Romeinen uitwerking
Uitwerking
Eerst moet je de waarde van de verschillende letters kennen:
I: 1
V: 5
X: 10
L:50
C: 100
D: 500
M: 1000
Daarnaast moet je weten dat als er een teken vóór een teken met een hogere waarde staat,
de waarde van het teken met de lage waarde van het teken met de hoge waarde wordt afgetrokken:
IX= 9 want 10 - 1.
Ik maak van de deling een vermenigvuldiging:
MMDCCCXaII : IX = CCCXbII
CCCXbII x IX = MMDCCCXaII
Ik kies b = V
CCCXVII x IX = MMDCCCXaII
317 x 9 = 2812 + nog wat
317 x 9 = 2853 dus dat zou betekenen dat a = 40. Die mogelijkheid zit niet bij de antwoordopties.
Ik kies b = I
CCCXIII x IX = MMDCCCXaII
313 x 9 = 2812 + nog wat
313 x 9 = 2817 dus dat zou betekenen dat a = V. Die mogelijkheid zit wél bij de antwoordopties.
Antwoord C luidt immers a = V en b = I
Terug naar de opgave