuur: Overgroot = A x A x Ooorspronkelijk

Bij het vergroten van een lichaam (driedimensionaal) met een factor A wordt in alle drie richtingen (‘lengte’, ‘breedte’ en ‘hoogte’) met een factor A vermenigvuldigd. Dit heet ook wel kubieke vergroting. Zo ontstaat er bij het vergroten van een blokje van 1 cm bij 1 cm bij 1 cm (1 cm3) met een factor 10 een blokje van 10 cm bij 10 cm bij 10 cm ofwel 1 dm3 en er gaan 10 x 10 x 10 = 1.000 cm3 in 1 dm3. De inhoud van het nieuwe lichaam wordt kubiek vergroot t.o.v. het oorspronkelijke lichaam: Ivergroot = A x A x A x Ioorspronkelijk

Opgave(n) bij dit kernbegrip

Aquarium

Rechthoek