De associatieve eigenschap is de eigenschap dat men de getallen in een bewerking in een andere volgorde mag afwerken, omdat de uitkomst daardoor niet verandert. Naast de associatieve eigenschap onderscheidt men ook de distributieve eigenschap en de commutatieve eigenschap.Â
Zie ook bij Meneer van Dalen wacht op antwoord en bij volgorde van bewerkingen.
De associatieve eigenschap geldt voor de bewerkingen optellen en vermenigvuldigen. Dat ligt ook voor de hand als je je bedenkt wat deze bewerkingen kunnen betekenen. 27 + 19 + 31 Kun je zien als een zak met 27 objecten en een met 19 objecten en een met 31 objecten bij elkaar doen. De totale hoeveelheid blijft gelijk, ongeacht in welke volgorde je dat doet. Bij optellen geldt daarom: (27 + 19) + 31 = 27 + (19 + 31) = 27 + 50 = 77.
De vermenigvuldiging 6 x 8 x 5 kun je zien als het berekenen van de inhoud van een blok met lengte 6 cm, diepte 8 cm en hoogte 5 cm. Het vermenigvuldigen kun je zien als het vullen van het blok met blokjes van 1 cm3. Wanneer je de volgorde verandert in het uitvoeren van de vermenigvuldigingen, betekent dat je daarmee de blokjes in een andere volgorde stapelt. De uitkomst blijft gelijk, dus bij vermenigvuldigen geldt: (6 x 8) x 5 = 6 x (8 x 5) = 6 x 40 = 240.
Opgave(n) bij dit kernbegrip