Dansende meisjes

Kernbegrip(pen): kans berekenen

Gegeven

In een klas zitten evenveel meisjes als jongens. De helft van de meisjes zit op dansles.

Ik prik met mijn ogen dicht een leerlingennaam uit de klassenlijst

Hoe groot is de kans dat ik een dansend meisje kies?

Janneke:

De kans dat je een meisje kiest is 50%. De kans dat dat meisje op dansles zit is weer 50% 50% van 50% is 25%.

Er is dus 25% kans dat je een dansend meisje hebt gekozen.

Noor:

Je hebt dansende meisjes en niet-dansende meisjes. Er zijn dus twee mogelijkheden.

De kans op een dansend meisje is 50%.

Jeroen:

De kans dat je een meisje kiest, en dat dat meisje danst is 0,5 x 0,5 = 0,25.

Dus de kans dat je een dansend meisje treft is 0,25 en dat komt overeen met 25%.

Tanja:

Er is 50% kans dat je een meisje kiest. De kans dat je daarna een dansend meisje treft is 25%.

50% + 25% = 75%. Dat is de kans dat je een dansend meisje treft.

Gevraagd

Twee van de kinderen begaan hier een fout. Wie redeneert niet goed en vooral waar gaat het mis? 

Antwoord en uitwerking

Lees het antwoord en de uitwerking.