Eenheid

Een eenheid is een maat waarin meetbare grootheden kunnen worden uitgedrukt.

De afstand van de aarde tot de maan is gemiddeld 384.440 kilometer. De kilometer is hier de gebruikte eenheid van lengte. Er mogen formeel alleen eenheden worden gebruikt die deel uitmaken van het SI-stelsel (afkorting van Système International d’Unités) of die rechtstreeks afgeleid zijn van een SI-eenheid. De SI-eenheden vormen een internationaal systeem van eenheden om fysische en chemische grootheden in te meten. Hoewel de eerste voorloper van het SI (het metrieke stelsel) opgesteld is tijdens van de Franse Revolutie, was koning Willem I de eerste die het tot wettelijk bindend systeem verhief. Hij wilde daarmee de eenheid in zijn koninkrijk bevorderen. Sindsdien is iedere staat op aarde, behalve de VS, hem daarin gevolgd. In 1979 werd het gebruik van het SI-stelsel dwingend voorgeschreven in het economisch verkeer, voor doeleinden van volksgezondheid en openbare veiligheid en voor bestuursrechtelijke handelingen.

Er zijn zeven SI-basiseenheden, waarvan niet alle relevant zijn voor de basisschool. Voor de volledigheid noemen we ze hier alle zeven. Alleen de vetgedrukte spelen een rol in de basisschool. De zeven, onderling onafhankelijke, basiseenheden zijn:

In de basisschool wordt gewicht gebruikt in plaats van massa. Soms kunnen voor dezelfde grootheid verschillende eenheden gebruikt worden. Een voorbeeld is de grootheid temperatuur die kan worden uitgedrukt in graden Celsius, maar ook in kelvin. De temperatuur wordt binnen de basisschoolstof in graden Celsius (0C) aangegeven.

In rekenkundige bewerkingen met grootheden horen het getal en de eenheid waaruit een grootheid bestaat bij elkaar.

Een vel papier van het formaat A4 de afmetingen 21 cm × 29,7 cm. De oppervlakte is het product daarvan: 623,7 cm². Bij het vermenigvuldigen van afmetingen is een mogelijke complicatie dat men kortweg de eenheid maar één maal vermeldt, bijvoorbeeld: 21 × 29,7 cm, wat tot allerlei misverstanden kan leiden, omdat het nu net erop lijkt alsof het niet om de oppervlakte gaat.

Er is een aantal eenheden die naast de SI-eenheden in de Nederlandse wetgeving gebruikt mogen worden:

- minuut (min)

- uur (h)

- dag (d)

- ton (t): 1 t = 1.000 kg = 1.000.000 g = 1 Mg

- liter (l)

- graad (°), minuut (') en seconde (")

- are (a)

Alle andere SI-eenheden zijn afgeleide eenheden en kunnen worden uitgedrukt in termen van deze basiseenheden. Voorbeelden zijn m² (vierkante meter) voor oppervlakte en m/s (meter per seconde) voor (gemiddelde) snelheid.

Naast de SI-eenheden zijn er ook de SI-voorvoegsels. Deze zijn als volgt internationaal vastgesteld:

De volgende voorvoegsels zijn geen officiële SI-voorvoegsels meer, maar worden in praktijk wel gebruikt, met name in de basisschool: