De term oppervlakte verwijst in het Nederlands zowel naar een verschijningsvorm (Engels: surface) als naar de afmeting daarvan (Engels: area). In de wiskunde wordt echter het onderscheid gemaakt tussen de woorden oppervlak en oppervlakte. Het oppervlak is het scheidingsvlak tussen een lichaam en zijn omgeving. Als voorbeeld kan men denken aan het aardoppervlak of het wateroppervlak van de zee. De oppervlakte is een afmeting. Het stelt de grootte van dit scheidingsvlak of een deel ervan voor. De standaardeenheid van oppervlakte is de vierkante meter (m²).
De oppervlakte van de USA is ongeveer 9.629.091 km², een krappe 10.000.000 km²
De oppervlakte van Nederland is ongeveer 37.354 km², een krappe 40.000 km².
De oppervlakte van Vaticaanstad is ongeveer 0,44 km².
De oppervlakte van Amsterdam is ongeveer 219 km².
De oppervlakte van Alkmaar is ongeveer 31 km².
De oppervlakte van de stad Utrecht is ongeveer 99 km².
Opgave(n) bij dit kernbegrip
Driehoeken op een cirkel (ZRM)
Een bijzonder getallentuintje 1
Een bijzonder getallentuintje 2