Puzzelstukjes uitwerking
De puzzel heeft de vorm van een rechthoek. Hij heeft dus lengte en breedte.
2000 kun je door veel getallen delen.
2000 = 2 x 1000
2000 = 4 x 500
2000 = 5 x 400
2000 = 8 x 250
2000 = 10 x 200
2000 = 20 x 100
2000 = 25 x 80
2000 = 40 x 50
Stel dat de puzzel een formaat heeft van 1000 x 2 puzzelstukjes, dan heeft die puzzel een rare lange rechthoekige vorm, dit is een ongebruikelijke vorm voor een puzzel, zie bijvoorbeeld de figuur hieronder.
Zo zien normale legpuzzels er niet uit.
Dit geldt eigenlijk voor alle formaten in bovenstaand rijtje op één uitzondering na.
Een puzzel met afmetingen van 40 x 50 stukjes is wel gebruikelijk:
We gaan van deze vorm uit.
In de onderstaande tekening zijn de randstukjes aangegeven:
Misschien denk je dat het gaat om 40 + 50 + 40 + 50 randstukjes, maar dan zijn de hoekstukjes dubbel geteld. Dat voorkom je als je optelt: 40 + 48 + 40 + 48 of eventueel 38 + 50 + 38 + 50. In beide gevallen vind je voor de rand: 176 randstukjes (inclusief de hoekstukjes die twee rechte randen hebben).
Je kunt eventueel ook als volgt rekenen: 40 + 50 + 40 + 50 – 4 hoekstukjes = 176 stukjes. (dan heb je de hoekstukjes die je dubbel hebt geteld, er weer van afgetrokken).
Terug naar de opgave