Handen schudden uitwerking

Uitwerking 1

Stel je voor dat de personen niet alle vijf al in de kamer aanwezig zijn, maar dat ze na elkaar binnenkomen. Dan is het aantal handdrukken wat makkelijker bij te houden.

Eerst is er 1 persoon in de kamer.

Dan komt persoon 2 binnen, hij geeft persoon 1 een hand. Dat is 1 handdruk.

Dan komt persoon 3 binnen, hij geeft de twee aanwezigen een hand. Dat zijn dus 2 handdrukken

Dan kom persoon 4 binnen, hij geeft de drie aanwezigen een hand. Dat zijn dus 3 handdrukken.

Dan komt persoon 5 binnen, hij geeft de vier aanwezigen een hand. Dat zijn dus 4 handdrukken.

In totaal dus 1 + 2 + 3 + 4 = 10 handdrukken.

Uitwerking 2

Er zijn 5 mensen aanwezig. Zij kunnen elk 4 mensen een hand geven (je geeft geen hand aan jezelf).

Dat zijn dus 5 x 4 = 20 handdrukken.

Maar in deze berekening wordt elke handdruk dubbel geteld. Want persoon 1 geeft persoon 2 een hand, en persoon 2 geeft persoon 1 een hand. Maar dat is dezelfde handdruk. Die mag je dus maar één keer meetellen.

Dus het aantal moet gehalveerd worden.

20 : 2 = 10 handdrukken.

Terug naar de opgave